Astronomische Waernemingen (1760-1761)

Titelbeschrijving
Astronomische Waernemingen; of de Konst van den Beroemden Astrologist, J:C: Ludeman; ontdekt.

Periodiciteit
De 28 gedateerde nrs. (‘Stukjes’) verschenen van vrijdag 21 maart 1760 t/m 12 juni 1761. Ze zijn gebundeld in 2 delen (nrs. 1-26 en nrs. 27-28). De frequentie was blijkens de advertentie in de Oprechte Haerlemsche Courant van 18 maart 1760 om de twee weken; het colofon van nr. 26 meldt een frequentie van om de zes weken.
Het einde van het blad lijkt ondanks de verlaagde frequentie onverwacht te zijn geweest. In de Leydse Courant van 9 maart 1761, waarin de voltooiing van deel 1 wordt geadverteerd, melden de uitgevers ‘dit nuttige Werk nog met 12 Stukjes’ te zullen vervolgen. De auteur verklaart echter in de Astrologia; of sterren-voorzeg-kunde (Rotterdam 1762) dat de belangstelling voor zijn blad sterk tegenviel.

Bibliografische beschrijving
De omvang van de afleveringen varieert. De nrs. 1-12 en 14-19 tellen 8 pagina’s in groot octavo; de nrs. 13 en 20 bevatten 16 pagina’s; en de nrs. 27 en 28 hebben 30 pagina’s resp. 32 pagina’s (incl. voorwerk: 224 pagina’s in deel 1 en 68 pagina’s in deel 2).
Het vignet op de titelpagina’s is een meridianenglobe met de dierenriemtekens.

Onder het titelblok van de afleveringen staat de datum ook in astrologische tekens weergegeven. Afgezien van de citaten waarmee sommige afleveringen beginnen, staat de begininitiaal van de hoofdtekst afgedrukt binnen een vierkante sierrand.
De afleveringen in deel 1 worden voorafgegaan door een ‘Kort Bericht aen den Leezer’ (1 p.) en een ‘Tafel van Alle de Karacteren, of Teekenen, en verkorte woorden, welken in dit Werk voorkomen; of by vervolg, gebruikt zullen worden’ (1 p.).

Boekhistorische gegevens
Impressum: ‘Te Rotterdam, By J. Tiele, en A: Bothall; Boekverkopers’.
De Astronomische Waernemingen waren, aldus de advertentie in de Oprechte Haerlemsche Courant van 18 maart 1760, verkrijgbaar bij:

t’Amsterdam by Tongerlo, Baalde en H. de Wit; Haerlem Bosch, Leyden van der Eyk en K. Delfos, ’s Hage O. en P. van Thol, Delft van der Smout, Dord d’Erve van Braam, Gouda Staal, Breda van den Kieboom, ’s Bosch Pallier, Utrecht G.T. van Paddenburg, Middelburg Taillefert, Zierikzee de Kanter, Hoorn Tjallingius, Harlingen van der Plaats &c.

Prijs per aflevering: 1½, 3 of 5 stuivers (afhankelijk van het aantal pagina’s). Voor het complete werk moest men ƒ 2:12 neertellen, zo meldt de Oprechte Haerlemsche Courant van 3 september 1761.
De twee Rotterdamse boekverkopers Tiele en Bothall brachten een vervolg op het blad uit onder de titel Astrologia; of sterren-voorzeg-kunde. In alle deszelfs gronden nagespoort, en ontdekt (Rotterdam 1762). In 1780 brachten zij een prospectus uit waarin een ‘vermeerderde en verbeterde druk’ van de Astronomische Waernemingen werd aangekondigd. Vermoedelijk waren hiervoor niet voldoende intekenaars, want er is geen exemplaar van teruggevonden.

