Bataafsche Proteus (1724-1726)

Titelbeschrijving
De Bataafsche Proteus.

Periodiciteit
Dit zaterdags weekblad verscheen aanvankelijk in 37 afleveringen, van 1 januari t/m 9 september 1724. Er was sprake van een korte onderbreking, zo blijkt uit een advertentie in de Leydse Courant van 3 juli 1724: boekhandelaars en particulieren konden vanaf 8 juli weer rustig hun zaterdagse Proteus krijgen, ‘zynde de interruptie gecausseert door des autheurs indispositie’.
Ietwat problematisch is verder het feit dat op de nrs. 38-45 het jaartal 1726 te vinden is aan het begin van het titelblok. Wellicht heeft het blad in de tussentijd inderdaad opgehouden te bestaan. Dat zou ook de wisselingen van drukker(s) verklaren.

Bibliografische beschrijving
In octavo. Elke aflevering telt 8 bladzijden; het geheel is doorgepagineerd (soms foutief). Het titelblok geeft, na ‘Ao. 1724’ (later dus: 1726) en nummeraanduiding, eerst een vignet, waarna datumaanduiding volgt. Het titelvignet geeft, in guirlande met legendum ‘De Bataafsche Proteus’, een afbeelding van Proteus.

Na dit alles volgt vrijwel altijd bij elke nieuwe aflevering een andere kryptische spreuk, die waarschijnlijk bedoeld is om de onduidbaarheid, het proteïsche van het blad te benadrukken. Bijvoorbeeld in nr. 1: ‘Zonoti, Ned. Lenve. Verit. In ferti cap. 1000’.

Boekhistorische gegevens
Colofon nr. 1:

Te Amsterdam, Gedrukt voor den Autheur, ter Drukkery van Jacobus Helm, en te bekomen by de meeeste Boekverkoopers aldaar: Rotterdam, N. Korte, Delft, P. Buister, ’s Gravenhage, P. van Thol, Leiden, van Dammen en Langerak, Haarlem M. van Lee, Alkmaar, J. van Beyeren, Dort, J. van Braam, Utrecht, Jacob van Poolsum, Middelburg, S. Clemens, en te Vlissinge by G. de Pajenaar, &c.

Vanaf nr. 26 wordt, buiten het gebruikelijke colofon om, gezegd dat de Proteus afgehaald kan worden bij de weduwe Abram Wykman. Deze is te vinden op de Nieuwendijk; vandaar kan men alles wat tot dan verschenen is, opsturen ‘naar Oostindien ofte elders’. In nr. 33 is de situatie blijkbaar weer veranderd: de Proteus is niet meer te krijgen op de Nieuwendijk, maar wel ‘op de Pypmarkt, ten huyze van Albertus van Ormond, in ’t Schild van Vrankryk’. Brieven aan Proteus dienen naar deze Ormond te worden gestuurd.
Vanaf nr. 38 luidt het colofon; ‘Te Amsterdam; Gedrukt voor den Autheur, ter Drukkerye van Jacobus Helm, en te bekomen by Adrianus van Boecholt, in den Nes, en by de meeste Boekverkoopers aldaar, en in de verdere Steden’.

Medewerkers
De schrijver is Hermanus VAN DEN BURG (1682-1752), een broodauteur die vooral werkte te Muiden, Haarlem en Amsterdam. Hij dreef een kroeg op de Overtoom.

Inhoud
Mercuurachtig satirisch blad, in de sfeer van het eerder door Van den Burg gepubliceerde Amsterdamsche Argus (1718-1722). Een aflevering bevat gemiddeld een negental passages; in elk van die passages staat een voorval, een nieuwsbericht, een erotisch item centraal.
Van den Burg nam veel gedichten op die in dezelfde of gewijzigde vorm ook in zijn eigen latere werk (zouden) voorkomen. Ander aangeduid literair werk is dat van R. van Leuven. Historische werken krijgen ruim aandacht, evenals contemporaine bladen en mercuren.
De schrijver maakt gebruikt van het alter ego ‘Proteus’: deze god bezat de gave de toekomst te duiden. Hij wilde zich echter daartoe nooit vastleggen: hij had daartoe een wisselend gestalte. Zijn bevrager diende hem eerst in vaste vorm te krijgen.

Relatie tot andere periodieken
De Proteus raakte herhaaldelijk slaags met Willem van Swaanenburg en diens bladen, terwijl diverse minachtende passages ook bij Weyerman voorkomen.
Opmerkelijk is dat Van den Burg refereert aan Engelse bladen als de Flying Post en de Post-boy.

Exemplaren
STCN 150269528
Full text

Literatuur
¶ Ton Broos, ‘De belerende vinger van Hermanus van den Burg’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 41 (2018).
¶ Frank van Lamoen, ‘Willem van Swaanenburg: halfmalle scribbelaar’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 8 (1985), p. 42-50
¶ H.M. de Blauw, ‘Bibliografie van het werk van Hermanus van den Burg gepubliceerd tussen 1700 en 1800’, in: Documentatieblad Werkgroep 18e eeuw (1976-1977) 36 (juli 1977), p. 5-35, 13, 26.

André Hanou
update 22-4-2020