Geschenk voor de Jeugd (1781-1789)

Titelbeschrijving
Geschenk voor de Jeugd.

Periodiciteit
In de Leydse Courant van 1 juni 1781 wordt geadverteerd voor de eerste aflevering (‘stukje’). Een halfjaarlijkse frequentie wordt door de uitgever beoogd (Leydse Courant 13 juli 1781), al maken de schrijvers in het voorwoord van nr. 1 een voorbehoud: het kan ook wat langer duren. Dat is inderdaad het geval, zo blijkt bijvoorbeeld uit de advertenties voor nr. 2 (o.a. Hollandsche Historische Courant 6 augustus 1782).
Er zijn 12 stukjes verschenen, waarvan er telkens twee werden samengevoegd tot een deel. Deze delen hebben in het impressum de volgende jaartallen: 1781 (deel 1), 1783 (deel 2), 1784 (deel 3-5) en 1789 (deel 6).
In de historiografie zijn de meningen verdeeld over de vraag of het hier een tijdschrift betreft. Paasman (1970) noemt het een kindertijdschrift, al wijst hij op de onregelmatige frequentie. Anderen beschouwen het Geschenk meer als een boekwerk dat in delen verscheen.

Bibliografische beschrijving
In octavo.
De titelpagina’s van de delen hebben een titelvignet (een oude bijbelse heer met kindertjes om zich heen bij een boom), gegraveerd door Reinier Vinkeles. Het deelnummer (inclusief stukje) staat vermeld op de pagina’s met french title. Bij het ‘Mengelwerk’ is de titel verwerkt in een gegraveerd vignet.
De papieren omslagen van de afzonderlijke stukjes – met binnen een eenvoudige sierrand: titel, volgnummer en prijs – zijn bij het inbinden weggesneden. Alle afleveringen hebben een eigen inhoudsopgave en zijn voorzien van enkele paginagrote illustraties.

Boekhistorische gegevens
Het Geschenk voor de Jeugd is van de pers gekomen ‘by J. Allart, Boekverkooper te Amsterdam’.
De prijzen variëren: voor nr. 1 moest men bijvoorbeeld 10 stuivers neertellen, voor nr. 2 betaalde men 12 stuivers, nr. 3 kostte 16 stuivers en bij nr. 9 was de prijs weer gezakt naar 12 stuivers.
In 1788 werd nr. 1 herdrukt. Het voorwoord van de schrijvers heeft hier een nieuwe datum gekregen maar is identiek aan dat van de eerste druk.

Medewerkers
De schrijvers zijn Joannes Florentius MARTINET (1729-1795) en Ahasuerus VAN DEN BERG (1733-1807), verlicht predikant te Zutphen respectievelijk Arnhem. In het voorwoord van nr. 1 schrijven ze dat de lezer uit de spelling maar moet opmaken wie voor welke bijdrage verantwoordelijk is. Bijdragen van anderen worden in dankbaarheid aanvaard, mits ze beantwoorden aan het beoogde doel en de beoogde kwaliteit.
De illustraties t/m nr. 3 zijn vervaardigd door Reinier Vinkeles, naar ontwerp van Jacobus Buys. Daarna zijn ingehuurd de Leidse prentkunstenaar Noach van der Meer Jun., Cornelis Bogaerts en Izaak de Witt (beide laatsten naar ontwerp van Jacobus van Meurs). De landkaarten van nr. 5 zijn getekend door kaartenmaker Johann Christoph de Roeder en gegraveerd door Leonardus Schenk Jansz.

Inhoud
Alle afleveringen zijn met een kort gedicht opgedragen aan kinderen, die met naam en toenaam worden genoemd. De namen geven informatie over het privénetwerk van beide auteurs. Zo is nr. 1 opgedragen aan Claude Pierre Titsingh, met wiens ouders in ieder geval Van den Berg – dankzij het religieus-literaire netwerk van de Barneveldse Margriet van Essen-née van Haeften – bevriend was.
Voorafgaande aan nr. 1 geven de schrijvers in het kort weer wat de lezers kunnen verwachten:

De inhoud zal in het algemeen bestaan, in allerlei soort van opstellen, die ons nuttig voor kinderen voorkomen: gedichten, fabelen, vertelsels, samenspraken, kleine samenstellen van kunsten en wetenschappen, zoo veel wij kunnen, geschikt naar hunne vatbaarheid.

Ieder oneven nummer bevat een ‘kort begrip eener wetenschap’. Het zijn lange informatieve vertogen, vormgegeven als samenspraken (vraag-antwoord). Bij de bijdragen ‘Zedelessen uit Salomo’s Spreuken’ (nr. 1) en ‘Ophelderingen van Bybelplaatzen uit de natuurlyke historie, uit de zeden en gewoonten der Oostersche volken’ (nr. 7) wordt expliciet vermeld dat ze ‘Kerkelyk goedgekeurd’ zijn. Dit is niet het geval bij ‘Kort onderwijs in de kerkgebruiken der Israëlijten’ (nr. 3), ‘Korte onderrechting in den natuurlyken Godsdienst’ (nr. 9) en de ‘Beschryving van het land Kanaan’ (nr. 11).
De even nummers bevatten telkens zeer gevarieerd mengelwerk. Ook hier is dikwijls gekozen voor samenspraken als vorm, maar er staan eveneens veel dichtwerkjes in, anekdotes, aforismen, een liedje (met muzieknotatie) etc. Aardig is het waargebeurde verhaal in nr. 2 over ‘De Held Woltemade’ en een uiteenzetting over de leefregels voor kinderen (over frisse lucht, kleding, eten en drinken, slaap, beweging, gemoedsaandoeningen). Nr. 4 bevat onder andere een verhaal over Alexander Selkirk, de levensechte inspiratiebron voor Defoe’s Robinson Crusoe, en de historie van Sint Nicolaas. In nr. 8 vindt men een spannende anekdote over vier Russische walvisvaarders die na een scheepsramp in 1743-1749 moesten overleven op Spitsbergen. In alle afleveringen met mengelwerk is veel aandacht voor spreekwoorden en gezegden.
Reeds in nr. 5 blijken de lezertjes de voorkeur te geven aan het gevarieerdere mengelwerk. Niettemin houden Martinet en Van den Berg vast aan de opzet van de even en oneven nummers. Het is immers nodig, schrijven zij in het voorwoord van nr. 5, dat de jeugd ‘de eerste gronden van die kundigheden, aan welke u voor uw gansche leven zoo veel gelegen ligt, vroeg met eene geregeldheid aanleert […]’. Wel zal dit onderdeel in het vervolg korter zijn, ten gunste van het mengelwerk.

Relatie tot andere periodieken
In het voorwoord van nr. 12 kondigen de schrijvers het einde aan van het Geschenk voor de Jeugd. Ze zijn van plan met een vervolgwerkje te beginnen ‘waarvan het plan eenigsins van het tegenwoordige verschilt’. Dit wordt het Nieuw Geschenk voor de Jeugd (1791-1801), waarvan deel 1 t/m 5 is geschreven door Martinet en deel 6 door Van den Berg. Het is geen tijdschrift.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: KW 30 K 24-26
¶ Full text deel 1-2 (nrs. 1 t/m 4)deel 3-4 (nrs. 5 t/m 8) en deel 5-6 (nrs. 9 t/m 12)

Literatuur
¶ Bert Paasman, ‘J.F. Martinet en de literatuur’, in: De Nieuwe Taalgids 63 (1970), p. 1-14

Rietje van Vliet