Dichtlievende Uitgaven (1766-1769)

Titelbeschrijving
Dichtlievende Uitgaven.

Periodiciteit
Maandblad (blijkens de colofons, Voorberigt, en datering der afleveringen). Er zijn ten minste 31 afleveringen verschenen, van 1 november 1766 tot in 1769. Er zijn twee delen: deel 1 bevat 26 en deel 2 bevat 5 afleveringen.

Bibliografische beschrijving
Aanwezig zijn allereerst een voorwerk van VIII pagina’s in octavo, waarna volgen p. 1-422, en een nawerk van IV pagina’s. Dit laatste is de ‘Bladwyzer Der Aengehaelde en Voorgestelde Schrijveren’. Het voorwerk bevat titelpagina, ‘Inhoud van het eerste deel’, en een Voorberigt over het doel.
De titelpagina heeft een titelvignet: op de achtergrond is een tempel en Helikon met het dichtpaard te zien, terwijl er op de voorgrond een vrouw met lamp en ploeg is afgebeeld te midden van een landschap; terzijde bevinden zich een hamer en bijenkorf. Bij dit alles een lint, met legendum: ‘Door arbeyd en yver. J.J. Beylaert inv. & Fec. 1767’.
De 26 nrs. van deel 1 hebben een wisselende lengte (8 tot 16 pagina’s). Zij beginnen met de titel, waarna nummeraanduiding en datering volgen.
Deel 2 (68 pagina’s), met de nrs. 27-31, volgt direct daarna, zonder eigen titelpagina maar met ‘II. Deel’ in de voettekst van een nieuw katern. Nr. 1 spreekt van de ‘openinge van ons Tweede Deel’. Ook de afleveringen i dit deel zijn wisselend in lengte. De afleveringen hebben een wat anders gestructureerd kopje, en een vager type datumaanduiding: bijvoorbeeld ‘XXVII–1769-I’.

Boekhistorische gegevens
De titelpagina van deel 1 meldt: ‘Te Leyden, Bij Johannes van der Zijp, 1768’. De colofons hebben:

Deeze Stukjes werden Uytgegeeven, Te Leyden by Johannes van Zyp, en zullen maandelyks by den zelve te bekoomen zyn, als ook te Amst. by de Wit, Eleveld, Baalde, Bolius, Bom, de Kruyff, Delft V.d. Smout, Kok en Sterk. Gouda De Vry en J. v.d. Klos. ’s Haege v. Os, Thierry,Wed. O. v. Thol en Zoon, P. v. Thol, Bakhuien en B. v.d. Klos. Haarlem J. Bosch en v. Lee. Rotterdam Losël, Beman, Arrenberg, Botholl, Wed. D. Vis en Vis Junior. Utrecht J. v. Schoonhoven, J. van Terveen, Ten Bosch, Otterlo en Grommé.

In de nrs. 1-10 wordt de lijst verkopers vermeerderd met Haanebrink (Utrecht), terwijl een enkeling verdwijnt. Vanaf nr. 11 neemt het aantal verkopers echter aanmerkelijk af.

Medewerkers
Vermoedelijk heeft de leiding van het Leidse genootschap Gezelschap Door Arbeyd en Yver zelf de nodige bijdragen geleverd.
In ieder geval hebben de volgende deelnemers met letters getekend: A.D.F., A.D.Z.M.V.P., A.L.F., A.P.H., A.P.V., B., B.H., D., D. & V., Diligentia & Labore, D.L.W., D.V.H., J., K.V.D., Linguaque Animoque Fideles, L.N.N.B., M.L., M.V.M., N.S.L., P., P.D.N., R.K.H., T., V., W.V.H. en Z.W. Het is zonder verdere studie niet uit te maken of de meerderheid van de inzenders van binnen of buiten het eigen dichtgenootschap afkomstig is.

Inhoud
Het voorbericht is ondertekend door ‘Het Gezelschap Door Arbeyd en Yver’. Dit Leidse genootschap deelt mee dat men geïnspireerd is door het goede voorbeeld van de in 1758 begonnen Maandelyksche Bydraagen, ten opbouw van Neêrlands Taal en Dichtkunde. Daarin vond men dichtstukjes die anders nooit gedrukt zouden zijn.

Hieröm onderstaan wy aan te bieden, deeze maandelyksche Blaadjes waar in ons oogmerk is, het opgeeven, schetsen, of doorloopen van nieuw uitkoomende, of reeds uitgekoomene Dichtwerken, op eene wyze die men ons moet ten goede houden, zynde wy enkel voorneemens de Dichtkundige Fraaihedens te teekenen, en ons niet op te houden met lastige hairkloveryen over de Nederduitsche Taal […], ook is ons bestek, verscheide Dichtstukken in onze Blaadjes te plaatsen, niet alleen van ons, maer andere Dichtminnaars. (p. 2)

Ieder mag iets insturen, mits geen schimpschrift, en de inzending gemerkt is met een letter of zinspreuk, ‘om voor ons een vry oordeel te kunnen overlaaten’ (p. 3).
De opgenomen stukken zijn vooral poëzie; vaak pastoraal of classicistisch van aard, en niet zelden bijbels geïnspireerd. Er zijn ook vertalingen en bewerkingen bij. In een aantal gevallen gaat het om besprekingen of opnames van ouder dichtwerk of proza (Joannes Vollenhove, Frans de Haes bijvoorbeeld). Die bijdragen krijgen soms een korte in- of uitleiding, waarin commentaar over de inhoud en de aangebrachte verbeteringen wordt gegeven. Soms leest men slechts een bericht van afwijzing.

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: O 60-3721
¶ Full text deel 1 en 2

André Hanou