Geprivilegeerde Surinaamsche Courant (1810-1829)

Titelbeschrijving
Geprivilegeerde Surinaamsche Courant.

Periodiciteit
Oudschans Dentz (1938) kent de aflevering van 3 januari 1811 (nr. 1) maar vermoedt dat de krant eerder begonnen is. Na 1829 viel het ‘Geprivilegeerde’ uit de titel weg en ging de krant door onder de titel Surinaamsche Courant.

Boekhistorische gegevens
De Geprivilegeerde Surinaamsche Courant verscheen ter Gepriviligeerde Drukkery van A.T. Bordas. Deze André Theodor Bordas moet slechts korte tijd eigenaar zijn geweest van de drukkerij, want bij zijn overlijden in 1819 werd als beroep geen drukker maar ‘gezworen translateur’ genoteerd. Wanneer hij de drukkerij overdeed aan Worsdell en Brink, is niet bekend. In 1815-1817 werd de krant vervaardigd ter Gepriviligeerde Drukkerij van J. (Jacob) Brink resp. de Erven J. Brink.
Jacob Brink was overigens gehuwd met een dochter van Wolphert Weijer Beeldsnijder, courantier van de Weeklyksche Surinaamsche Courant (1793-1797) en de Surinaamsche Courant en Algemeene Nieuwstijdingen (1797-1805). Beeldsnijder was in 1823 samen met Unico Wilkens Jr. executeur testamentair over Brinks nalatenschap. Wilkens was een nazaat van de Unico Wilkens die in 1785 weduwe Tresfon Jr. (geb. Sara Johanna de Boer) financieel geholpen had een eigen drukkerij op te zetten. Het eigendom van die drukkerij lag bij Wilkens.

Inhoud
De krant was in ieder geval tijdens het Engelse bewind (1804-1815) tweetalig.

Relatie tot andere periodieken
Concurrenten waren de Surinaamsche Courant / The Surinam Gazette (1805-1814), en de Surinaamsche Courant II (1804-1817) en III (1814-1842). Zie hiervoor het lemma Surinaamsche Courant (1790 e.v.).

Exemplaren
Geen exemplaar bekend uit de periode tot 1815.

Literatuur
¶ John Sang-Ajang, Overlijdensadvertenties en onbeheerde boedels. Overledenen in Suriname 1 januari 1800 tot en met 31 december 1828 (Stichting voor Surinaamse Genealogie, 2010)
¶ Angelie Sens, ‘”Eerstelingen van Surinaamsche couranten”. De vroege Surinaamse pers, 1774-1816′, in: Archie Sumter e.a. (red.), K’ranti! De Surinaamse pers, 1774-2007 (Amsterdam 2008), p. 15-35
¶ Michiel van Kempen en Hugo Enser, ‘Surinaamse kranten en hun vindplaatsen. 1774-2000’, in: Oso. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis 2 (2001), p. 263-286
¶ Joh. Hartog, Journalistiek leven in Curaçao(Willemstad 1944), p. 323
¶ Fred Oudschans Dentz en W.J. Beeldsnyder Matroos, ‘Surinaamsche journalistiek I’, in: De West-Indische Gids 20 (1938), p. 33-44 (nr. 20).

Rietje van Vliet