Amsterdamse Mercurius (1698)

Titelbeschrijving
Amsterdamse Mercurius.

Periodiciteit
Er zijn 27 nrs. bewaard gebleven (21 februari 1698 t/m 26 mei 1698). Het blad verscheen tweemaal per week, op maandag en vrijdag. In nr. 27 kondigt de auteur aan dat hij het te druk heeft en dat de mercuur tot 1 november alleen op vrijdag zal verschijnen. Of dit daadwerkelijk gebeurde, is niet bekend.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering telt 4 ongenummerde pagina’s in kwarto. Het vignet boven de titel bestaat uit een vliegende Mercurius aan de linkerzijde en een gevleugelde Fama met haar bazuin aan de rechterzijde. Beiden tillen een toneelgordijn omhoog.

Boekhistorische gegevens
Het blad werd blijkens nr. 1 in Amsterdam gedrukt voor de auteur en was aldaar verkrijgbaar bij Johannes van Aardenberg in de Oude Leliestraat. Het distributienetwerk breidde zich gestaag uit.
Nr. 2 meldt de volgende boekverkopers: Barend Bos (Rotterdam), Johannes Speyers (Delft), Meyndert Uytwerf (’s-Gravenhage), Wollebrand van der Pot (Leiden), Wilhelmus van Kessel (Haarlem) en Anthony Schouten (Utrecht). Later worden ook andere adressen genoemd, tot ver buiten Holland (onder andere Groningen en Franeker).
Hoewel niet expliciet vermeld, zal de Amsterdamse Mercurius net als vergelijkbare mercuren 1 stuiver hebben gekost.

Medewerkers
De auteur is een tot nog toe onbekend gebleven Amsterdammer. Er is wel gesuggereerd dat het de Amsterdamse drekpoëet Salomon van Rusting was: het pamflet De onverwinnelyke Haagsche Mercurius verdeedigd spreekt van de almachtige Doedijns die zelfs J.F. Mayer en Salomon van Rusting de baas was.
Bij bestudering van de polemieken waarin de Haegse Mercurius verwikkeld was, blijkt de deze schrijver van de Amsterdamse Mercurius nergens met naam en toenaam genoemd te worden. De stijl komt echter, met uitzondering van de scheldkanonnades aan het adres van Doedijns, niet overeen met die in de andere geschriften van Rusting.

Inhoud
Het beoogde lezerspubliek bestaat uit ‘Heeren Lesers’ (nr. 16; 22) die goed op de hoogte zijn van de actualiteit.
De Amsterdamse Mercurius is niet van plan zijn lezers

met een party Almanaks-vertellinge te vermaken, noch met sotternyen de oren te strelen’. De auteur, bij monde van Mercurius, meent ‘dat de Verstandigen meer behagen in Ernst, als in Jok sullen hebben (nr. 1).

Iedere aflevering bevat dan ook een overzicht van de ‘voornaamste Staats- en Oorlogs-saken’ binnen en buiten Europa. Veel voorkomende onderwerpen zijn de troonopvolgingskwestie in Polen; verwikkelingen rond het koningshuis van Spanje respectievelijk Engeland; het gesloten akkoord bij de Vrede van Rijswijk; de overwinning op de Turken in de slag bij Zenta; en de felle discussies die de orthodoxe predikant Johann Friedrich Mayer in Hamburg teweegbracht.
De gebeurtenissen binnen de Republiek laat de Amsterdamse Mercurius buiten beschouwing. Een uitzondering hierop is de straf waartoe Johannes Duijkerius, geestelijk vader van Het leven van Philopater (1691) en het Vervolg van ’t leven van Philopater (1697), in 1698 veroordeeld was. Met opmerkingen als ‘verfoejensweerdige schriften’ (nr. 2) en ‘Die lust heeft sigh in den modder om te wentelen, kan ‘er ook wel in verstikken’ (nr. 4), toont de schrijver van de Amsterdamse Mercurius zich een conservatiever denker dan de libertijn Hendrik Doedijns, de auteur van de Haegse Mercurius.

Relatie tot andere periodieken
Naar aanleiding van de forse kritiek van Doedijns op de Amsterdamse Mercurius (deel 1, nr. 59, 61) begint de laatste met een heuse mercuriale oorlog (nr. 3-7) tegen de Haegse Mercurius. Deze noemt hij ‘Mercurius Ainé’ (nr. 4).
In satirische maar venijnige passages parodieert de Amsterdammer de stijl van zijn opponent. Ook in deze aanvallen laat de Amsterdamse Mercurius zien dat hij weinig moet hebben van moderne vrijdenkerij. Het maakt hem niet uit dat hij uitgemaakt wordt voor een ‘bode van Oudnieuws en Copist’: als hij de waarheid maar geen geweld aan doet, ‘gelyk den Haagsen bastaart Mercurius’ (nr. 3).

Exemplaren
STCN 165769610

Literatuur
¶ H. Doedijns, De Haegse Mercurius (9 augustus 1697-1 februari 1698), editie R. van Vliet (Leiden 1996)
¶ Gerardine Maréchal (ed.), Johannes Duijkerius. Het leven van Philopater en Vervolg van ’t leven van Philopater […], Amsterdam 1991.

Rietje van Vliet