Belang van Allen (1795)

Titelbeschrijving
Het Belang van Allen. Door een vaderlandsch burger.

Periodiciteit
Het Belang van Allen is bedoeld als periodieke verschijning: de voorrede van nr. 1 zegt (p. iii) dat dit werkje ‘door veele diergelijke zal vervolgd worden’ indien de ontvangst goed en de noodzaak aanwezig is; en: ‘No. 2 zal eerlang verschijnen’.
De nrs. 1 en 2 worden beide gemeld in Saakes’ Naamlijst van juni 1795 (p. 144).

Bibliografische beschrijving
De eerste aflevering bevat iv + 46 pagina’s in octavo. Het voorwerk daarvan bevat titelpagina, pagina met motto, en voorrede. Op de titelpagina vindt men als subtitel (tegelijk inhoudsopgave): ‘Iets voor het volk van Nederland, over het verleenen van gratie aan de leden van het Oranje- staats- en stadsbewind; ingericht tot onderzoek der Amsterdamsche proclamatie van den 11 Februarij 1795.’
De tweede aflevering bevat ii + 62 pagina’s. Het voorwerk bevat slechts de titelpagina. De subtitel luidt hier: ‘Gedagten over gewigtige onderwerpen, die de overweging van elk burger verdienen. Als: [volgt een lijst van ca. 25 onderwerpen]’.
Het motto is ontleend aan Cicero ad Brutum, Ep. 15. Cicero geeft daarin aan zijn stem uit te brengen tegen Antonius, niet uit wraakzucht maar uit de behoefte een voorbeeld te stellen.

Boekhistorische gegevens
Het impressum op beide titelpagina’s luidt: ‘In Holland. Het Eerste Jaar der Bataafsche Vrijheid.’
De nrs. 1 en 2 kosten volgens Saakes samen 18 stuivers.

Medewerkers
In de voorrede van nr. 1 staat dat schrijver en uitgever anoniem willen blijven. Men kan zo beter onpartijdig blijven; daarnaast ‘omdat wij niet wenschen overstroomd te worden met een Zondvloed van allerleie herssenvruchten van nieuwbakkene Politiquen’ (p. iii). Een aanwijzing voor de achtergrond van de producenten van het blad is de opmerking ‘Wij zijn wel Boekverkoopers, maar Vaderlandsche mannen teffens […;] wij zullen daarom de Nos. van dit werk niet noodeloos vermenigvuldigen, noch door prullaria ten koste onzer Leezers papier vermorschen’ (p. iv).

Inhoud
De toon van het blad is vrij radicaal-democratisch, maar toch vrij intellectueel en kalm. In de eerste aflevering verzet men zich tegen de gladstrijkerij van de Amsterdamse municipaliteit, die het verleden met rust wil laten omdat alle geschillen en de onwenteling zouden geweest zijn ‘blootelijk de uitwerkzelen van eene cabaal tegen eene andere cabaal’.
Een dergelijk standpunt is een Sirenenzang, meent het Belang, en verwaarloost het principiële. ‘Uwe worstelingen waren die der deugd, tegen eene zamenzweering van alle ondeugden’ (p. 3); het gaat in wezen om een fundamentele keuze voor de oppermacht van het volk. Doen alsof voorstanders daarvan ruziezoekers zijn, is alleen een poging hen verdacht te maken als voorstanders van tirannie (als Robespierre-gezinde terroristen, bedoelt de redactie te zeggen).
In de tweede aflevering geeft de redactie aan welke onderwerpen aan de orde moeten komen binnen het nieuwe, nog chaotische staatsbestel waar insluipers met valse denkbeelden de democratie bedreigen. Daarbij horen zaken als armoede en bedelarij; de vraag wie stemgerechtigd zijn, de clubs (nuttig maar potentieel gevaarlijk).

Exemplaren
Leiden, Universiteitsbibliotheek: Thyspf 1795:vi (nr. 1); thyspf 17263 (nr. 2).

André Hanou