Catern uit mijn Zakboek (1791-1792)

Titelbeschrijving
Catern uit mijn Zakboek, of Aanteekeningen van een Burger aan de Grenzen van Holland.
Bij nr. 1 vervolgt de ondertitel met: ‘handelende over Frankrijk, Engeland, Duitschland, de Slavenhandel, enz.
De ondertitel van nr. 3 vervolgt, blijkens Saakes’ Naamlijst, als ‘behelzende het vervolg der Levensbeschrijving van den berugten Graaf Cagliostro, als mede een zeer uitvoerige Schets van de geheele Pruissischen Staat.

Periodiciteit
Er zijn van deze periodiek tenminste drie ‘caternen’ (afleveringen) verschenen. Saakes meldt in zijn Naamlijst van september 1791 het verschijnen van het eerste (p. 169), in december 1791 het verschijnen van het tweede (p. 145) en in april 1792 het verschijnen van het derde Catern (p. 201). De twee eerste afleveringen kostten elf, de derde negen stuivers.
De bedoeling van de auteur was, blijkens zijn voorbericht in nr. 2, om bij goede afzet te zullen ‘voordgaan, en om de twee of drie maanden met een Stukje [te] vervolgen’.
Van de wel verschenen derde aflevering is geen exemplaar gevonden. De bespreker in de Letteroefeningen achtte het iets onbenulligs (1792, Mengelwerk, p. 201).

Bibliografische beschrijving
Het Eerste Catern bevat II (titelpagina), 2 (voorbericht) en 56 pagina’s in octavo. Het Tweede Catern bevat IV (titelpagina en voorbericht) en 56 pagina’s.

Boekhistorische gegevens
Het adres op de titelpagina van zowel het eerste als het tweede catern: ‘Te Rotterdam, by Nicolaas Cornel, Drukker en Boekverkooper, op de Meent, op den hoek van de 2de Lomberdstraat’.

Medewerkers
Het auteurschap is wel toegeschreven aan Petrus DE WACKER VAN ZON (1758-1818), maar de toeschrijver staat daar niet langer achter, blijkens mondelinge mededeling. De Wacker van Zon was één van de bekendste satirische en humoristische schrijvers van zijn tijd. In de periode dat Catern uit mijn Zakboek verscheen, was hij een van de patriotse vluchtelingen. Hij verbleef vermoedelijk in de buurt van Antwerpen. Later zou hij vele uitstekende romans schrijven onder het pseudoniem Bruno Daalberg.
In zijn voorbericht bij het tweede catern meldt de schrijver dat delen van de tekst, zoals dat ook in het eerste catern het geval was, soms vertalingen zijn of stukjes uit het werk van Nederlandse schrijvers bevatten.

Inhoud
Blijkens de voorberichten was het doel interessante werken te bespreken waarvan de schrijver gedurende zijn leven uittreksel of aantekeningen had gemaakt; ‘verzeld met Politieke, Historieele, Geographische en Zedekundige aanmerkingen’. Dat alles moest dienen tot bloei en welvaart van het vaderland. Er zou geen vaste volgorde te vinden zijn. De losse stukjes binnen de caternen zouden gerangschikt worden onder een trefwoord (de land, stad of zaak waarop het stukje betrekking had).
Het eerste catern bevat vijf stukken: 1. ‘Vrankryk’ (over de verkwistingen van het vroegere hof, in het bijzonder die door madame de Pompadour; over de voor- en nadelen van de huidige constitutie; over de aanhang van het ancien régime). 2. ‘De slaavenhandel’ (afschaffen). 3. ‘Noord-Amerika’ (schulden en inkomsten, per stad en staat). 4. ‘De Vereenigde Nederlanden’ (de oorspronkelijke toestand van de kust). 5. ‘Engeland’ (economische gegevens).
Het tweede catern bevat zes stukken: 1. [zonder titel:] Over de tegenwoordige interesse in de zeden en gewoonten van vreemde volken. 2. ‘Engeland’ (vooral over de massa clubs en sociëteiten in dat land, en over de alomtegenwoordige vrijmetselarij). 3. ‘Ierland’ (demografie, handel, eigenaardigheden). 4. ‘Frankryk’ (weinig méér dan een lijst van de nieuwe departementen). 5. ‘Oostenryk’ (de rijksdelen, economie, universiteiten, wetenschap). 5. ‘Levensbeschryving’ (begin van het leven van Cagliostro).

Exemplaar
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 893 B 61 (nr. 1)
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: O 61-2497 (nr. 2).

Literatuur
Pieter van Wissing, ‘“Heethoofdige en speculateur”. Petrus de Wacker van Zon (1758-1818)’, in: Documentatieblad Achttiende Eeuw 24 (1992) 2, p. 175-199.

André Hanou/Pieter van Wissing