Dagverhaal der Handelingen van de Nationaale Vergadering (1796-1798)

Titelbeschrijving
¶ Deel 1-6: Dagverhaal der Handelingen van de Nationaale Vergadering representeerende het Volk van Nederland.
¶ Deel 7-8: Dagverhaal der Handelingen van de Tweede Nationaale Vergadering representeerende het Volk van Nederland.
¶ Deel 9: Dagverhaal der Handelingen van de Nationale en Constitueerende Vergadering representeerende het Bataafsche Volk.

Periodiciteit
Het Dagverhaal verscheen van 7 maart 1796 t/m 4 mei 1798 (935 nrs.). Sommige afleveringen zijn een ‘Extra Dagverhaal’. Op zondag lag de productie van het Dagverhaal stil. Het einde van het Dagverhaal valt samen met de eerste Nederlandse constitutie, die op 1 mei 1798 werd aangenomen.
De afleveringen zijn in 9 delen bijeengebonden. Deze hebben betrekking op de volgende vergaderdata: deel 1 (7 maart 1796 t/m 31 mei 1796), deel 2 (1 juni 1796 t/m 31 augustus 1796), deel 3 (1 september 1796 t/m 30 november 1796), deel 4 (1 december 1796 t/m 28 februari 1797), deel 5 (1 maart 1797 t/m 31 mei 1797), deel 6 (1 juni 1797 t/m 31 augustus 1797), deel 7 (1 september 1797 t/m 30 november 1797), deel 8 (1 december 1797 t/m 28 februari 1798) en deel 9 (1 maart 1798 t/m 4 mei 1798).
Sommige afleveringen heten ‘Extra Dagverhaal’ maar zijn gewoon meegenummerd.

Bibliografische beschrijving
De afleveringen tellen 8 pagina’s in groot kwartoformaat. De tekst is in twee kolommen opgemaakt. Het titelblok bevat de titel, het volgnummer en de datum (aanvankelijk de verschijningsdatum, later de vergaderdatum). Boven het titelblok staat het motto ‘Gelykheid, Vryheid, Broederschap’. De delen bevatten 616 (deel 1), 736 (deel 2), 792 (deel 3), 1064 (deel 4), 1160 (deel 5), 872 (deel 6), 880 (deel 7), 736 (deel 8) en 628 (deel 9) pagina’s.
Nr. 1 is voorzien van een titelplaat (J.C. Bendorp fecit 1796), met als bijschrift ‘Wanneer Voorzigtigheid en Magt de vryheid schragen,/ Wordt ’t heil des Volks gevest – en ’t dwanggezag verslagen’. De personificatie van de Bataafse vrijheid heeft het vrijheidshoedje op haar lans en het boekwerk met de rechten van de mens opengeslagen voor zich. Door een bliksemschicht wordt het ‘dwanggezag’ tegen de vlakte geslagen.

Boekhistorische gegevens
Blijkens het impressum en de colofons gedrukt ‘Ter drukkerye van Van Schelle & Comp. in De Haage’: Pieter van Schelle en zijn compagnon Anthony van der Linden. Uitgever is de firma Swart en Comp. Het Dagverhaal was in het hele land verkrijgbaar, zo blijkt uit de lange lijst verkoopadressen in bijvoorbeeld nr. 172 (3 september 1796):

