Avondstonden voor De Jeugd (1801)

Titelbeschrijving
Avondstonden voor De Jeugd. 

Periodiciteit
‘Een Maandwerkje’, zoals Saakes de eerste aflevering noemt in zijn Naamlijst van mei 1801 (p. 232). De in totaal 12 verschenen afleveringen werden gebundeld uitgegeven in 2 delen met eigen titelpagina. Beide delen waren al verschenen eind 1801, blijkens een advertentie in de Leydse Courant van 3 december 1801 en de opgave bij Saakes in december 1801 (p. 285).

Bibliografische beschrijving
De twee delen hebben XIV + 384, en II + 384 bladzijden. Het voorbericht van beide delen bevat naast titelpagina een inhoudsopgave. Het voorwerk van deel 1 heeft daarnaast een opdracht aan de loffelijke Maatschappij Tot Nut van ’t Algemeen, geschreven door haar medelid, de uitgever. Ook bevat dit voorwerk een ‘Aan onze jonge leezers en leezeressen’.
De afleveringen zelf hebben geen (bewaarde) titelpagina’s. In totaal zijn er 12 platen opgenomen (‘J. Smies inv. et del.’, T. Koning sculp.’); soms bevat een aflevering een ongesigneerd blad met een geografische of natuurkundige voorstelling.

Boekhistorische gegevens
De titelpagina’s melden: ‘Te Amsterdam, bij Johannes van der Hey. 1801.’
Nr. 1 kostte volgens Saakes 12 stuivers, de gebundelde afleveringen kostten in totaal ƒ 7:4:0.

Medewerkers
Diverse catalogi zetten het tijdschrift ten onrechte op naam van de hierboven reeds genoemde illustrator Jacob Smies en de graveur Theodorus Koning.
Het van oorsprong Duitse blad zou volgens het voorbericht in de Avondstonden een uitgave zijn onder redactie van Christian Gotthilf SALZMANN (1744-1811). Deze filantropijn is één van de bekendste Duitse opvoedkundigen van die periode.

Inhoud
Het voorbericht van deel 1, gericht aan de jongelieden, meldt dat dit blad geïnspireerd is op het Duitse maandwerk Die Hesperiden, ‘het welk een aanhoudende voorraad van allerhande gesprekken bevat, die vertaald zijnde, in uwe tusschen-uuren, al leezende en speelende, een aangenaam onderhoud verschaffen’. Ons oogmerk ‘is, om ul. een soortgelijk maandwerk, of Magazijn, in handen te geven’. Echter zullen ook vertaalde stukken uit andere bronnen een plaats krijgen, en stukken ‘door ons  zelf opgesteld’.
Het voorbericht meldt verder de opzet van de auteur te volgen en telkens per aflevering drie soorten tekst te geven. Onder ‘Lees-avonden’ vindt men: verhalen (soms waar, soms fictief); korte geschiedenissen, fabels en essays; kleine romans; vertellingen met historische bron; levensbeschrijvingen; kleine toneelspelen; en ten slotte anekdotes, aardige gezegden, raadsels en liederen. Interessant zijn de leesinstructies met betrekking tot romans. Onder ‘Speel-avonden’ vindt men ‘spellen, tot oefening van lichaam en verstand’. Onder ‘Kunst-avonden’ vindt men dingen die een onbelezen iemand als tovenarij zou kunnen beschouwen maar die men hier verduidelijkt krijgt door middel van natuur- of werktuigkunde, reken-, meet- of scheikunde.
Ter verduidelijking van deze onderscheidingen volgen hieronder enkele voorbeelden van deze leesstof. Onder 1 vindt men bijvoorbeeld een ‘Leven van Cyrus’. Onder 2: een rijmspel; maar ook een kinderspel over het zonne- en wereldstelsel, waarbij elk kind een planeet, komeet, enzovoorts moet uitbeelden. Onder 3 vindt men: met klaar water te schrijven; het elementair glas; hoe een beker op te lichten met behulp van een strohalm.

Relatie tot andere periodieken
Een recensie is te vinden in de Boekzaal voor Onderwijzers van 1801, p. 45-47. Hier wordt ook de voorloper van de Avondstonden genoemd: het Weekblad voor Kinderen (1798-1800).
Het voorbericht van deel 1 meldt dat het blad geïnspireerd is op het Duitse maandwerk Die Hesperiden..

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: KW 26 L 17-18
¶ Full text deel 1 en deel 2

Literatuur
¶ P.J. Buijnsters, ‘Nederlandse kinderboeken uit de achttiende eeuw’, in: Harry Bekkering e.a. (red.), De hele Bibelebontse berg. De geschiedenis van het kinderboek in Nederland & Vlaanderen van de middeleeuwen tot heden (Amsterdam 1989), p. 206.

André Hanou
update 19-6-2020