Euangelisch Magazijn (1774-1778)

Titelbeschrijving
Euangelisch Magazijn, of gemengde Bijdraagen ter Bevordering van Kennis en Beöefening der Godlijke Waarheden; Uitgegeven door het Genootschap, onder de zinspreuk: Idem Omnes Simul Ardor Agit.

Periodiciteit
Het in vier delen (1774, 1775, 1777 en 1778) verschenen Magazijn wordt in deel 1 ‘dit ons Tydschrift’ genoemd (p. XII). Het kwam vier keer per jaar uit, getuige een niet geheel heldere opmerking daarover in de inleiding bij deel 1 (p. XVII) en de hieronder genoemde advertenties.

Bibliografische beschrijving
De delen zijn opgebouwd uit een voorwerk (met titelpagina, goedkeuring van de classis Schieland, inleidend gedicht door het genootschap en inhoudsopgave) en het tekstgedeelte van zo’n 580 bladzijden. Daarnaast is er bij deel 1 een lange inleiding in het voorwerk opgenomen.
Alle delen besluiten met een slotdicht door het genootschap en met een lijst errata.

Boekhistorische gegevens
Impressum: ‘Te Rotterdam, Bij Bennet en Hake’.
In de Leydse Courant van 13 april 1774 wordt het ‘eerste Stuk’ te koop aangeboden à 16 stuivers; op 5 augustus en 21 oktober 1774 is het tweede respectievelijk derde stukje te koop à 12 stuivers. Ook latere afleveringen blijken 12 stuivers te moeten opbrengen, getuige bijvoorbeeld de advertentie op 6 december 1775 voor nr. 7.
Een herdruk verscheen bij J. Allart in 1785.

Medewerkers
Het genootschap Idem Omnes Simul Ardor Agit is verder niet bekend. Wel is de algemene overtuiging, dat de voornaamste (de enige?) redacteur van het tijdschrift is geweest: Cornelis BREM (ca. 1722-1803). Hij was een zeer rechtzinnig lidmaat van de gereformeerde kerk te Rotterdam en tegelijk diaken, later ouderling, van de Schotse kerk aldaar. Dat laatste verklaart zijn belangstelling voor en kennis van de Britse opwekkingsbeweging.
De opmerkingen en commentaren die het genootschap aan de selectie heeft toegevoegd, zijn met de letter G. gemerkt.
Het genootschap nodigde overigens anderen uit bijdragen in te sturen. Afgekeurde bijdragen konden bij de drukker teruggehaald worden.

Inhoud
Volgens de inleiding bij deel 1 wilde men de opzet volgen van het Gospel Magazine (opgesteld door John Newton, Anna Dutton, Cotton Mather en anderen). Daarvan verscheen de eerste maandaflevering januari 1766; het Britse origineel was na acht delen voltooid (deel 1, p. XIII, XVII). In dit Britse blad vond men: inleidingen over godsdienstige principes, biografieën van godvruchtige protestanten, gesprekken over religieuze onderwerpen, ‘gewetens-gevalkunde’ (consciëntiegevallen); verder een amalgama van proeven, gesprekken en brieven over religiosa, en geestelijke dichtkunde.
Het Nederlands genootschap wenste een selectie van de beste stukken te maken, die te vertalen en te bewerken, met het ‘oogmerk ons werk tot een nuttig Huisboek te maken’. Dit alles sloot aan bij de evangelische opwekkingsbeweging op het Britse eiland. Alles draait daarbij om bekering, bijbel, geloof.
In dit licht moet het doel gezien worden van de opname van brieven zoals die aan een theologisch student, over de vereisten van een predikant; en over de vraag of de zonden der gelovigen op de jongste dag zullen geopenbaard worden. De waarde van de beleefde bekering kan natuurlijk ook teruggevonden worden in ‘Het sterfbedde van juffrouwe Trotter. Overleeden in het Kraambedde, na de geboorte van haar Twaalfde Kindt, in den ouderdom van 37 Jaaren’; ‘Betoog dat het den deïsten mangele aan oprechtheid en gezond verstand, in ’t verwerpen der Openbaring’; en ‘Brief aan eenen Wulpschen Jongeling’.

Relatie tot andere periodieken
Als voortzetting kan beschouwd worden het Nieuw Evangelisch Magazijn (1781-1784).

Exemplaar
STCN 227298926
¶ Full text deel 1deel 2deel 3 en deel 4

Literatuur
¶ W. van der Zwaag, Reveil en afscheiding. Negentiende-eeuwse kerkhistorie met bijzondere actualiteit (Kampen 2006), p. 58-60
¶ P.N. Holtrop, Tussen piëtisme en réveil. Het ‘Deutsche Christentumsgesellschaft’ in Nederland (Amsterdam 1975), p. 55, 156-159.

André Hanou