Aballino (1800)

Titelbeschrijving
Aballino.

Periodiciteit
Van dit zaterdags weekblad zijn de nrs. 1 t/m 8 bekend. Deze verschenen van 18 oktober t/m 6 december 1800.
In de Haagsche Courant van 17 oktober 1800 wordt geadverteerd voor nr. 1 van Aballino, welke uit Venetiën is gearriveerd’. Het zal verschijnen ‘by gelegenheid van het heuchelyk Nationaale Feest’.

Bibliografische beschrijving
De afleveringen, in octavo, bevatten steeds 8 bladzijden (p. 1-64). Het titelblok heeft na de short title: volgnummer, motto ‘Strenuus veritat[i]s vindicator’ (vert. ‘Krachtige verdediger der waarheid’) en datum.

Boekhistorische gegevens
Colofon: ‘In den Haag by J.H. van Drecht; Rotterdam Thuinsing en de Erve Bal. Amsterdam C. Romyn in de Beurssteeg; enz.’
Prijs: 1½ stuiver (Haagsche Courant 17 oktober 1800).

Inhoud
Met een ‘God ten groet, waarde Landgenooten. Heden is het dat Aballino onder u verschijnt, hi! hi!’ presenteert zich als observator van de vaderlandse gebeurtenissen de figuur Aballino, de om zijn lach en idealen in bij de tijdgenoten zeer populaire bandiet uit een gelijknamig toneelstuk (1796) van Zschokke. Deze roverhoofdman-in-vermomming verdedigde in dat stuk feitelijk de echte waarden van de Venetiaanse republiek.
Aballino zegt hier de volken ’tot een eenig denkend weezen [te willen] brengen’, en te willen werken voor alle partijen in de Republiek. Dat komt neer op vaak ironische berichtgeving over de ontwikkelingen. Ietwat uitzonderlijk is dat daarbij ook individuen soms aangevallen worden (J.A. de Marree; H. Fricke. Die laatste, vader van het Lutherse weeshuis, zou eens moeten ophouden in koffiehuizen over theologie te zwetsen).
Het tijdschrift heeft geen vaste vorm. Het is een hutspot van berichten, aanmerkingen, waarschouwingen, zeetijdingen, liedjes, brieven, advertissementen, vragen, een droom. Het heeft veel van een vaudeville.

Exemplaren
STCN 183157079
Full text

André Hanou