Bredasche Courant (1792-1793, 1811-1966)

Titelbeschrijving
¶ Bredasche Courant (1792-1793)
¶ Feuille d’Annonces de l’Arrondissement de Breda / Bekendmakingsblad van het Arrondissement van Breda (1811-1812)
¶ Affiches, Annonces et Avis Divers de Breda / Advertentiën, Aankondigingen en Berigten van Breda (1812-1813)
¶ Advertentie-blad van Breda (1814)
¶ Bredasche Courant (1814-1941, 1945-1966).

Periodiciteit
De geschiedenis van de Bredasche Courant is nauw verweven met de politieke situatie van de Republiek, in het bijzonder Staats-Brabant en – uiteraard – de stad Breda. 
Nr. 1 verscheen op 17 januari 1792. De frequentie was een of twee maal per week. Reeds een jaar later werd de stad belegerd door het Franse revolutionaire Armée du Nord, onder leiding van generaal Dumouriez. Op 18 februari werden de eerste vrijheidsbomen in de stad geplant, maar een week later werd de stad door de Bataafs-Franse troepen gebombardeerd. Op 27 februari 1793 hielden zij hun intocht en de Staatse troepen hun uittocht. Het Comité Batave moest een nieuw bestuur vormen, maar op 29 maart was de situatie totaal gewijzigd: de Fransen moesten zich overgeven en de Staatse troepen konden hun oude plaats weer innemen.
Vermoedelijk is de Bredasche Courant na de aftocht van de Fransen niet meer verschenen. Mogelijk vond de stedelijke overheid de courantier en zijn redacteuren, die zich naar verluidt in de krant overduidelijk pro-Frans hadden uitgelaten en zelfs het revolutionaire motto ‘Vryheid en Gelykheid’ in het titelblok hadden vermeld, onbetrouwbaar. Hoe lang de krant uit de roulatie was, is niet bekend: er zijn geen exemplaren uit deze periode bewaard gebleven.
Op 27 januari 1795, toen de Bataafse Republiek een feit was, gaf de stad zich definitief over aan de Franse ‘bevrijders’. Bij de bestuurlijke herindeling in datzelfde jaar werd een deel van de Zuidelijke Nederlanden geannexeerd, waarna onder meer het departement Twee Nethen (Département des Deux-Nèthes) werd ingesteld, met Antwerpen als hoofdstad. Breda was aanvankelijk onderdeel van het gewest Bataafs-Brabant, maar werd in 1798 toebedeeld aan het departement van de Schelde en de Maas, dat tot 1801 bestond. De departementale hoofdstad was Middelburg. In 1801 trad het Staatsbewind aan, dat dit departement ophief en de oude gewestelijke grenzen in ere herstelde. Breda viel vanaf 1802 onder het departement Bataafs-Brabant, met ’s-Hertogenbosch als hoofdstad. Ten tijde van het Koninkrijk Holland maakte Breda deel uit van het departement Brabant. Op 16 maart 1810 werd het arrondissement Breda, dat sinds 1807 deel uitmaakte van dit departement, ingelijfd bij het Eerste Franse Keizerrijk en als arrondissement toegevoegd aan het departement Twee Nethen. 
Overeenkomstig de napoleontische perswetgeving moesten kranten tweetalig verschijnen. Vanaf 9 april 1811 mocht in ieder departement nog maar één nieuwsblad (‘feuille politique’) verschijnen. Dit keizerlijk decreet werd niet in alle departementen in hetzelfde tempo tot uitvoering gebracht. Een tweede decreet verruimde in zekere zin het mediabeleid, met als gevolg dat er per departement ook (maximaal) vier advertentie- of mededelingenbladen mochten verschijnen. Zo kreeg het departement Twee Nethen een eigen Journal du Département des Deux Nèthes, dat van juli 1812 t/m 3 november 1815 in Antwerpen verscheen. Het arrondissement Breda kreeg een eigen tweetalig advertentie- en mededelingenblad: het Feuille d’Annonces de l’Arrondissement de Breda / Bekendmakingsblad van het Arrondissement van Breda. Dit verscheen van 30 november 1811 t/m 18 januari 1812. Daarna wijzigde de titel zich in Affiches, Annonces et Avis Divers de Breda / Advertentiën, Aankondigingen en Berigten van Breda, verschenen van 25 januari 1812 t/m 4 december 1813.
Met het einde van de Franse tijd in zicht werd aan de tweetalige opzet een einde gemaakt in het Advertentie-blad van Breda, waarvan nr. 1 verscheen op 4 januari 1814. Of het blad al eerder was verschenen en of er nog meer afleveringen na deze datum van de pers kwamen, is onbekend. Feit is dat de Bredasche Courant vanaf 22 januari 1814 weer in de winkels lag. Deze datum kan worden gereconstrueerd uit het gegeven dat nr. 15 van deze titel dateert van 30 april 1814 en alle daarop volgende nummers op zaterdag uitkwamen. De frequentie was dus eenmaal per week. 
Pas met ingang van woensdag 5 augustus 1829 werd de frequentie opgevoerd tot tweemaal per week en vanaf 1913 verscheen de krant dagelijks. Op bevel van de Duitsers werd het blad in 1941 opgeheven. Na de bevrijding verscheen de Bredasche Courant, nu nauw verbonden met het Rotterdams Nieuwsblad, weer onder eigen naam. In 1966 werd er een punt achter gezet.

