Eenige Bijdragen voor Genie en Menschen-Gevoel (1786-1790)

Titelbeschrijving
Eenige Bijdragen voor Genie en Menschen-Gevoel.

Periodiciteit
Het doel was jaarlijks 2 nrs. (‘stukjes’) uit te geven, aldus de advertentie in de Leydse Courant van 1 maart 1790.
Van deze Bijdragen zijn slechts 3 nrs. bekend. Meer is hoogstwaarschijnlijk niet verschenen.

Bibliografische beschrijving
De afleveringen in octavo tellen respectievelijk 144, 154 en 180 bladzijden (inclusief de titelpagina’s). Op de versozijde van de titelpagina’s vindt men telkens als motto, uit Juvenalis’ eerste satire: ‘Stulta est clementia, cum tot ubique / Vatibus occurras, periturae parcere chartae’ (vert. Het is dwaasheid papier – dat toch vergaat – te sparen, wanneer je zoveel schrijvers tegenkomt). Hierop volgt de naam ‘Asmus’; een in die tijd bekend schrijverspseudoniem, zoals ook gebruikt door Matthias Claudius (1740-1815) voor de schrijver van zijn Wansbeker Bote (1771-1775).
Nr. 3 heeft tegenover p. 40 een plaat ‘J. Lamsveld Inv. et Fec.’, voorstellend een vorst op zijn troon, die door krijgslieden gedood wordt.

Boekhistorische gegevens
Titelpagina’s: ‘Utrecht, Bij G.T. van Paddenburg en zoon. 1786 [1789, 1790]’.
Uit de advertentie in de Oprechte Haerlemsche Courant van 22 september 1789 blijkt dat nr. 2 (‘Stuk’) ƒ 1:2 kostte en nr. 1 en 2 samen, ‘zeer netjes op best Papier gedrukt en in Carton gebonden’ ƒ 2:4. De prijs van het omvangrijkere nr. 3 was ƒ 1:6, aldus Saakes’ Naamlijst van maart 1790 (p. 198).

Medewerkers
De auteur en/of samensteller is Joannes Petrus KLEYN (1760-1805). Hij was een van de dichterlijke talenten in de Utrechtse schrijverskring ‘Dulces ante omnia Musae’. Ten tijde van de Bijdragen was Kleyn (ook: Kleijn) schepen van Hoge- en Lage-Zwaluwe (Noord-Brabant), zijn geboortestreek. De terugkeer beviel hem niet erg. De kwalijke reputatie van zijn vader leidde tot dorpse provocaties en ander ongerief jegens de zoon. In 1793 werd het hem en zijn gezin te veel; zij verhuisden naar Wageningen.

Inhoud
De bijdragen vallen op door hun helder geschreven taalgebruik, waarin een zweem ironie schuilgaat. De afleveringen zijn ongeveer identiek opgebouwd. Eerst vindt men een aantal opstellen, en vertalingen uit modernen en de klassieken (waaronder veel poëzie). Daarna volgen ‘Miscellanea’ die zijn soort verzameling adversaria (losse observaties) zijn; waarna nog een klein getal ‘Anecdotes’ volgt.
Gezien de betrekkelijke zeldzaamheid van deze Bijdragen volgt hier een inhoudsopgave.

¶ Nr. 1 Aflevering 1: Over de Genie. Fragment; Een paar idyllen van Bion en Moschus. 1. Op den dood van Adonis. 2. Op den dood van Bion; Schoonheid en Onschuld; Een Sermoen voor de Meisjes; De Wolf en de Dieren. Een Fabel van Rabbi Berachja Hanakdhan; Het Schaap. Een Fabel van Lessing; De Oude en Jonge Duif. Een Fabel; De twee Vrienden van Bourbonne. (Uit een vertelling van Diderot.); Over de Vriendschap [ondertekend: Asmus]; Proeve eener Vertaling van Ossian, Carthon. Een Gedicht; Fragment. Uit een oud ontwerp van het Duitsch Treurspel, Doctor Faustus; Over de Elegie; De Herder en zijn Lam; Voor Chloë; Elize; Aan Philomela; Aan de Natuur; Miscellanea; Vijf brieven voor Den redelijken Christen, van Asmus aan zijnen vriend Andries.
¶ Nr.  2: Over Adonis; Sadi; De Jonge Persiaan; De Fontein; De Waterval; Jacob Tomms. Of De Triumph der Vaderlijke Liefde; De ongelukkige kinderen. Een Spiegel voor Eigenzinnige Ouderen; Fabelen i. Het Woud en de Zon. ii. De Wandelaars. iii. De Leeuw en de Ezel. iv. De Waterslang. v. De Nagtegaal en de Paauw. vi. Jupiter en het Schaap. vii. Salomons Geest. viii. De Rave. ix. De Herder en de Nagtegaal. x. Minos en de Schimmen; Aan de Vreugde; Aan Elize; De Vergenoegde; Voor Phyllis; Chloris; Aan de Zomervogels; De Zeege over Agatha; De Hen; Anecdote. De koning en een Duitsch Geleerde [door J.]; Dialoge Tusschen mij en mijn’ Neef [door Asmus]; Grafschrift op Jacob de Molenaar; Miscellanea; Anecdoten.
¶ Nr.  3: Over de Poëtische Taal; Over de poëtische compositie van eenige schilderstukken; De Terugroeping [vervolg van een stuk in nr. 2]; Hovaardij en Trotschheid. Eene vertelling; Orpheus; Mijn besluit; Het meisje; De vergenoegde boer; Liefde verklaring; Weleer; Miscellanea; Anecdoten.

Exemplaren
¶ STCN 24194192X
¶ Full text nr. 1, nr. 2 en nr. 3

Literatuur
¶ Pieter van Wissing, ‘Joannes Petrus Kleijn, 1760-1805, dichter en raadsheer’, in: J.A.E. Kuys (red.), Biografisch woordenboek Gelderland, deel 5 (Hilversum 2006), p. 73-76.

André Hanou/Pieter van Wissing