Correspondent (1763-1765)

Titelbeschrijving
De Correspondent, Handelende over de Aanmerkwaardigste Gebeurtenissen, Brandstichting, Smeekbrieven, enz. en wel voornaamlijk over de Heilige Schriftuur, Den Mensch, de ware Godsdienst, het Huwelijk, de natuur der Engelen, de opvoeding der Kinderen en Het Onderwys der Scholieren; Beneffens een Vertoog van de Vorstelyke Stadhouders en Hoog Aanzienlyke Regeringen onzer Vrye Republyk.

Periodiciteit
Het blad bestaat uit ten minste 16 afleveringen, waarvan blijkens de eigen titelpagina’s nr. 2 reeds in 1763 verscheen (en dus ook nr. 1), de nrs. 3 t/m 12 in 1764, en de rest in 1765.

Bibliografische beschrijving
Elke aflevering bevat 16 pagina’s in octavo, zodat het geheel 256 doorgenummerde bladzijden heeft. Daarnaast is er een voorwerk van VIII pagina’s (niet geheel duidelijk: in het bestudeerde exemplaar is een aantal pagina’s is weggesneden). Dit voorwerk bevat de titelpagina van het geheel, een ‘Aan den Bescheide Lezer’ (over deze voorrede), en een ‘Aanwyzer van koninkryken, landen, steden, en handel-plaatsen’.


De afleveringen hebben elk eigen titelpagina’s, met opgave van de daarin behandelde onderwerpen en een wijzigend impressum.

Boekhistorische gegevens
Het impressum is volgens titelpagina van het geheel: ‘Gedrukt te Leyde voor den Autheur By Willem de Groot, Boekdrukker by ’t Academie 1765’.
In de loop van het werk vinden we op p. 50 plots een ‘Bericht’ (niet als colofon, maar als bladvulling binnen de tekst) waarin men verneemt dat deze aflevering voor 2 stuivers verkrijgbaar is te Amsterdam, wed. Joly; Haarlem, Hendrik Bohn; Leiden, wed. Honkoop; Den Haag, Johan Thierry; Delft, Graawenhaan; Rotterdam, Dirk Vis Junior; Gouda, Staal; Utrecht, Van Otterloo en Haanebrink; Dordrecht, Wittig (zie ook de advertentie in de Leydse Courant van 25 mei 1764).

Inhoud
In de Voorrede van deel 1, ‘waar van een seer klein getal nu gedrukt’ is, wordt het voornemen gemeld een vervolg te geven, dat ‘kortbondig’ zal

bevatten fraaije Akademische Vrye Konsten, Natuur- en Heelkundige Annotatien’ alsmede juridische, notariële en militaire zaken. Bovendien zal het ook nog eens gaan over negotie, handwerken, enzovoorts; lees dus ‘dese korte Schetsen en Vertoogen.

Dit werk is een hutspot. De onderwerpen die op de titelpagina vermeld staan, komen doorgaans wel voor maar niet in de mate zoals gesuggereerd. De afleveringen zijn naar de vorm opgebouwd uit korte paragrafen die dikwijls, maar lang niet altijd, over één onderwerp gaan.
Vaak wordt gebruik gemaakt van een type tekstopbouw waarbij achter elkaar lemmata als uit een encyclopedie worden gegeven. Daarbij is het onduidelijk of de daarin gegeven weetjes een bewerking zijn van teksten elders, of door de schrijver zelf verzamelde en bij elkaar gezette merkwaardigheden zijn. Het is vaak nóg minder duidelijk wat deze schoolmeesterskennis (want meer dan dat is het niet) te maken heeft met het onderwerp van de paragraaf.
Aldus neemt de lezer kennis van een menigte feiten (?) rond vorstenhuizen, androgynie, oudheden, religie, volken en een honderdtal andere zaken. Een opvallend iets: lijstjes, waarop deze auteur verzot is en die voor de tijdgenoot wellicht inderdaad nuttig geweest zijn. We vinden naamrollen van goede kasteleins, goede logementen, goede kostschoolhouders.
Het is te begrijpen dat dit tijdschrift is gedrukt op kosten van de auteur; want het is moeilijk in te zien dat er vele lezers zullen zijn geweest die periodiek geld zullen hebben willen betalen voor deze hoofdpijnverwekkende chaos.

Exemplaren
STCN 297296183

André Hanou