Chemische Oefeningen (1784-1788)

Titelbeschrijving
Chemische Oefeningen, voor de beminnaars der scheikunst in ’t algemeen en de Apothekers, Fabriekanten en Trafiekanten in ’t bijzonder: door P.J. Kasteleijn, Apotheker en Chimist te Amsteldam, en lid van het Provinciale Utregtsche Genootschap van Kunsten en Weetenschappen.

Periodiciteit
Het tijdschrift is gebundeld in drie delen die op hun titelpagina’s de jaartallen 1785, 1786 resp. 1788 dragen.
Uit de recensie in de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen van 1785 is op te maken dat het eerste nummer (‘stukje’) reeds in 1784 is verschenen (p. 155-157). De schrijver bekent in het ‘Voorbericht’ van deel 3 dat hij van plan was geweest reeds na deel 2 te stoppen, ‘maar de bijzondere en openbaare getuigenissen van oordeelkundigen’ waren dusdanig groot dat hij toch weer de pen ter hand had genomen.

Bibliografische beschrijving
In groot octavo. De afleveringen hebben in het titelblok slechts de verkorte titel, maar datering en volgnummers ontbreken. Op grond van de inhoud der drie delen is het moeilijk te achterhalen hoe groot de afleveringen zijn geweest; de indruk is meer die van een essaybundel.
Advertenties en reacties van tijdgenoten bevestigen echter dat het een periodiek verschijnend tijdschrift is (zie ook het ‘Voorbericht’ in deel 2). Zo kan uit genoemde recensie in de Vaderlandsche Letteroefeningen de samenstelling van het eerste nummer worden gereconstrueerd. Door de beschrijving van de 88 pagina’s te vergelijken met het bestudeerde exemplaar blijkt dat die aflevering bestond uit vier rubrieken (‘afdeelingen’), elk met een eigen doorlopende paginering en elk met een eigen titelblok. Aan de binder de opgave om aan het einde van een jaargang de afleveringen opnieuw, maar nu per afdeling, te rangschikken. Hierdoor zijn alleen de afdelingen als zodanig nog herkenbaar, vooral dankzij hun aparte pagina met french title. Het gevolg van dit alles is dat er binnen één afdeling meerdere pagina’s met een verkorte titel te vinden zijn.
Ieder deel heeft voor elke afdeling een aparte bladwijzer.

Boekhistorische gegevens
Het impressum op de titelpagina geeft: ‘Te Amsteldam, Bij A.J. van Toll’.

Medewerkers
Petrus Johannes KASTELEIJN (1746-1794) was apotheker te Amsterdam. Hij schreef ook letterkundig werk en was lid van diverse genootschappen. Kasteleijn had een groot aantal verhandelingen die in de Chemische Oefeningen zijn opgenomen, al klaarliggen.
Bijdragen van derden waren welkom (deel 1, ‘Voorbericht’). Th.P. SCHONCK (1736-1812), apotheker te Amsterdam, gaf hieraan gehoor middels zijn bijdrage in deel 1 over de bereidingswijze van het conserveringsmiddel benzoëzuur (flores benzoin). Kasteleijn had samen met Schonck een bijdrage geschreven voor de Verhandelingen van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap (deel 4). Van dit genootschap waren zij beiden lid.

