Euangelische Schatkamer (1798-1802)

Titelbeschrijving
Euangelische Schatkamer, of Gemengde Bijdragen, ter bevoordering van de kennis en beoefening van den waaren Euangelischen Godsdienst.  

Periodiciteit
Kwartaalblad.
De redactie had op voorhand de teksten uit het Evangelical Magazine geselecteerd dat per aflevering in elk van de 4 jaardelen moest verschijnen. In de Groninger Courant van 1 januari 1799 wordt geadverteerd voor het ‘1ste stuk 2de deel’, wat erop wijst dat het eerste deel van het eerste stuk al in 1798 moet zijn verschenen. Nr. 1 krijgt pas in de Naamlijst van Saakes juni 1799 (p. 41) een melding. De 4 delen hebben op hun titelpagina’s als jaartal 1799, 1800, 1801 en 1802.

Bibliografische beschrijving
In octavo.
Deel 1 heeft een uit zeer vele onderdelen bestaand voorwerk (ruim XL bladzijden) + 488 pagina’s. In dit voorwerk vindt men: titelpagina; ‘Opdragt aan de bestuurderen van het Nederlandsch zendeling-genootschap’ (getekend door Cornelis Brem, Rotterdam 1 april 1799); Franse titel van het segment Leerzaame en stichtelijke mengel-schriften; inhoud deel 1; gedicht door J.W. Bussingh ‘Ter opening van de Euangelische schatkamer’; ‘Bericht van den uitgeever [= redacteur]’, Rotterdam 1 april 1799; ‘Voorrede der Engelsche uitgeevers’. Deel 2 heeft VIII (titelpagina, portret met bijbehoren) + 504 + IV (inhoud) bladzijden. Deel 3 heeft IV (titelpagia, french title) + 482 + IV (inhoud) bladzijden. Deel 4 heeft VIII (french title, titelpagina, portret met bijbehoren) + 512 + VI (inhoud) bladzijden.
De verschillende delen hebben alle, meestal in het voorwerk, een afbeelding van een vereerde voorganger. Doorgaans zijn daaraan lofdichten toegevoegd. In deel 1: John Newton (met lofdicht). In deel 2: ds. G. Bonnet, onderschrift J.W. Bussingh, met lofdichten door ds. J. van Eijk (Loosduinen) en ds. J.W. Bussingh. In deel 3: Rev. J.T. van der Kemp M.D., Missionary, met lofdichten door P.J. Heron, N.N. en P.J.K. In deel 4: George Whitefield, predikant te Londen, met lofdicht door ds. J. van Eijk. De afbeeldingen  zijn ontworpen door G. Kitsen, en gegraveerd door N. Cornel, behalve het portret van Van der  Kemp (‘Bidley sculpt. Published by T. Chapman […] April 1, 1799’.
De omvang van de afleveringen wisselt maar is steeds meer dan 100 pagina’s. Binnen elke aflevering vindt men driemaal een titelblok: ‘Leerzaame mengelschriften’, ‘Berichten van aanmerkenswaardige bekeeringen, en van het godvruchtig leven en sterven van sommige leeraars, en bezondere christenen’, en ‘Anecdoten, of zonderlinge en leerzaame gevallen; Merkwaardige Plaatsen uit sommige geleerde en godvruchtige schrijvers; nevens Eenige van derzelver kortbondige of zinrijke spreuken’. Deze onderdelen zijn steeds per aflevering bijeen gebleven, en niet (zoals rond 1800 vaak voorkomt) bij het binden geherdistribueerd tot drie grote gehelen.

Boekhistorische gegevens
Impressa: ‘Te Rotterdam, Gedrukt by Nicolaas Cornel, Drukker en Boekverkooper op de Meent’. De standaardprijs bedraagt zowel bij Saakes als in advertenties 16 stuivers.

Medewerkers
Het werk is blijkens de titelpagina ‘uitgegeeven door Cornelis Brem, En door denzelven opgedraagen aan de bestuurderen van het Nederlandsch Zendeling-Genootschap te Rotterdam’.
Redacteur Cornelis BREM (ca. 1722-1803) was een zeer rechtzinnig lidmaat van de gereformeerde kerk te Rotterdam, en tegelijk diaken, later ouderling, van de Schotse kerk aldaar. Dat laatste verklaart zijn belangstelling voor en kennis van de Britse opwekkingsbeweging.
Vrijwel alle bijdragen zijn van een signatuur voorzien; het betreft hier echter uiteraard voornamelijk Britse bijdragen. Nederlanders zijn: Willem SMITS, F. WITTIGS. Zie ook de namen van de hierboven genoemde lofdichters in het voorwerk. Ongenoemd bleef daar nog, van ds. J.W. BUSSINGH, een sluitgedicht in deel 1: ‘Tot besluit van de Euangelische schatkamer’.

Inhoud
De gehele inhoud van de afzonderlijke afleveringen vindt men doorgaans vermeld in Saakes’ Naamlijsten.
In zijn inleiding bij deel 1 zegt ds. Brem dat het blad is voortgekomen uit een bijeenkomst te Rotterdam bij ds. J.L. Verster, waar naar aanleiding van een bericht van ds. Van der Kemp over een soortgelijk Engels genootschap werd besloten tot oprichting van een genootschap ‘tot bevoordering en uitbreiding van het Christendom, bezonder onder de Heidenen’. Brem had daarop een selectie gemaakt uit de zes delen van het blad dat bij de buitenlandse maatschappij hoorde, het Evangelical Magazine. Deze selectie zou vier delen beslaan en om de drie maanden in afleveringen verschijnen.
In een hierop volgende tweede inleiding, nu van de ‘uitgever’ (waarschijnlijk eveneens Brem zelf), wordt de geschiedenis van de beweging en de daarbij behorende tijdschriften wat verder uitgediept. Zo verscheen 1763-1780 te Londen het Gospel Magazine (18 delen); hieruit werden in Nederland vertalingen gemaakt, in het Euangelisch Magazijn (4 delen) en het Nieuw Evangelisch Magazijn (4 delen). Daarna bespreekt de ‘uitgever’ opzet en indeling van het nieuwe blad en verzoekt om bijdragen.
De Euangelische Schatkamer is gevuld met stukken die de sfeer van de ‘evangelicals’ en het bevindelijk protestantisme ademen. Hieronder bevinden zich ook brieven van de voorganger John Newton aan zijn Nederlandse geestverwanten. Geleidelijk vindt men wat meer aandacht voor Nederlandse auteurs van wie het werk zich in eenzelfde sfeer bevindt: Lodenstein, Leydekker, Scharp.

Relatie tot andere periodieken
In de Leydse Courant van 14 december 1803 wordt de eerste aflevering van de Bijdragen ter Bevordering van Godsdienst en Goede Zeden (1804) aangekondigd als ‘vervolg op de Euangelische schatkamer’.

Exemplaar
STCN 224203134
¶ Full text deel 1deel 2deel 3 en deel 4

Literatuur
¶ P.N. Holtrop, Tussen piëtisme en réveil. Het ‘Deutsche Christentumsgesellschaft’ in Nederland, 1784-1833 (Amsterdam 1975), p. 159.

André Hanou
update 19-10-2021