Batavier (1784-1787)

Titelbeschrijving
De Batavier, vrye gedachten van een’ burger onder den naam van den Batavier.

Periodiciteit
Het blad verscheen iedere maandag, van 26 juli 1784 t/m 17 september 1787.

Bibliografische beschrijving
De afleveringen tellen elk 8 pagina’s in octavoformaat.
Regelmatig worden dubbelnummers uitgegeven, zoals aflevering 10 van 26 februari 1787.

Boekhistorische gegevens
De Batavier verscheen bij de Leidse uitgever Frans de Does, ‘en alom bij de meeste Boekverkoopers in Nederland, daar dezelve weeklijks á één en één halve stuiver word uitgegeven’. In de Haarlemse Courant van 17 augustus 1787 wordt een aflevering aangekondigd door de Amsterdamse uitgever Dirk Schuurman.
Prijs per aflevering: 1½ stuiver.

Medewerkers
De belangrijkste auteur van De Batavier is de jezuïet van Franse afkomst François BERNARD (?-1789). Volgens Sautijn Kluit (1873) schreef hij in het Frans en liet hij het vertalen door de advocaat Blom. Bernard schreef ook voor De Mercurius der Elizeesche velden of Staatsberichten uit het ryk der dooden; van zijn hand zijn verschillende pamfletten, zoals Vrije gedachten van een burger over het verval van ’t Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden (1782), waarvan De Batavier volgens het voorwoord als opvolger kan worden gezien.
Een onbekende politieke tegenstander noemt Bernard

un étranger fugitif qui, pour se dérober aux poursuites de ses parens, s’est réfigié à Leyde, ou il vit du fruit de quelques leçons d’Arithmétique et de largesses Consistoriales, n’a de patrie qu’en l’air, & pour compatriotes que des vagabonds comme lui. (Dialogue, p. 30)

Bernard verdiende te Leiden de kost met lesgeven. Johannes le Francq van Berkheij weet te vertellen dat ‘deze schurk’ (= Bernard) de protectie genoot van Leidse schepenen Jan van Royen en Van Halderen. De Leidse arts Pieter van Schelle en zijn stadgenoot de advocaat Jan Steenwinkel, respectievelijk uitgever en weekbladschrijver, vertaalden Bernards stukken.
Pieter VREEDE (1750-1837), Nicolaas BUCAILLE (ca. 1756-??) en Hendrik VAN TIEL (?-?) leverden incidentele bijdragen voor De Batavier.

Inhoud
In De Batavier worden lokale situaties gebruikt om landelijke kwesties aan de orde te stellen. Zo analyseert de redacteur de burgerbewapening in Nijmegen als een landelijk probleem, een thema dat regelmatig in De Batavier terugkeert. Vermoedelijk heeft Iets over Nymegen (1786) van de Nijmeegse raad en historicus J. In de Betouw als inspriatiebron gediend. Het blad neemt soms ook integrale stukken op, zoals reglementen van gewapende genootschappen, en plaatst al dan niet gefingeerde ingezonden brieven.
Bernard ontpopt zich in De Batavier als een van de theoretici van de patriotse beweging; het weekblad is zeer met hem en zijn overtuigingen verbonden. Als roomskatholiek journalist vindt hij bijvoorbeeld wel dat katholieken achtergesteld zijn bij de publieke godsdienst, maar hij durft volledige pariteit nog niet voor te stellen.
Ook doet hij pogingen om te bemiddelen tussen de patriotten en Oranje. Bernard meent dat hij democraat kan zijn en tegelijkertijd trouw aan de stadhouder, mits deze van raadgevers verandert. Deze overtuiging spreekt Bernard uit voordat een van de meest intieme raadgevers van Willem V, de hertog van Brunswijk, het veld moest ruimen.
Veel scherper stelt Bernard zich op tegen verdedigers van Oranje, zoals Elie Luzac, die in zijn Hollands rijkdom het verval van de Republiek toeschreef aan het gebrek aan invloed van de stadhouder. Afleveringen lang betoogt Bernard het tegendeel en noemt Luzac ‘een verachtelijke vleijer van het Huis van Oranje’ (deel 2, nr. 4 (1785), p. 28-30).

In 1787 verscheen als reactie de Vriendelyke briev aan den schryver van het weekblad De Batavier, betrekkelyk zyne zogenaamde bekendmaking over het boekje Iets voor allen (z.p. z.j.).

Relatie tot andere periodieken
De Batavier ligt in 1787 regelmatig in de clinch met de redactie van Janus (1787). Eén kwestie keert in beide bladen enkele keren terug, namelijk het royement van een van de oprichters van de Leidse sociëteit van wapenhandel, dat enkele nummers voor vermaak zorgt. Ook Pieter Vreede bemoeit zich af en toe met de affaire.

Exemplaren
STCN 238218171
¶ Full text nrs. 7 en 21 (1785) en nr. 28 (1787).

Bronnen
¶ Johannes le Francq van Berkheij, De Hollandsche politieke koemarkt (1787)
¶ Vervolg op den Batavier ter nadere opheldering van het geene in dit weekblad wegens J. le Francq van Berkhey gevonden word, met echte bewyzen betoogt, z.p. z.j. [1787]
¶ Dialogue entre mr. Bernard, maitre de langues, de geographie & d’arithmethique a Leyde et un sous-brigadier des gardes du corps de s.a.s. mgr. le Prince d’Orange (Brussel 1783) (Knuttel 20492).

Literatuur
¶ Rietje van Vliet, Elie Luzac (1721-1796). Boekverkoper van de Verlichting (Nijmegen 2005), p. 331
¶ Pieter van Wissing, Stokebrand Janus 1787. Opkomst en ondergang van een achttiende-eeuws satirisch politiek-literair weekblad (Nijmegen 2003), p. 75-77
¶ Polman, Katholiek Nederland in de achttiende eeuw 2 (1968), p. 194-195
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De Politieke Praatvaar, Praatmoer, Snapper en Snapster’, in: De Nederlandsche Spectator (1873), p. 266-269, 274-275, 282-283.

Pieter van Wissing