Bibliografische beschrijving
Als titelvignet fungeert het wapen van Breda. Het wapenschild bevat drie Andrieskruizen en wordt aan weerszijden gestut door klimmende leeuwen. Achter het schild bevindt zich een gevleugelde engel, die symbool staat voor hemelse bescherming van de stad. Al in 1793 voerde de krant als motto ‘Vryheid en Gelykheid’ en de vermelding ‘Het eerste jaar der Bataafsche vrijheid’.
In de Franse tijd blijft dit titelvignet achterwege, maar het keert terug in 1814. 

In alle gevallen is de tekst opgemaakt in twee kolommen, met een doorloop in de marge voor onder meer de advertenties.

Boekhistorische gegevens
Op 29 december 1791 kreeg de protestantse Willem van Bergen (1764-1818), gevestigd aan de Grote Markt te Breda, toestemming van de stedelijke magistraat en prins Willem V, als heer en baron van Breda, om een krant uit te geven. Getuige de vermeldingen in de STCN was hij al vanaf 1778 in zijn geboorteplaats actief als boekverkoper, mogelijk ook al als drukker. Op 10 mei 1790 was hij aldaar getrouwd met Nanta van der Sande. In 1815 associeerde hij zich onder de firmanaam ‘W. van Bergen en Comp.’ met F.B. Hollingérus Pijpers, die na Van Bergens overlijden de zaak voortzette.
Tijdens de komst van het Bataafs-Franse revolutionaire Armée du Nord en de Franse bezetting in 1793 liet Van Bergen een pro-Frans geluid horen, wat hem na het vertrek van de Fransen niet in dank werd afgenomen. Hij moest verschijnen voor een onderzoekscommissie, maar wist de commissieleden ervan te overtuigen dat hij gedwongen was geweest de publicaties van de revolutionairen in de Bredasche Courant op te nemen. Wellicht liet hij om zijn verweer kracht bij te zetten de volgende advertenties plaatsen in de Utrechtsche Courant van 29 april 1793:

COPIE VAN DE BREDASCHE COURANT VAN DEN 5. MAART 1793.
Met de Fransche Spreuk
 Vryheid en Gelykheid, het eerste Jaar der Bataafsche Vryheid. Bewaart dit Stuk Nederlander, ten bewys dat de Franschen de valsche Vryheid hebben willen planten in Nederland, De Prys is 1½ St.

Op 15 mei 1793 adverteert Van Bergen voor het nummer van 8 maart 1793, waarin men vinden kan ‘alle NAMEN die den 6. Maart tot REPRESENTANTEN zyn gekoosen. – En by dezelve is gevoegd een echte LYST van het LEGIOEN BATAVEN, Garnisoen houdende in de Stad BREDA en GEERTRUYDENBERG’.
Het onderzoek naar de politieke integriteit van Van Bergen leidde tot vrijspraak. Maar een jaar later gaf hij opnieuw blijk van zijn politieke voorkeur. In 1794 startte hij samen Willem Carel Pieter van Riemsdijk en Steven van Bronkhorst uit Bergen op Zoom het Nuttig en Vermaaklyk Weekblad voor Burgers en Landlieden (1794-1795). In september 1795 kreeg hij samen met Van Riemsdijk en Van Bronkhorst, en met Servaas van de Graaff uit Dordrecht, toestemming van de Provisionele Representanten voor de uitgave van de Courier van Bataafsch-Braband (1795-1796)
Vanaf 1811 staat in de tweetalige opvolgers van de Bredasche Courant weer de naam van Van Bergen in het impressum: ‘De l’imprimerie de W. van Bergen’.