Dit Dagverhaal der Handelingen van de Nationaale Vergadering, representeerende het Volk van Nederland, wordt uitgegeeven te Alkmaar by Hartemink, Amsterdam Dronsberg, Arnhem Moeleman, Bergen op Zoom van Riemsdyk en Bronkhorst, Bommel de Meyere, Breda Boeijink, Brielle Boers en Merkenburg, Campen Brok, Cleef Hagenborg, Delft Roelofswaard, Deventer Brouwer, Dordrecht Blussé, van Oudgaarden en de Haas, Eindhoven van Leersum, Enkhuizen Franx, Gorinchem van der Wal, Groningen Zuidema, ’s Hage Swart en Comp. en van Cleef, Haarlem Loosjes, Hoorn Breebaart, Leeuwaarden Cahais, Leyden Herdingh en van Tiffelen, Maassluys D’Heer, Middelburg Keel en Abrahams, Nymeegen Prager en Comp. en van Campen, Rotterdam van Santen en van der Dries, Schiedam Poolman en Sweben, Utrecht G.T. van Paddenburg, Vlissingen Corbelyn, Westzaandam van Aaken, Zierikzee van den Thoorn, Zutphen van Beest en van Eldik, Zwolle Clement Jr.; – en verder by alle Boekverkoopers of Postmeesters van Plaatzen, alwaar dit Dagverhaal nog niet word uitgegeeven en zulks verlangen te doen, moetende zy zich ten dien einde adresseeren aan Swart en Comp. ter Drukkerye van Van Schelle & Comp. in ’s Hage.

Uit latere advertenties/colofons blijkt dat Swart en Comp. bereikbaar is via de drukkerij van Van Schelle en Comp. De Haagse firma’s Swart en Comp. en J. van Cleef hebben vermoedelijk een centrale rol gespeeld in de distributie van het blad.
Over Swart is niets meer bekend dan dat hij als uitgever, zo blijkt uit het Dagverhaal van 27 november 1796 (deel 3, nr. 262), aan de Nationaale Vergadering heeft gevraagd te mogen voortgaan met het drukken en uitgeven van het ‘door hun gemaakt Extract van het Plan van Constitutie’ (p. 743). Een discussie volgt, waarna spreker Teding van Berkhout onderstreept ‘dat ‘er geen Privilegie is gegeven aan de Dagblad-schryvers, om de Publicatie te elucideeren; dat deeze omtrend de Requestranten volstrekt even eens moet werken, als met alle anderen […]’ (p. 744).
Sautijn Kluit (1872) meldt dat Jan Jacob Stuerman corrector was van het Dagverhaal.
Prijs per aflevering volgens Saakes’ Naamlijst: 1½ stuiver.

Medewerkers
De schrijver van nr. 41 van de Politieke Blixem (19 maart 1798) beschouwt het Dagverhaal der Handelingen van de Nationaale Vergadering als het ‘Dagblad van Van Schellen en Comp.’ en suggereert dat Wybo Fijnje erbij betrokken was. Abraham SLOOS zou de redacteur zijn, vermoedt Sautijn Kluit (1871).
Ook van Jacob BELINFANTE (1780-1845) is bekend dat hij heeft meegewerkt aan het Dagverhaal der Handelingen van de Nationale Vergadering. Later zou hij gaan werken voor de Haagsche Courant van weduwe De Groot en courantier worden van de Vlaardingsche Courant (1804)

Inhoud
Verslagen van de openbare zittingen van de Nationale Vergadering, waarin men de parlementaire beraadslagingen van dag tot dag kon volgen. Blijkens nr. 1, dat tevens dienst doet als prospectus, bevat het Dagverhaal

1o. alle Rapporten en Voorstellen, die, zo door byzondere Leden, als wegens de Comités der Vergadering zullen worden gedaan. 
2
o. Opgave der debatten, daar over gevallen, met byvoeging der naamen van de onderscheidene Redenaars; en zoo veel mogelyk met inachtneeming van den woordelyken voordracht van elk der Leden.
3
o. Alle officieele Stukken, Missives, en Adressen, die van eenig gewicht zyn en geplaatst kunnen worden.

De uitgever kreeg de beschikking over de officiële stukken die tijdens de vergaderingen werden besproken. Ook sprekers stuurden, aldus Oddens (2013), hun toespraken naar de uitgever, opdat deze de tekst woordelijk kon opnemen in het Dagverhaal. Wie uit het hoofd speechte, zoals Schimmelpenninck, moest genoegen nemen met een samenvattende interpretatie van zijn betoog.
Hierdoor heeft het Dagverhaal op onderdelen een enigszins journalistiek karakter. Dit is ook het geval op de plaatsen waar verslag wordt gedaan van de debatten: weliswaar moest dit politiek neutraal gebeuren, maar de verslaggever moest wel keuzes maken en politieke uitspraken interpreteren.

