Critique en Politique Brieven (1729-1730)

Titelbeschrijving
Critique en Politique Brieven, Verhandelende Den Tegenwoordigen Staat van gantsch Europa. 

Periodiciteit
Voor het maartnummer wordt geadverteerd in de Amsterdamse Courant van 5 april 1729. Op 30 september 1730 wordt daar geadverteerd voor het septembernummer van 1730.

Bibliografische beschrijving
480 doorgepagineerde bladzijden in octavo, zonder voorwerk. De omvang van de maandafleveringen varieert nauwelijks: 78-82 pagina’s.
Elke aflevering heeft een eigen titelpagina. Vervolgens opent de tekst met short title en maandaanduiding. Daarna volgt onmiddellijk het nieuws. In vier gevallen echter wordt de versozijde van de titelpagina benut voor ‘Boek Nieuws’ met informatie over uitgaven van de firma Van Egmont (p. 162, 242, 322, 400).

Boekhistorische gegevens
Op de titelpagina’s staat vermeld: ‘T’Amsterdam, By de Wed: Jacobus van Egmont Papier en Boekverkoopster, op de Reguliers Breestraat in de Nieuwe Drukkery’.
In de Leydse Courant van 8 juli 1729 staan de volgende verkoopadressen vermeld:

te Haarlem by Manshoorn, Leyden van Abkoude, ’s Hage van Zanten, Rotterdam Brugmans, Dord Walpot, Utrecht Broedelet, Alkmaar van Beyeren, Hoorn Beukelman, te Zaardam Ekkelboom, en te Sneek by van Byma.

Prijs per aflevering: 4 stuivers.

Medewerkers
Het blad is, aldus de titelpagina, geschreven door Simon VAN LEEUWEN, kleinzoon van de gelijknamige jurist Simon van Leeuwen (1626-1682), substituut-griffier van de Hoge Raad van Holland. Ook Van Leeuwen junior was jurist. Hij woonde in Leiden en heeft diverse satirische werken op zijn naam staan, waaronder tijdschriften als De Broederlyke Vermaning (1729).

Inhoud
Het nieuws wordt gegeven in de vorm van brieven, alle geschreven door anonymi, vanuit de steden Madrid, Moskou, Wenen, Parijs, Londen en Den Haag. Vanuit die standplaatsen wordt het gehele taal- of rijksgebied (zoals ‘De Duytse landen’) behandeld.
Die brieven beginnen met politiek en economisch nieuws, maar worden doormengd met of gevolgd door allerlei observaties over volksaard, zeden en gebruiken van het land in kwestie. Zo kan men wat Rusland betreft in het voorbijgaan geïnformeerd worden over het feit dat in Moskou publieke huizen vrij normaal zijn; dat homoseksualiteit daar een even frequent verschijnsel is als bij de Perzen; en dat vrouwen niet de minste vrijheid hebben. Of men vindt een apart kopje ‘Wat zy [de Russen] geloven van de Ziel na de dood’ (p. 425-426). Andere beschouwingen kunnen zeer grote lengte hebben.
Aangezien de stijl van de brieven uniform is en de brieven zeer goed geschreven zijn, lijkt het erop dat Simon van Leeuwen zijn correspondenten verzonnen heeft, en van het gewone nieuws gebruik maakte om zijn kennis van allerlei beschavingen te demonstreren.

Exemplaren
STCN 317198874
Full text

Literatuur
¶ Paul J. Smith, ‘Rabelais-ontleningen bij Simon van Leeuwen S.J.Z.’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 12 (1989) 3, p. 91-97
¶ Susan Lammers, ‘De aardigheden van Rabelais in de leugenboeken van Anna Folie’, in Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 12 (1989) 1, p. 8-18
¶ Jos Leenes, ‘Simon van Leeuwens vergeefse strijd tegen de Vrolyke Tuchtheer’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 8 (1985) 1, p. 26-31.

André Hanou