Burgervriend (1785-1786)

Titelbeschrijving
De Burgervriend.

Periodiciteit
Voor de nrs. 1 en 2 van dit weekblad wordt geadverteerd in de Rotterdamse Courant van 15 december 1785. Het blad moet daarom begin december voor het eerst in de winkel hebben gelegen. Er zijn voor zover bekend 11 nrs. verschenen.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering telt 8 pagina’s in octavo. Het titelblok bevat slechts volgnummer en titel, in de nrs. 1-4 gevolgd door een toepasselijk citaat.

Boekhistorische gegevens
Aan het einde van nr. 3 maakt de uitgever zich bekend: J.P. Kraefft, te Rotterdam. Het blad is ook verkrijgbaar bij zijn ‘Correspondenten in de Buytensteden’. In genoemde advertentie worden deze verkoopadressen genoemd: 

Briel Verhell; ’s Hage d’Agé, Wed. Vermeulen, van Drecht, in de kleine Raam en Gautier; Leiden Perk; Amsterdam Elwe, Arends, van Vliet en Wed. van Egmond; Utrecht Otterloo en van Rossum; Dordrecht van Braam en Wanner; Delft Poolman en verders alom.

Prijs per aflevering: 1½ stuiver.

Medewerkers
Het blad is anoniem uitgegeven maar wordt algemeen toegeschreven aan Jan Hubert VAN SLYPE (1732-1791). De toeschrijving is gebaseerd op de nrs. 4-11 waarin het Omstandig bericht van het geene den ondergeteekende mr. J.H. van Slype, vice-hoofd-schout van wegens hun Hoog Mogende, binnen hunne stad Maastricht is wedervaaren (1785) in zijn geheel wordt geciteerd. 
Of de voorgaande afleveringen ook van hem zijn, is niet bekend. Wel of niet Van Slype: de anonieme auteur van de eerste afleveringen lijkt aanvankelijk andere plannen te hebben gehad met de Burgervriend. Aan het einde van nr. 1 roept hij namelijk belangstellenden op om hun bijdragen franco toe te sturen naar de uitgever. ‘Zullende hij daar van dat gebruik maken het welk met het Plan, dat hij zich heeft voorgesteld, overeenkomt’. De enige ingezonden bijdrage is het genoemde Omstandig bericht.
Van Slype (Slijpe) was vice-hoogschout van Maastricht en onderhield nauwe banden met de hertog van Brunswijk, die na zijn ontslag als adviseur van Willem V in oktober 1784 enige tijd in het nabijgelegen Aken woonde. Van Slype werd er in maart 1785 van beschuldigd dat hij met de hertog een geheime correspondentie onderhield met de bedoeling Maastricht uit te leveren aan keizer Jozef van Oostenrijk. Van Slype werd achter slot en grendel gezet terwijl de advocaat-fiscaal van de Generaliteit, Van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh, een onderzoek naar hem instelde.
Toen dit onderzoek niet het gewenste resultaat opleverde, werd Van Slype in april 1785 in vrijheid gesteld. Om zijn goede naam in ere te herstellen schreef hij zijn Omstandig bericht, een uitgave in folioformaat, waarvoor geadverteerd wordt in de Rotterdamse Courant van 13 december 1785. Tullingh bleef echter op zoek naar bewijzen. Na het herstel van de macht van Oranje stelde Van Slype alles in het werk om verhaal te halen.

Inhoud
In nr. 1 zegt de auteur zijn lezers ‘bezaadigd en vreedenlievend te zullen onderhouden over onderwerpen, die niets anders zullen bedoelen dan de verloorene rust en eensgezindheid in ons Nederland te doen herleven’. Onderwerpen die hij aansnijdt, zijn vrijheid, het vaderland en de positie van de overheid. Ook de vrijheid van meningsuiting in relatie tot de periodieke pers komt ter sprake (nr. 2). Nr. 3 bevat de integrale tekst van een memorie van de Pruisische ambassadeur in Den Haag, Von Thulemeier, over het belang van de vriendschap van de Pruisische vorst met de Republiek. ‘Zijne Majest. hernieuwt aan H.H.M. on hoedaanigheid van Nabuur en op de allersterkste wijze, de verzeekering van de onzijdigheid zijner tusschenkomst’ (p. 24). 
Verreweg het merendeel van de Burgervriend wordt in beslag genomen door het verweer van Van Slype tegen de beschuldigingen dat hij met Van Brunswijk zou hebben samengespannen om Maastricht over te leveren aan Oostenrijk. 

Relatie tot andere periodieken
De auteur van de Burgervriend is erg gebeten op de Post van den Neder-Rhijn (1781-1787), getuige de kritiek die hij in nr. 2 op dit lasterschrift geeft. 
Niet te verwarren met de patriotse Burgervriend die in 1787 werd uitgegeven.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 591 K 41
¶ Full text

Literatuur
¶ Frans Gerards, ‘Mr. Willem Hendrik van Panhuys (1734-1808). Portret van een Staatse overheidsdienaar in het laatste kwart van de 18eeeuw’, in: Het Land van Herle 54 (2004), nr. 3, p. 79-88
¶ M.G. Spiertz, Maastricht in het vierde kwart van de achttiende eeuwKerkelijkepolitieke en sociale verhoudingen 1775-1801 (Assen 1964).

Rietje van Vliet