Geneeskundige Jaarboeken (1778-1782)

Titelbeschrijving
Genees- Natuur- en Huishoud-Kundige Jaarboeken, of Verzameling Van de nieuwste Verhandelingen en Waarneemingen der eerste Geleerden in Europa, en Uittreksels uit de Werken en Gedenkschriften der beste Buitenlandsche Akademiën en Genootschappen. Benevens Nieuwe Uitvindingen, Ontdekkingen en Verbeteringen Betreklyk tot verscheidene Kunsten en Weetenschappen; Eenige merkwaardige Byzonderheden der Natuur; Bekendmaakingen van Geleerde Maatschappyen en Naamlyst van Nieuwe Boeken, Tot de Genees- Natuur- en Huishoudkunde, Natuurlyke Historie, Landbouw, Nutte Kunsten, e.z.v. behoorende. Alles ten nutte der Nederlanderen uitgegeeven, door een Genootschap van Genees- en Natuurkundigen. Eersten deels eerste stuk [enz.]. Met ophelderende Plaaten.
Titelvariant:
Geneeskundige Jaarboeken.

Periodiciteit
Het blad verscheen iedere twee maanden en werd per half jaar gebundeld. Er zijn 6 halfjaarlijkse delen verschenen, elk bestaande uit 2 banden (‘stukken’) waarin de verschillende rubrieken uit de afleveringen bij elkaar zijn gevoegd.
De verschijningsdata van de delen zijn blijkens de titelpagina’s anders dan de beoogde frequentie doet verwachten: deel 1 (1778), deel 2 (1779), deel 3 (1780), deel 4 (1781), deel 5 (1781), deel 6 (1782).

Bibliografische beschrijving
In octavo
Ieder deel bestaat uit twee banden. Het eerste stuk bestaat steeds uit de rubriek (‘afdeling’) Nieuwe Waarneemingen en Mededeelingen en heeft in het titelblok de titel: Algemeene Genees-, Natuur- en Huishoudkundige Jaarboeken. Het tweede stuk bevat telkens de rubrieken Nieuwe Uitvindingen, Ontdekkingen, Prijsvragen en Naamlijsten der nieuw uitgekomen boeken enz. en heeft in het titelblok: Nieuwe Uitvindingen. De rubrieken kwamen ook voor in de tweemaandelijkse afleveringen, met een eigen paginering, en werden ten behoeve van de samenstelling van een deel dusdanig herordend dat alle rubrieken bij elkaar staan en de paginanummers op elkaar aansluiten. De rubrieken zijn daardoor afzonderlijk doorlopend gepagineerd.
Sommige afleveringen zijn geïllustreerd.

Boekhistorische gegevens
De titelpagina meldt: ‘Te Dordrecht en Amsterdam, By A. Blussé en zoon, en W. Holtrop’.
Prijs per aflevering: 12 stuivers.

Medewerkers
Op de titelpagina is sprake van een ‘genootschap van genees- en natuurkundigen’ die de redactie van de Geneeskundige Jaarboeken voerde. Feitelijk was dit – tot en met de nr. 6 – de Leidse plaatsvervangend stadsgeneesheer Jacob VOEGEN VAN ENGELEN (1755/1756-ca 1804). Een onduidelijk lectoraat bracht hem in Suriname, waar hij drukker en uitgever werd van de Surinaamsche Courant. Van Engelen had voor de Jaarboeken ook een ‘medehelper’: Jan David PASTEUR (1753-1804), rechtsgeleerde en gedreven natuurvorser.
De Geneeskundige Jaarboeken bevatten veel oorspronkelijk werk. Contribuanten zijn onder anderen: Petrus CAMPER (1722-1789), Andreas BONN (1738-1817), Alexander BALTHAZAAR (fl. 1762-1795), Jan David PASTEUR (1753-1804) en Jean Henri van SWINDEN (1746-1823). In deel 1 staat een vertaling/bewerking van de dissertatie van de Leidse arts Pieter VAN SCHELLE (1749-1792), onder de titel ‘De mensch uit den aard geen alles-etend dier’.

Het idee om met het blad te beginnen was volgens Van Engelen afkomstig van hemzelf en een gezelschap van ‘liefhebberen der genees- natuur- en huishoudkunde’. Volgens de uitgevers echter hadden zijzelf het initiatief genomen (Geneeskundige Jaarboeken deel 2, nr. 1).
Van Engelens honorarium voor tekst en illustraties bedroeg voor de eerste twee afleveringen ƒ 2 per blad: volgens hem ontoereikend om daarmee de aanschaf van vakliteratuur, schrijfgerei, papier en portokosten te bekostigen. Voor de daaropvolgende afleveringen kreeg hij 1 dukaat (Geneeskundig Kabinet deel 1, p. II, IX).
Een conflict met de uitgevers van de Geneeskundige Jaarboeken over auteursrecht, geestelijk eigendom en eindredactionele verantwoordelijkheid leidde tot het ontslag van Voegen van Engelen en zijn compagnon. Van Engelen besloot daarop bij andere uitgevers een nieuw, concurrerend blad te beginnen: het Genees- Natuur- en Huishoud-Kundig Kabinet (1779-1791).
Blussé en Holtrop hadden intussen ‘kundige mannen’ als redacteur aangesteld, die door Van Engelen denigrerend werden omschreven als loontrekkende broodschrijvers. Eén van hen was waarschijnlijk Pieter BODDAERT (1733-1795), geneesheer en bioloog te Vlissingen.
De ruzie is vooral interessant omdat ze laat zien wat de opvattingen waren over de positie van broodschrijvers, beroepsjournalisten en hoofdredacteuren. Het conflict werd uitgevochten in de Leydse Courant, het Geneeskundige Kabinet en de Geneeskundige Jaarboeken.