Na de verkiezingen voor afgevaardigden werd op 1 maart 1796 de Eerste Nationale Vergadering geopend. De voornaamste taak betrof het ontwerp van een constitutie. Na veel geharrewar werd op 8 augustus 1797 een dermate ingewikkelde grondwet ter stemming ingebracht, dat die meteen werd verworpen.
Na nieuwe verkiezingen begon op 1 september 1797 de Tweede Nationale Vergadering. Opnieuw dreigde een moderne, op democratische leest geschoeide grondwet een fata morgana. Een aantal unitarissen pleegde daarop op 22 januari 1798 een radicale staatsgreep, waarmee de Tweede Nationale Vergadering beëindigd werd.
De Nationale en Constitueerende Vergadering, waarvan de verslagen in deel 9 zijn opgenomen, is zonder democratische verkiezingen bijeengeroepen. De radicaal-democratische unitarissen vormden een rompparlement dat op 1 mei 1798 de eerste Nederlandse grondwet aannam. Op 4 mei kwam dan ook de laatste aflevering van het Dagverhaal van de pers.

Relatie tot andere periodieken
Opvolger is het Dagverhaal der Handelingen van het Vertegenwoordigend Wetgevend Lichaam des Bataafschen Volks (1798-1800), dat vanaf deel 2 werd uitgegeven door ‘Stuerman en Compagnie’. Hierachter gingen de voormalige corrector en Wybo Fijnje schuil. Stuerman had volgens Kossmann (1937) in juli 1798 de drukkerij van Van Schelle overgenomen.
In zekere zin is ook de Binnenlandsche Bataafsche Courant (1798-1803) een opvolger van het Dagverhaal, zij het dat hier wel sprake is van een vroege vorm van parlementaire journalistiek. Het werd eveneens uitgegeven door Stuerman en Compagnie.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 662 F 6-13 
¶ Full text deel 1 (nrs. 1-77), deel 2 (nrs. 78-169), deel 3 (nrs. 170-268), deel 4 (nrs. 269-401), deel 5 (nrs. 402-546), deel 6 (nrs. 547-655), deel 7 (nrs. 656-765), deel 8 (nrs. 766-857), deel 9 (nrs. 858-935).

Bronnen
¶ Den Haag, Nationaal Archief: index op het Dagverhaal.
¶ Den Haag, Nationaal Archief: V. van den Bergh, D. Brongers, J.H. Kompagnie, Inventaris van de archieven van de Wetgevende Colleges van de Bataafse Republiek en van het Koninkrijk Holland, 1796-1810 (Den Haag 1995), toegang 2.01.01.01, inv. nr. A5 (Dagverhaal)

Literatuur
¶ Joris Oddens, ‘The Primacy of Parliamentary Proceedings. The Members of the First Dutch National Assembly and the Dagverhaal’, in: Tijdschrift voor Tijdschriftstudies 34 (2013), p. 109-122
¶ Joris Oddens, Pioniers in schaduwbeeld: het eerste parlement van Nederland 1796-1798 (Nijmegen 2012)
¶ René Vos, ‘“Een taaie kongsie uit het Oude Volk”. De families Belinfante en Vas Dias. Hun Nederlandsch Correspondentiebureau voor Dagbladen en andere journalistieke besognes (1799-1940)’, in: Tijdschrift voor Mediageschiedenis 14 (2011), nr. 1,p. 26-48
¶ Chr. Kroes-Ligtenberg, Dr Wybo Fijnje (1750-1909). Belevenissen van een journalist in de patriottentijd (Assen 1957), p. 211
¶ E.F. Kossmann, De boekhandel te ‘s-Gravenhage tot het eind van de 18de eeuw (’s-Gravenhage 1937), p. 382, 385
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De Hollandsche Leidsche Courant’, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (1871), p. 3-86, aldaar p. 71
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘Delftsche couranten’, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (1872), p. 70.

Rietje van Vliet