Medewerkers
Redacteur van de krant was Abraham MULLER VAN DEN BOS (±1744-1824), die in 1790 als klerk aan het Hof van Holland in Den Haag schuldig was bevonden aan financiële malversaties. Nadat hij voor twaalf jaar verbannen werd uit Holland, Zeeland en Utrecht, vestigde hij zich in Breda. Everard (2001) meldt dat hij in 1793 als schrijver van de Bredasche Courant de kant van de Bataafsche Vrijheid had gekozen. Net als Van Bergen werd ook hij wegens heulen met de vijand gehoord. Vervolgd werd hij niet maar politieke tegenstanders, aldus Everard, ‘drongen kort daarop wel zijn huis binnen om daar de boel kort en klein te slaan’.
Muller van den Bos werd in zijn redactionele werk bijgestaan door zijn echtgenote, Maria VAN DEN BROEK/BROECK (geb. 1761). Als animeermeisje werkte ze ooit in een Amsterdams speelhuis, waar Abraham Muller van den Bos haar omstreeks 1786 had vrijgekocht.
In 1795 lijken de wegen van beide echtelieden van elkaar te zijn gescheiden, aldus Everard (2001). Abraham Muller van den Bos maakte elders in Brabant bestuurlijke carrière – we komen hem in 1811 tegen als substituut-secretaris van Roosendaal – terwijl Maria van den Broek naar Amsterdam vertrok. Direct na de Bataafse Revolutie, op 21 januari 1795, vroeg zij aan het Comité Revolutionair van Amsterdam ‘om Vryheid tot het schryven der Courant’. Een paar dagen later richtte ze zich opnieuw tot het comité, dat haar te verstaan gaf dat er nu overal vrijheid van drukpers was, dat ze dus vrij was om een krant te beginnen en dat ze het beste naar Breda kon gaan, ‘alwaar zy te vooren de Courant geschreeven had’. In 1801 verscheen in Amsterdam nog een vertaling uit het Duits van haar hand: het toneelstuk De Advokaaten van A.W. Iffland (herdr. 1809). Wat er nadien van haar is geworden, is niet bekend.

Inhoud
In 1793 publiceerde de krant over verrichtingen van de moedige Franse soldaten en fungeerde als communicatief doorgeefluik voor de Franse militaire autoriteiten en het Comité Batave. Uit de samenwerking met notoire radicale patriotten blijkt waarnaar de sympathieën van de courantier uitgingen.
De tweetalige advertentiebladen bevatten officiële bekendmakingen van de prefectuur van het departement van de Twee Nethen, de onderprefectuur van Breda, het stadsbestuur van Breda (onder andere de burgerlijke stand), soms ook bekendmakingen van de centrale overheid, alsmede gegevens over effecten, advertenties, mededelingen over verhuringen, verpachtingen, verkopingen, marktprijzen van allerlei goederen, faillissementen etc.
Het arrondissement Breda verviel op 11 april 1814. Op die datum verscheen tevens een Extra Bredasche Courant, met als heugelijke mededeling dat Napoleon afstand heeft gedaan van zijn ‘keizerlijke waardigheid’ en dat Lodewijk XVIII in Parijs is uitgeroepen tot koning van Frankrijk. Ook in de jaren daarna verschenen bij bijzondere gelegenheden extra afleveringen.
De Bredasche Courant ontwikkelde zich in de negentiende eeuw tot een krant met een uitgesproken protestants karakter in het katholieke Noord-Brabant. 

