Boekzael der Leesgierigen (1767-1768)

Titelbeschrijving
Boekzael der Leesgierigen. Zynde een Verzameling van allerhande, zoo Ernstige als Boertige Stoffen, en Mengeldichten. Met printverbeeldingen.

Periodiciteit
Het blad is opgezet als ‘maandwerk’. De maandelijkse stukjes werden gebundeld tot ‘Afdeelingen’ en enkele afdelingen weer tot een deel.
De term maandwerk wordt gebruikt in de inleiding (gedateerd 16 december 1767) van de eerste afdeling (p. III). Hier wordt beloofd dat telkens een stukje aan het eind van de maand zal verschijnen; en dat ieder half jaar een ‘deel’ zal verschijnen met eigen titel en titelprent.
Van de periodieke verschijning getuigen ook advertenties in de Leydse Courant. Aldaar wordt op 23 december 1767 geadverteerd voor het zesde ‘Stukje’ voor de maand december 1767, waaraan de ‘Tytels en Registers’ van het eerste deel, alsmede een titelprent, zijn toegevoegd. De prijs van dit zesde stukje is 6 stuivers; deel 1 kost ƒ 1:16. Idem op 23 en 25 maart 1768: deel 2, tweede stukje, à 6 stuivers. Het derde stukje is op de pers.
Er zijn echter van het gehele werk slechts vier afdelingen bekend. Deze zijn gebundeld in twee delen, maar vreemd is dat die titelpagina’s hebben met het jaar 1774 in het impressum (zie onder). In deze twee delen zijn ingezonden teksten te vinden die gedateerd zijn in de jaren 1767 en 1768. Het jaar 1768 komt verder uitsluitend voor in de laatste afdeling van deel 2.

Bibliografische beschrijving
De afdelingen hebben eigen titelpagina’s; de twee delen in octavo (elk twee afdelingen bevattend) eveneens.
Deel 1 heeft een apart voorkatern met IV bladzijden, bevattend de titelpagina en een titelplaat (vijf heren, verzameld in een boekzaal of bibliotheek), ‘N.v.d.M[eer]j.f.’.
De eerste afdeling heeft een voorkatern van X en een tekstgedeelte van 248 pagina’s in octavo. Het voorkatern bevat een titelpagina met ‘Eerste deel. Eerste afdeling’ en fleuron; een ‘Aen den lezer’ gedagtekend 16 december 1767, waarin onder andere diegenen gedankt worden die ‘op onze uitnodiging’ ‘genegen waren ons werkje voorttezetten’. Hierop volgt een op 16 juli 1767 gedagtekende voorrede, waarin gezegd wordt dat dit ‘een nieuw maandwerkje’ is, dat geschikt is in twee afdelingen ’t welk alleen geschied om geen stuk, dat in meer dan een onzer maendelijksche Stukjes, om deszelfs grootheid, moet vervolgen, hier en daar verspreid zou worden’. Na de voorrede volgt een ‘Inhoud der eerste afdeeling’.
De tweede afdeling bevat een voorkatern van IV en een tekstgedeelte van 264 pagina’s. Het voorkatern geeft een titelpagina en een inhoudsopgave. Tegenover p. 9 een plaat van gezinsleden (?) die een overledene in zijn kamer vinden, ‘Ch. Eisen invent.’, ‘N.v.d.Meer j. fec.’.
In deel 2 bevat de eerste afdeling IV plus 258 pagina’s. In het voorwerk: titel en inhoudsopgave. Het tekstgedeelte bevat ditmaal slechts vijf langere bijdragen, waaronder ‘Beschrijving van het eiland Giphantia. Gelegen in de Zandzee, onder de Verzengde Luchtstreek’ (p. 1-152). Blijkbaar gaat het hier om de vertaling van de roman Giphantie (1760) door Charles-François Tiphaigne de la Roche.
De tweede afdeling bevat een voorkatern van IV en een tekstdeel van 232 pagina’s. In het voorwerk bevindt zich de titelpagina en een inhoudsopgave. Het tekstdeel bevat een twintigtal kortere bijdragen van zeer verschillende aard. Daarbij zijn enige fabels door Micrometus, met gravures aan het begin van die fabels (p. 99-110, 155).

Boekhistorische gegevens
Het impressum op de titelpagina’s luidt: ‘Te Leyden, Bij C. van Hoogeveen, Jun. en C. Heyligert’.
De advertentie in de Leydse Courant van 23 december 1767 kondigt het verschijnen aan van ‘de nodige Tytels en Registers voor het Eerste Deel, ’t welk nu compleet is, vercierd met een fraaye Titelplaat: de Prys van dit VIde stuk is 6 st. nog eenige compl. zoo ver dit werk uit is: à f. 1:16’. Voor deel 2, 2e stuk wordt geadverteerd op 23 maart 1768. Het is te koop à zes stuivers en deel 2, 3e stuk is reeds op de pers.
In het bestudeerde exemplaar zijn de titelpagina’s van de twee delen, anders dan de stukjes zelf, pas in 1774 verschenen, Mogelijk wilden de uitgevers restantexemplaren toen opnieuw op de markt brengen, bijvoorbeeld om te kunnen concurreren met uitgever H.H. van Drecht die in hetzelfde jaar een andere Boekzael der Leesgierigen wilde uitgeven.