Medewerkers
De titelpagina noemt als redacteur: ‘EL, VAR, OI. Onder de Zinspreuk Studio Crescit Sapientia’ (vert. Door oefening neemt de wijsheid toe). De auteursnaam gaat vergezeld van zeven planeettekens die, aldus nr. 1, overeenkomen met de dagen in de week en letters in het alfabet. Volgens Levison (2001) moet van links naar rechts gelezen worden: Mars (=dinsdag, E), Venus (=vrijdag; L, M, N), Saturnus (=zaterdag; U, V, W), Maan (=maandag; A), Mercurius (=woensdag; R), Zon (=zondag; O), Jupiter (=donderdag; I, J, Y). Ofwel: EL VAR OI.
De Rotterdamse astromedicus Jan Sterck (1763) ging ervan uit dat er achter Studio Crescit Sapientia een ‘Geleerde Astrologische Societeit’ schuilging. Hiervoor zijn echter geen aanwijzingen gevonden.
Ook is de toeschrijving aan de broodschrijver Franciscus Lievens Kersteman (1728-1796) zeer twijfelachtig. Weliswaar schreef hij als zelfverklaard medium van de befaamde astroloog Ludeman menig astrologisch werk, de stijl en het daarin gebruikte astrologische systeem wijken volledig af van wat er in de Astronomische Waernemingen wordt gedebiteerd. 

Inhoud
Astrologisch tijdschrift.
De auteur baseert zijn kunst op de astro-medische kennis van Johannes Christophorus Ludeman (1683-1757), een van oorsprong Noord-Duitse astroloog die in Amsterdam grote bekendheid verwierf met zijn horoscoopkunst. De wonderdokter verwierf er bovendien grote rijkdommen mee. Franciscus Lievens Kersteman trad als broodschrijver in de voetsporen van Ludeman en publiceerde als ‘Meester Franciscus’ vele astrologische werken op naam van Ludeman.
Het tijdschrift bestaat uit horoscooptrekkingen en ingezonden brieven waarin de casuïstiek wordt geleverd. Verder doet de onbekende El Var Oi zijn horoscoopkunst uit de doeken, waarbij niet alleen rekening moet worden gehouden met de zeven planeten – de zon en maan werden destijds nog beschouwd als planeten – maar ook met de zeven ‘Beschuts-Engelen’ die de werking van de planeten enigszins moeten temperen (p. 44). Levison (2001) noemt verder de alchemistische en kabbalistische elementen in het astrologische systeem van El Var Oi, waaronder het kabbalistische begrip ‘zimzum’ (‘sim sum’, p. 133).
In het blad wordt kritiek geleverd op de horoscoopkunst van de hierboven genoemde Jan Sterck, die er volgens El Var Oi niets van begrepen heeft (nrs. 8 en 9, p. 57-61, 65-71).

Exemplaren
¶ STCN 317650009 en STCN 314147187 (prospectus)
¶ Full text

Bronnen
¶ Johannes Sterck, Manuductio astro-medica, ofte Handleyding ter geneeskunde door het gesternte (Schiedam 1763), p. 44.

Literatuur
¶ Rietje van Vliet, ‘In de voetsporen van Johan Christophorus Ludeman. De bestsellers van Meester Franciscus’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 2017, p. 101-116
¶ Rietje van Vliet, ‘“Onfeylbaar hersteller van allerhande ongeneeslyke ziektens”. Johannes Christophorus Ludeman als medisch astroloog’, in: Maandblad Amstelodamum 104-2 (2017), p. 74-89
¶ Arjen Levison, “Eene stoffe, welke reeds voor lang, door Verstandigen, is uitgestampt”. Astrologie in de Nederlanden in de achttiende eeuw (ongepubliceerde doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam, Historische Nederlandse Letterkunde 2001), p. 100-106
¶ H.J. Zuidervaart, Van ‘Konstgenoten’ en hemelse fenomenen. Nederlandse sterrenkunde in de achttiende eeuw (Rotterdam 1999), p. 67.

Rietje van Vliet