Relatie tot andere periodieken
Binnen het departement Twee Nethen verscheen het Franstalige Journal du Département des Deux Nèthes (1812-1815) en – vermoedelijk per arrondissement één – enkele advertentie- en mededelingenbladen. Er waren vier arrondissementen: Breda, Antwerpen, Mechelen en Turnhout.
Hoe het departementale medialandschap eruit zag is niet geheel duidelijk. In Breda was het advertentie- en mededelingenblad tweetalig: Feuille d’Annonces de l’Arrondissement de Breda / Bekendmakingsblad van het Arrondissement van Breda (1811-1812), gevolgd door Affiches, Annonces et Avis Divers de Breda / Advertentiën, Aankondigingen en Berigten van Breda (1812-1813). Tweetalig was ook het advertentie- en mededelingenblad van het arrondissement Mechelen. Daar verschenen het Aenkondigings-Blad voor het Arrondissement van Mechelen, ende omliggende Plaetsen / Feuille d’Annonces pour l’Arrondissement de Malines, et Places Circonvoisines Mechelen (1811) en het Aenkondigings-Blad voor het Arrondissement van Mechelen / Feuille d’Annonces pour l’Arrondissement de Malines (1811-1812).
In het arrondissement Antwerpen verscheen het Franstalige Feuille d’Affiches, Annonces et Avis Divers de la Ville d’Anvers, chef-lieu du département des Deux-Nèthes (1812-1814). Voor het arrondissement Turnhout is geen eigen advertentie- en mededelingenblad bekend.

Exemplaren
¶ ‘s-Hertogenbosch, Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
¶ Amsterdam, Instituut voor Internationale Geschiedenis (IISG): NIBG (Perscollectie) PM 5274 (Advertentieblad Breda nr. 1, 4-1-1814)
¶ Full text 1814-1966 

Bronnen
¶ De voornaamste en minstbekende bijzonderheden, voorgevallen geduurende de belegering, inneming en herneming der stad Breda, in den jaare 1793, benevens de nodige bijlagen, in welke verscheiden belangrijke en onbekende stukken voorkomen (Bergen op Zoom etc. 1793), p. 112, 128-132 
¶ Handelingen van het Committé Revolutionair in Amsteldam, deel 1 (Amsterdam, Dirk Meland Langeveld [1795]), p. 285 en 291. 

Literatuur
¶ R.N.H. Boerma, A.G.J.M. Borms, A.K.L. Thijs et al., Kinderprenten volksprenten centsprenten schoolprenten. Populaire grafiek 1650-1950 (Nijmegen 2014), p. 143 en 719; vgl. lemma ‘W. van Bergen en W. van Bergen & Co te Breda’, op website Kind en papier (geraadpleegd 20-3-2021)
¶ Myriam Everard, ‘In en om de (Nieuwe) Bataafsche Vrouwe Courant. Het aandeel van vrouwen in een revolutionaire politieke cultuur’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 24 (2001), p. 67-86 
¶ A.W.M. Bogers, ‘Een democratisch blad. De Courier van Bataafsch Braband (1795-1796)’, in: Jaarboek De Oranjeboom 44 (1991) p. 89-109
¶ H. de Borger, Bijdrage tot de geschiedenis van de Antwerpse pers. Repertorium 1794-1914 (Leuven 1968)
¶ F.A. Brekelmans, Twee eeuwen Broese. Gedenkboek bij het 200-jarig bestaan van de Koninklijke Drukkerij Broese en Peereboom BV te Breda 1784-1984 (Breda 1984)
¶ Anton van Oirschot, De kranten in Brabant (z.p. 1963)
¶ A. Hallema, ‘Drukkers en uitgevers te Breda tot ongeveer het midden der 19de eeuw. Belangrijke fondsen van Bredase uitgevers’, in: Jaarboek De Oranjeboom 4 (1951), p. 131-172 
¶ A. Hallema, ‘Drukkers en uitgevers te Breda tot de aanvang der 19de eeuw’, in: Jaarboek De Oranjeboom 3 (1950), p. 82-120 
¶ J.G. Kramer, De adjudant van generaal Daendels (Alkmaar [1904]), p. 108
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘Het Algemeen Handelsblad, van 1822 tot 1865’, in: Nagelaten geschriften van Mr. W.P. Sautijn Kluit (Amsterdam 1896), p. 5-86, aldaar p. 29
¶ A.C. Kruseman, De Fransche wetten op de Hollandsche drukpers 1806 tot 1814 (Amsterdam 1889), p. 191 e.v. 

Rietje van Vliet