Medewerkers
Het blad schijnt opgezet door een genootschap. Dat lijkt althans de fictie, maar gezien de actieve betrokkenheid van de twee uitgevers bij de Leidse genootschappen Kunst Wordt Door Arbeid Gedreven en Veniam Pro Laude, zou hier toch sprake kunnen zijn van een genootschapsblad.
In de eerste afdeling sprake van ‘ons gezelschap’ (p. 247); vgl. ook het gezelschap op de titelprent van het eerste deel (zie 3). De al dan niet vertaalde bijdragen zijn echter niet uitsluitend uit eigen kring afkomstig. In de voorrede van de eerste afdeling wordt reeds verzocht bijdragen te sturen. Die volgen dan ook. Geweigerde bijdragen worden ook vermeld; zoals het ingestuurde vertoog van ene B.H.
Andere genoemde bijdragers zijn M.G. Cambon (Margareta Geertruid vander Werken), G., mej. B., A., H., Veniam pro Laude, B.J. en V. Deze laatste is debet aan een ‘Vergelijking tusschen de treurspelen Amosis en Bion, Door J. Nomsz en F. van Steenwyk’ (deel 2, afdeling 2, p. 54-64).
Men kan vermoeden dat het gezelschap zich onledig hield met het vertalen van stukken uit een ouder, tot nu toe niet bekend blad (of uit bladen); terwijl men gaandeweg ook kon beschikken over kopij ingezonden door lieden van buiten.

Inhoud
De afleveringen beginnen met een short title waarna, zonder nummering of datering, meteen een onderwerpstitel volgt. Zij lopen nogal uiteen in opzet; alsof de idee achter het blad steeds een ander geweest is.
Zo begint de eerste afdeling met een zeer lange geschiedenis over wat de heer Sirven overkomen is, 111 pagina’s lang; terwijl daarna veel kortere teksten volgen, zoals ‘De Hoogmoed’ (p. 154-162), De Dronkenschap (p. 209-214), ‘Toevallige gedachten over de Brieven van den Heer van Voltaire, ten opzichte van de Ziel der Menschen, en Dieren; briefswyze geschreven’ (p. 172-196).
Afdeling 2 bevat vrijwel alleen korte teksten, van juist meer literaire aard; waarbij veel gedichten. Opmerkelijk is hier de brief over de ‘inënting van het verstand’, van de naar Holland komende Jani Poelpetari, zoon van de Egyptenaar Mahomet Poelpetari.

Het is moeilijk dit blad van een etiket te voorzien. De voorrede van afdeling 1 zegt dat ‘wij’ ‘altoos Ernst. Boert. Proze en Dichtkunst, eigen Vinding of Vertaaling […] dooréén [zullen] mengen. En sierlijk mogelijk’. Die afdeling bevat echter naast een lang historisch exposé vooral spectatorachtige stukken. Nadien komen veel vertalingen van literatuur voor. Hierbij valt op dat vooral Voltaire, Blin de Sainmore en Shakespeare het volle pond krijgen. Men kan een lange schets van Hamlet vinden. Er wordt echter ook het Duits vertaald (teksten van ‘van Loen’). Anderzijds komt veel materiaal uit de klassieken aan de orde. Verder zijn de imaginaire reizen en reisbeschrijvingen ruim vertegenwoordigd.
In de Leydse Courant zijn twee advertenties met inhoudsopgaven voor afleveringen van het blad te vinden. De eerste, van 23 december 1767, over:

het VIde Stukje van de Boekzaal der Leesgierigen, voor de maand December 1767, bevattende: iste Afdeeling: 1. De Dronkenschap. 2. De Heidinne of het Bedrog der Waarzeggeryen. 3. De drie Manieren. 4. Brief over den Landbouw. En 5. Bekendmaking aan den Heer B.H. IIde Afdeeling. 1. Het Weeskind, Treurspel. 2. Korte Aanmerkingen over het Engelsch Tooneel. 3. Brief aan Daphné. 4. Historie van Zuczer en Bouladabas. 5. De Zangberg in Vreugde op het Verjaarfeest van Fillis. En 6. De Paarden en Ezels of Nieuwjaarsgiften aan de Gekken.

De tweede advertentie is van 23 maart 1768 en heeft betrekking op het:

2de Deel, 2de Stuk, voor de maand February, bevattende, I. Afdeeling. Het vervolg der beschryving van het wonderlyk Eiland Giphantia. II. Afdeeling. 1. De Vergenoegzaame alleen, Dichtstuk. 2. Vergelyking tisschen de treurspelen Amosis en Beon, door de Heern J. Nomsz en F. van Steenwyk, op een onpartydige wyze beschouwd. 3. Ernstige en treffende Waarschouwing tegen de in enting der Kinderpokjes. En 4. Leven van den Heer H. Fielding, Schryver van Joseph Andriessen, Thomas Jones en andere fraaye Werken […].

Exemplaren
¶ Leiden, Universiteitsbibliotheek: 1143 H 18-19
¶ Full text deel 1 en deel 2

André Hanou