Godsdienst (1775-1776)

Titelbeschrijving
De Godsdienst. van Joh. Silvester Bohn; Hoogleeraar in de Heilige Godgeleerdheid op de Hooge School te Jena. Vertaald door Ludolph Godlieb Cordes, Leeraar by de Lutherse Gemeente te Zwoll. Eerste [Tweede, Derde] deel.
Op de titelpagina vanaf deel 2 is de aanduiding van Bohn als hoogleraar te Jena vervangen door: Predikant te St. Andries en Mauritius en Byzitter van het Hoog-Eerwaarde Ministerie te Erffurt. Dit, zoals de vertaler in het voorbericht bij dit deel aangeeft, omdat hij zich had vergist tussen vader en zoon: de Jena-professor is de zoon, hij bedoelde de vader.

Periodiciteit
De afleveringen (52 in elk deel) van dit tweewekelijks blad worden ‘vertoogen’ genoemd. Voor het prospectus wordt geadverteerd in de Amsterdamse Courant van 20 oktober 1774. Deel 2 was blijkens een advertentie in de Leydsche Courant op 4 september 1776 verschenen.

Bibliografische beschrijving
Deel 1 bevat XX + 414 bladzijden. Het voorwerk bestaat uit de titelpagina, een ‘Opdragt aan Mr. Pieter Dreux’ (gedagtekend door vertaler Cordes 9 september 1776), een ‘Naamlyst der inteekenaaren’ (met 131 personen), en de ‘Inhoud der [52] vertoogen’. Op de titelpagina prijkt een vignet (‘J. Punt delin. et fecit, 1775.’), voorstellend: een landschap met zee en schepen in het verschiet. In het midden een medaillon, met de afbeelding van vermoedelijk Maria met kind Jezus, begroet door het jongetje Johannes de Doper. Daaromheen zijn putti die een zwaard, lichtkorf, spiegel en geweer vasthouden.
De delen 2 (VIII + 414 bladzijden) en 3 (IV + 374 bladzijden) hebben eenzelfde inrichting, zij het zonder opdrachten of intekenlijsten. Het voorbericht van deel 2 is door Cordes gedateerd: Zwolle 11 juli 1775.
Elk aflevering bevat 8 bladzijden. Het titelblok geeft na ‘De Gods-dienst. Eerste [enz.] vertoog’ telkens een onderwerpsregel.

Boekhistorische gegevens
Titelpagina’s: ‘Te Amsterdam, By Anthon Eichhorn, Boekverkoper op de Beurs-sluis, 1775 [deel 2: 1775, deel 3: 1776]’.
De colofon vanaf de eerste aflevering meldt: ‘Deeze Vertoogen worden uitgegeeven te Amsteldam, by den Boekverkooper Anthon Eichhorn, en voorts in de Buitensteden by de voornaamste Boekhandelaaren’.
Deel 2 kon blijkens een advertentie in de Leydsche Courant van 4 september 1776 worden afgehaald à ƒ 3:6 (de twee delen deden ƒ 6:12).
Er hebben ten minste twee prospectussen bestaan voor het blad; het Tweede of nader bericht van inteekening, verschenen na voltooiing van deel 1.

Medewerkers
Van Johann Sylvester BOHN is weinig meer bekend dan wat er op de titelpagina vermeld staat. De vertaler, Ludwig Godlieb CORDES (1740-1827), was afkomstig uit Jeverland. Hij werd in 1763 beroepen bij de lutherse gemeente in Zutphen en daarna in 1775 in Zwolle. Daar bleef hij tot op zeer hoge leeftijd werkzaam.
Volgens de opdracht van deel 1 vertaalde Pieter DREUX de gedichten die in de tekst voorkomen. Hij was rector van de Latijnse school te Zwolle.

Inhoud
In het voorbericht van deel 1 meldt vertaler Cordes dat hij dit ‘weeklyks blad’ wil vervolgen, hoewel de wereld niet heeft getoond er blij mee te zijn. Waarom niet? ‘Wel is waar, men leest thans niets liever, dan wekelyksche bladeren, maar zy moeten in den heerschenden smaak geschreeven zyn’. Dat wil zeggen, ze moeten vernuftig, boertig, vrolijk, satirisch zijn om zogenaamd de ondeugd te bestrijden. Het gewone oude, deftige en ernstige voldoet blijkbaar niet. Men verguldt dus als het ware de pil, in bladen als de Spectator, de Mensch, de Gezellige. Hier niet!
Dit standpunt ligt niet ver van het standpunt van de auteur zelf, ‘Over het oogmerk van dit weekelyksch Blad’ in nr. 1. De mensen willen gelukzaligheid, maar godsdienst is daartoe het beste middel. Dat is wat anders dan wat ‘sterke geesten’, of de zo verstandig pratende petit-maîtres u voorhouden. Een blad als dit is nodig om op grond van redelijke argumenten hun standpunten en meningen te kunnen ontzenuwen. Het gaat hier dus niet om munitie voor debatten tussen christenen onderling, maar om de analyse van het ware en onware in allerlei wereldbeschouwingen.
In de tekst vindt men daarom allerlei onderwerpen besproken: deugd, de ervaring van ziekte en ongeluk als strijdig met Gods goedheid, onweer, het vermogen van de rede, pedanterie als oorzaak van ongeloof. Dit alles in combinatie met de bespreking van het gedachtegoed van een zeer groot aantal filosofen; zoals Leibnitz, Wolff, Descartes, Herbert van Cherbury, de stoa, Anthony Collins, de gnostici.

Exemplaar
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: O 61 8565-8567
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: O 61-8576:2 (prospectus)
¶ Full text deel 1, deel 2 en deel 3

Literatuur
¶ P. Estié, Van afgescheiden gemeente tot kerkgemeenschap. Geschiedenis van de Hersteld Evangelisch-Luthersen in Amsterdam, 1791-1836 (Hilversum 2007), p. 100.

André Hanou