Inhoud
De Chemische Oefeningen is het eerste scheikundig vaktijdschrift in Nederland. Kasteleijn had het plan opgevat om met een tijdschrift te beginnen toen hij bezig was met zijn antwoord op een prijsvraag van het Proviciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen: ‘Welke zijn de eigenlijke oorzaken, waarom de scheikunde bij onze nabuuren, en vooral bij de Duitschers, in meer aanzien en algemeene oefening is, dan in ons Vaderland?’ Wellicht was hij geïnspireerd geraakt door het blad Chymischen Versuche van Johann Friedrich Meyer, waarvan hij in 1776 een vertaling had gegeven.
De afleveringen bestaan uit vier rubrieken. De eerste rubriek gaat over ‘Chemische Bewerkingen voor de Pharmacie’. De verhandelingen zijn in vergelijking met die uit andere rubrieken het meest omvangrijk. Zo is voor het onderwerp Seignettezout (het kaliumnatriumzout van wijnsteenzuur) veel ruimte gereserveerd (deel 1). De ‘fabriekmaatige bereiding’ van ammoniakzout krijgt eveneens veel pagina’s toebedeeld (deel 2). Ook andere farmaceutische ingrediënten komen in deze rubriek aan de orde.
De tweede rubriek heeft als titel ‘Beproevingen wegens de echtheid of vervalsching eeniger Natuurlijke Ligchaamen en Scheikundige Praeparaaten’. Met onderwerpen als valse en echte edelstenen (deel 2) en methoden om goud te onderzoeken op vervalsing door platina (deel 3).
De derde rubriek is getiteld ‘Chemische Bewerkingen, voor de Oeconomie, Fabrieken, en Trafieken’. Hierin treft men aan allerlei receptuur voor de bereiding van grondstoffen (onder andere kleur-, verf- en inktstoffen), maar ook overdenkingen over grondsoorten in relatie tot mestmiddelen en land- en tuinbouw. Ook bevat de rubriek een opgave van internationale vakliteratuur waarin een verbinding wordt gelegd tussen landbouw, natuur- en scheikunde.
De vierde rubriek heet ‘Nieuwste Ontdekkingen en Verbeteringen in de Chemie’ en bevat zeer beknopte berichten over scheikundige waarnemingen en uitvindingen. Zo staat hier een ‘Bewijs van de overeenkomst der ontvlambaare lucht, en het phlogiston’ (deel 1), een actueel onderwerp waaraan indertijd vele internationale bladen aandacht besteedden en dat binnen deze afdeling verschillende keren aan de orde is geweest. Nog in 1791 twijfelde Kasteleijn aan de flogistontheorie, maar aanhanger van de nieuwe opvattingen was hij nog niet.

Het beredeneerde voorschrift in deel 1 ter bereiding van het Sal sedativum Hombergii (acidum boricum) werd gerecenseerd in de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen van 1785 (p. 155). De recensent werd daarop door Kasteleijn getrakteerd op een zeer uitgebreide ‘Nadere beschouwing’ in de vorm van een openbare brief. Met verschillende proefnemingen, alle beschreven, wordt de kritiek weerlegd. Ditzelfde overkwam de scheikundige Anthoni Lauwerenburgh, die in de Letteroefeningen van 1785 (p. 282) kritiek had geleverd op Kasteleijns beschouwing over Hoffmans druppels (liquor anodynus mineralis Hoffmanni) en wijnolie (oleum vini). Lauwerenburgh reageerde in de Letteroefeningen 7 (p. 463), waarop Kasteleijn weer het woord nam in zijn Chemische Oefeningen (deel 1).
Kasteleijn geeft er blijk van zijn vakliteratuur goed te kennen. Hij neemt allerlei proeven om zijn werkwijze te valideren en schrijft levendig. De ingezonden brieven en zijn reacties hierop vergroten de afwisseling en daarmee de leesbaarheid van het blad. De grote waardering voor Kasteleijn blijkt onder meer uit de advertentie in de Leydse Courant van 18 augustus 1786 waarin de Leidse uitgever Gryp vol trots meldt dat er in de Chemische Oefeningen (deel 2) een lovende bespreking had gestaan van zijn uitgave Dispensatorium pharmaceuticum Viennense.

Relatie tot andere periodieken
De eerste twee afleveringen van deel 1 zijn herdrukt (Leydse Courant 21 december 1785).
Kasteleijn zette zijn blad in 1792 voort als Chemische en Physische Oefeningen (1792-1797).

Exemplaren
¶ Gent, Universiteitsbibliotheek: BIB.PHYSCHIM.000402.
¶ Full text deel 1deel 2 en deel 3

Literatuur
¶ L. Roberts, ‘P. J. Kasteleyn and the “Oeconomics” of Dutch Chemistry’, in: Ambix 53 (2006) 3, p. 255-272
¶ A.J.-J. Vandevelde, ‘Bijdrage tot de studie der werken van den apotheker Petrus Johannes Kasteleyn (1746-1794), in: Verslagen en Mededelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1926
¶ H.P.M. van der Horn van den Bos, ‘P.J. Kasteleyn (1746-1794). Een Amsterdams chemicus uit het laatste kwart der 18e eeuw’, in: Chemisch Weekblad 11 (1914) p. 7-26.

Rietje van Vliet