Algemeene Leermeester der Nederlandsche Jeugd (1769-1770)

Titelbeschrijving
De Algemeene Leermeester der Nederlandsche Jeugd.

Periodiciteit
Het weekblad verscheen op woensdag. De datering is op grond van de getraceerde advertenties in de Leydse Courant. Blijkens het Naamregister van Van Abkoude/Arrenberg uit 1788 zijn de afleveringen in 2 delen gebundeld (p. 301). In de Ommelander Courant van 5 en 19 december 1788, waarin wordt aangekondigd dat het kopijrecht op de Algemeene Leermeester is verhandeld, is sprake van twee delen met 104 wekelijkse vertogen.

Bibliografische beschrijving
Van Abkoude/Arrenberg geven als formaat: in octavo.

Boekhistorische gegevens
De advertenties noemen als drukker-uitgever: ‘ADRIANUS HUPKES, Boekverkooper te Amsterdam op ’t Rokkin in Erasmus’. Van Abkoude/Arrenberg melden in 1788 dat de Amsterdamse firma Joh. Sluyter en Zoon het kopijrecht heeft (prijs: ƒ 1:16).

Inhoud
Op 25 januari 1769 verschijnt in de Leydse Courant de eerste advertentie voor de Algemeene Leermeester. Het betreft het vierde vertoog, ‘zynde het eerste vervolg van de betooging der Natuurlyke Godsdienst’ (andere advertenties op 8 en 26 mei, en 31 juli 1769).
De advertentie van 10 april 1769 geeft meer informatie over de inhoud en, vooral, de opzet:

Het Ontwerp, het geen men zig met dit Werk heeft voorgesteld, is geheel nieuw, zoodanig men tot nog toe in onze Taal niet vind, wyl het eene algemeene Schetze van alle Weetenschappen en Kunden in zig bevat, van welke dit Werk naar mate derzelver meer of mindere Noodzakelykheid, Nuttigheid en Aangenaamheid zyne Lezers een genoegzaam Verslag geeft; behelzende in ’t kort eene duidelyke Verklaaring van alle die Kundigheeden, welke in de wyd uitgestrekte Werken der beroemdste Schryvers verspreid leggen. Na dat de NATUURLYKE en CHRISTELYKE GODSDIENST in de voorige Vertoogen beweezen zyn, (in No. 12 en 13, welke heden te bekomen zyn) word overgegaan tot het behandelen der REDENEERKUNST. Hoe nuttig dit Werk voor de Beschaving der Jeugd is behoefd geen breedvoerige Betoginge.

Na voltooiing van deel 1 kondigt Hupkes op 31 januari 1770 aan dat hij wekelijks met nieuwe vertogen komt. Opnieuw beschrijft hij in grote lijnen de inhoud:

de beste Gronden van den NATUURLYKEN en GEOPENBAARDEN GODSDIENST, de REDENKONST, de BOVEN-NATUURKUNDE, het NATUURLYK REGT, het BURGERLYK REGT, en ’t REGT DER VOLKEREN.’ Met een ronkende reclametekst vervolgt Hupkes over de unieke opzet van het jeugdtijdschrift: ‘In dit Werkje hebben de Schryvers zig voorgesteld, binnen een kort bestek eene algemeene schetze van alle Konsten en Weetenschapen hunne Landgenooten in Vertoogen mede te deelen, dewelke egter niet nalaten zal uitvoeriger te zyn, dan men tot nog toe in onze Taal vind. Dit Werkje ten einde gelopen zynde, zal een soort van Encyclopedie in ’t klein behelzen.

Exemplaren
Geen exemplaar bekend.

Rietje van Vliet