Elegantia (1807-1809, 1814)

Titelbeschrijving
¶ In 1807-1809: Elegantia, of Tydschrift van Mode, Luxe en Smaak voor Dames.
¶ In 1814: Elegantia, of Journaal der nieuwste Fransche en Engelsche Modes, Uitvindingen en Nieuwigheden van Kunst en Smaak.

Periodiciteit
Het weekblad verscheen tussen 1 januari 1807 en juni 1809 (nr. 6); 3 jaargangen.
Na 1809 werd de uitgave van Elegantia gestaakt, mogelijk vanwege aan banden gelegde persvrijheid. De uitgever weet de (voorlopige) beëindiging aan ‘het niet algemeen kunnen verzenden en andere tegenwoordige hindernissen, zo wel als door zyne veelvuldige bezigheden belet’, aldus Elegantia 4 (1810), p. 200. Na de inlijving bij Frankrijk in 1810 werd het aantal periodieken sterk ingeperkt. Kruseman (1889) noemt het blad als een van de tijdschriften die bij deze sanering van het medialandschap sneuvelden.
De ingestelde censuur werd bij Koninklijk Besluit van januari 1814 afgeschaft, waarna Elegantia weer van start kon gaan. Maar na 15 nummers in de ‘Nieuwe serie’ werd de uitgave om onbekende redenen opnieuw gestaakt.
De afleveringen verschenen om de tien dagen.

Bibliografische beschrijving
Groot octavo.

Boekhistorische gegevens
De Amsterdamse uitgever Evert Maaskamp (1769-1834) gaf Elegantia tussen 1807 en 1809 en in 1814 uit, in een luxe uitvoering met echt prachtig gekleurde modeplaten. Maaskamp bracht ook borduurmodellen op de markt, die hij eveneens in Elegantia opnam.
Bij intekening kostte een jaarabonnement ƒ 9, ‘buiten intekening’: ƒ 12 (Saakes 1807, p. 304). Op 18 februari 1808 adverteerde Maaskamp in de Oprechte Haarlemse Courant dat hij het blad uitsluitend bij intekening wilde verkopen, met een maximale oplage van 600 stuks. In 1810 vroeg Maaskamp voor zes ‘stukjes. Compl.’ ƒ 4:10. Voor de Nieuwe serie moest voor een halfjaarabonnement (bij intekening) ƒ 5:10 worden betaald (Saakes 1814, p. 64).

Medewerkers
De redactie is anoniem.
De enige ondertekende bijdrage is van de Duitse geograaf, zoöloog en filosoof Eberhard August Wilhelm VON ZIMMERMANN (1743–1815). Hij is vooral bekend als schrijver van Specimen Zoologiae Geographicae Quadrupedum (1777), een van de eerste werken over de geografische verspreiding van zoogdieren. Er zijn ook vertalingen van fragmenten uit werk van onder meer Humbert, Agresti, Chateaubriand en Kotzebue opgenomen.

Inhoud
Saakes 1807, p. 304 vermeldt de volgende rubrieken: 1. De nieuwste modeberichten uit andere landen met kleurillustraties van de nieuwste mode uit Prijs, Londen, Wenen, Petersburg enz.; ook de nieuwste meubelen, rijtuigen, tuinsieraden, borduur- en breimodellen; 2. ‘Ekonomie’ of recepten voor ‘Smaaklijke Gerechten’, wecken en bewaren van groenten en vruchten; 3. Kunsten of berichten over nieuwe uitvindingen, toneel (onder meer recensies van voorstellingen in de Hollandsche Schouwburg), prentkunst, muziek en verschenen romans en 4. Mengelwerk met korte verhalen, romans, anekdoten en dichtstukjes.

Relatie tot andere contemporaine periodieken
De formule van Elegantia is gebaseerd op het Franse weekblad Journal des Dames et des Modes (1797-1839).

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: KW 9221 B 7 [-9]
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: Z 278
¶ Amsterdam, Bibliotheek Rijksmuseum 318 B 20-22 (niet geraadpleegd)
¶ Full text deel 3 (januari-december 1809)

Literatuur
¶ Eveline Koolhaas-Grosfeld, De ontdekking van de Nederlander in boeken en prenten rond 1800 (Zutphen 2010), p. 268-269 en passim
¶ Pascale Gorguet Ballesteros en Madelief Hohé (red.), En Vogue! Mode uit Frankrijk en Nederland in de 18de eeuw (Zwolle 2005)
¶ Lotte Jensen, ‘Bij uitsluiting voor de vrouwelijke sekse geschikt’. Vrouwentijdschriften en journalistes in Nederland in de achttiende en negentiende eeuw (Hilversum 2001), p. 15 noot 14, 47-49, 91, 99, 246
¶ Johanna Naber, ‘Uit oude modebladen’, in: Johanna Naber, Om en bij de tentoonstelling “De Vrouw 1813-1913” (Groningen 1913), p. 15-23
¶ Suzanne de Rooij, ‘Zagt, gevoelig en schroomvallig’. Vrouwen en vrouwbeeld in het historische vrouwentijdschrift Elegantia (ongepubliceerde masterscriptie Universiteit Utrecht, Historische Nederlandse Letterkunde 2005)
¶ A.C. Kruseman, De Fransche wetten op de Hollandsche drukpers 1806 tot 1814 (Amsterdam 1889), p. 65-66.

Pieter van Wissing