Goudasche Courant (1791-1805)

Titelbeschrijving
Goudasche Courant.
Tot en met 1793 verschenen er ook buitengewone afleveringen onder de titel Extra-ordinaire Goudasche Courant.

Periodiciteit
De krant verscheen van 26 oktober 1791 t/m eind 1805: tot 1 januari 1796 driemaal per week (maandag, woensdag, vrijdag), in 1796 dagelijks en vanaf 2 januari 1797 weer driemaal per week. Het laatst bekende exemplaar dateert van 2 oktober 1805 (nr. 118). Het octrooi werd toen ingetrokken.

Bibliografische beschrijving
De krant is een half vel in folio groot. Vooral in 1793 kwamen er ook kranten van een heel vel folioformaat uit. De tekst is in twee kolommen opgemaakt.
In de loop der jaren wijzigde het titelblok een aantal malen. Kern van het titelblok is het wapen van Gouda – met de wapenspreuk ‘Per aspera ad astra’ (doorheen moeilijkheden naar de sterren) – en aan weerszijden het verschijningsjaar en de aflevering, daaronder de titel, en daaronder de dag en datum.
Vanaf 23 januari 1795 staat onder het wapen: ‘Vrijheid – Gelykheid – Broederschap’; soms alleen ‘Vryheid en Gelykheid’. Onder de datum staat dan: ‘Het Eerste [Tweede enz.] Jaar der Bataafsche Vryheid.’ In 1796-1798 staan de woorden ‘Gelykheid. Vryheid. Broederschap’ in grote kapitalen boven het titelblok. Onder het wapen staan dan de woorden ‘Waarheid, Recht en Verlichting’. Op 25 juli 1798 verdwijnt dit laatste motto ‘daar de Letters dier woorden versleeten zyn’. Daarvoor in de plaats komt voortaan de tekst van art. 16 van de Burgerlijke en Staatkundige grondregels der Acte van Staatsregeling: over de vrijheid van drukpers. In de aflevering van 10 januari 1803, de oudste bewaard gebleven aflevering van dat jaar (1802 is niet getraceerd), zijn de woorden ‘Gelykheid. Vryheid. Broederschap’ uit het titelblok verdwenen.
Vanaf 29 april 1796 begint de tekst, ter breedte van de bladspiegel, met enkele regels inhoudsopgave.
Het Streekarchief Midden-Holland bewaart een aflevering van de Goudasche Courant op linnen gedrukt (2 januari 1792).

Boekhistorische gegevens
Het impressum wijzigt zich in de loop der jaren diverse keren. Op 26 oktober 1791 luidt het: ‘Ter drukkerye van M. Koon en H.L. v. Buma, te Gouda’. Op 1 april 1792 is Koon uit het impressum verdwenen en heet het ‘Ter drukkerye van H.L. Buma en Comp., op ’t Zeugstraat te Gouda’. Na 26 april 1793 blijkt de drukkerij te zijn verhuisd: ‘Ter Drukkerye van H.L. van Buma en Comp., in de dubbelde Buurt by Haven te Gouda’. Vanaf 30 juni 1794 is er van een compagnie geen sprake meer en is het adres opnieuw veranderd: ‘Ter Drukkery van H.L. van Buma, op de Haven te Gouda’.
Op 18 februari 1795 keert de compagnie terug: ‘Ter Drukkery van H.L. van Buma en Comp. op de Haven te Gouda’. Na 1 januari 1798 is de compagnie weer uit het impressum verdwenen (zie advertentie Goudasche Courant van deze datum). Vanaf 2 augustus 1799 verdwijnt de naam van Buma: ‘Ter Drukkerye van Nicolaas Brinkman te Gouda’ of ‘By N. Brinkman, op de Haven, te Gouda’. Op 10 januari 1803 (ingangsdatum is wegens ontbrekende afleveringen niet bekend) heet het: ‘By N. Brinkman en E. Klein, te Gouda’. Dit blijft zo in 1804, maar op de aflevering van 9 januari 1805 is de compagnon uit het impressum verdwenen: ‘Te Gouda, by N. Brinkman’.