Inhoud
Anders dan de voorgaande geneeskundige tijdschriften bevatten de Geneeskundige Jaarboeken de rubrieken ‘Nieuwe Uitvindingen, Ontdekkingen en Verbeteringen, betreklijk tot verscheidene Kunsten en Weetenschappen’, een ‘Metereologische waarnemingen’ en een ‘Naamlijst der boeken’. Andere rubrieken zijn: Eenige merkwaardige Bijzonderheden der Natuur’, doden en geboortelijsten, opgaven van prijsvragen, ‘Naamlijst van Nederlandsche Fabrikeurs en Trafikeurs enz.’.
Ook staan er berichten in van de Haagsche Natuur- en Geneeskundige Correspondentie-Sociëteit (deel 3-1, deel 6). Vanaf nr. 7 neemt het aantal geneeskundige mededelingen af en de natuurkundige en huishoudkundigen bijdragen toe. Volgens Delprat (1927) zat er niet veel structuur meer in het blad.

Relatie tot andere periodieken
Voorbeelden waren de succesvolle Natuur- en Genees-Kundige Bibliotheek (1765-1775) van Eduard Sandifort, het Geneeskundig Tydschrift (1767-1771) van Albertus Lentfrinck, en de Uitgezogte Verhandelingen (1755-1765) van Martinus Houttuyn.
Blussé en Holtrop waren al eerder van plan geweest met de Geneeskundige Jaarboeken op de markt te komen, maar er waren in 1777 nog te veel potentiële concurrenten. Zo was in dat jaar nog niet duidelijk hoe de Natuurkundige Verhandelingen (1767-1777), die door de Amsterdamse uitgever Van der Kroe werden uitgegeven, zich verder zouden ontwikkelen. Bovendien was het Leidse uitgeversduo Van Tiffelen en Herding in datzelfde jaar begonnen met hun eigen Natuurkundige Verhandelingen (1777). Dit blad bleek echter geen lang leven beschoren, waardoor Blussé en Holtrop vrij snel besloten hun plannen te realiseren (Geneeskundige Jaarboeken, deel 1, Voorberigt).
Vanaf nr. 7 hadden de Geneeskundige Jaarboeken er een concurrent bij: het Genees- Natuur- en Huishoud-Kundig Kabinet (1779-1788) van Jacob Voegen van Engelen. Dit laatste blad lijkt succesvoller te zijn geweest dat de Geneeskundige Jaarboeken: die werden in de Vaderlandsche letteroeffeningen doodgezwegen, terwijl het Geneeskundige Kabinet keer op keer met instemming werd ontvangen.
De Geneeskundige Jaarboeken werden voortgezet als de Nieuwe Geneeskundige Jaarboeken (Nieuwe Genees- Natuur- en Huishoudkundige Jaarboeken, 1782-1784) die in 1785 werden omgedoopt tot Algemeene Genees- Natuur- en Huishoudkundige Jaarboeken (1785-1788).

Exemplaren
¶ Utrecht, Universiteitsbibliotheek: O oct. 310-315
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: UBM Y 2858 (deel 1-6)
¶ Full text deel 1deel 2deel 3deel 4deel 5 en deel 6

Literatuur
¶ Arianne Baggerman, ‘A Consequential Ill that Freedom Draws’. Intellectual Property and Authorial Visibility in the Case of Jacob Voegen van Engelen versus his Publishers’, in: Quaerendo 37 (2007) 3, p. 187-211
¶ Arianne Baggerman, ‘Stank voor dank. Broodschrijvers in dienst van de Dordtse uitgeversfirma A. Blussé en zoon’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 24 (2001), nr. 2, p. 57-67
¶  Arianne Baggerman, Een lot uit de loterij. Familiebelangen en uitgeverspolitiek in de Dordtse firma A. Blussé en Zoon, 1745-1823 (Den Haag 2000), p. 238-253, 443, 445
¶ C.C. Delprat, De geschiedenis der Nederlandsche geneeskundige tijdschriften van 1680-1857 (Amsterdam 1927), p. 72-77.

Rietje van Vliet