Op 8 september 1791 dienden Matthijs Koon, uit Amsterdam, en Hanso Lemstra van Buma, uit Sneek, bij de vroedschap te Gouda een verzoek in om aldaar een krant te mogen drukken, uitgeven en verspreiden. Dit werd op 11 oktober 1791 voor een periode van zes jaar toegestaan. Voorwaarden waren onder andere dat beide courantiers poorter van Gouda zijn (inschrijving op 15 oktober) en voor de duur van het octrooi ƒ 4000 recognitiegeld betalen. De beoogde begindatum van 1 januari 1792 werd vervroegd naar 26 oktober 1791. Buma, die in Sneek in 1787 en in 1789 in aanvaring was gekomen met de overheid wegens productie en distributie van politiek subversief drukwerk (waaronder de Nieuwe Mercurius of Friesche Boode), bleef na de start van de Goudasche Courant nog een groot aantal maanden als boekverkoper in zijn voormalige woonplaats actief (advertentie Leeuwarder Courant 29 augustus 1792).
Het is onbekend hoe lang Koon betrokken bleef bij de Goudasche Courant. Hij had in 1788 de drukkerij geërfd van zijn oom Harmanus Koning, de eigenaar-drukker van de Diemer- of Watergraafs-meersche Courant (1781-1783). Koon maakte echter zoveel schulden dat er in augustus 1793 beslag werd gelegd op de drukkerij. Blijkens de wijzigingen in het impressum van de Goudasche courant heeft hij zich vermoedelijk in april 1792 uit deze laatste krant teruggetrokken. Hij duikt in februari 1795 in Leeuwarden op als mede-uitgever van het Dagverhaal der Handelingen van de Provisioneele Representanten des Volks van Friesland (1795). In juni 1795 begon hij met zijn schoonvader Johannes Seydel de Friesche Courant (1795-1798).

Ook is onduidelijk wie de compagnons waren met wie Buma na het vertrek van Koon de Goudasche Courant maakte. Het lijkt er veel op dat Nicolaas van Gorcum, uit Bolsward (waar de familie Buma vandaan kwam), de opvolger was van Koon. Van Gorcum kreeg op 11 mei 1792 van de magistraat van Gouda toestemming om zich aldaar acht maanden te vestigen. Na zijn huwelijk met een burgeres van de stad kon hij zich er blijvend vestigen. Hij heeft er voor zover bekend nooit een eigen drukkerij gehad. Hij moet tussen 1798-1800 naar Den Haag zijn vertrokken. In 1800 heeft hij zich als boekdrukker en boekverkoper in Sneek gevestigd.
In de periode dat Van Gorcum naar Den Haag vertrok, had Buma de handen vol aan allerlei politieke en bestuurlijke werkzaamheden. Die slorpten dermate veel tijd op dat hij in 1799 genoodzaakt was zich uit de krant terug te trekken: door ‘veelvuldige absentien’ was hij niet meer in staat ‘zyne eigene zaaken met dezelfde zorg en oplettendheid als voorheen’ te behartigen (advertentie Goudasche Courant 2 augustus 1799). Zijn zaakwaarnemer (‘Boekhouder’) Nicolaas Brinkman heeft dan de krant inmiddels overgenomen.
De sterke Friese connectie blijkt ten slotte ook uit het feit dat Buma J.A. (Jakle?) Hemminga in dienst had genomen als corrector en als plaatsvervangend directeur. Bij afwezigheid van Buma had Hemminga de leiding over de drukkerij. Verder was Hemminga verantwoordelijk voor de emballage en logistiek van de gedrukte kranten. Dit alles blijkt uit verklaringen van Jacobus Soet, die als letterzettersknecht in de drukkerij werkte (11 oktober 1794).

Gedurende alle jaren dat de Goudasche Courant verschenen is, prijkt de naam van Jan Willem Smit als distributeur in het titelblok: ‘Wordt elken Dag uitgegeeven te Amsterdam by J.W. Smit, op de Fluweele Burgwal by de Halsteeg’. Dit was aanvankelijk tegen de zin van de Amsterdamse burgemeesters. De Oud-Raad verbood hem in oktober 1791 de krant te distribueren omdat die zou kunnen concurreren met de Amsterdamsche Courant.
Door bemiddeling van het Goudse stadsbestuur gaf Amsterdam op 31 juli 1792 toe, onder voorwaarde dat de courantiers zich niet zouden bezondigen aan ‘morserijen’ die de Amsterdamse krant zouden kunnen benadelen (zoals concurrentie in advertentietarieven).
Deze Jan Willem Smit was in 1793/94 eigenaar geworden van de voormalige drukkerij van Koon, in de Watergraafsmeer. Smit was na de Franse intocht met een eigen krant begonnen: de Diemer- of Watergraafsmeersche Courant (1795). Lang heeft deze krant niet bestaan. Eind 1795 heeft de uitgeverscompagnie van Buma door inkoop het recht op deze krant verworven. Op 30 december 1795 maakte hij in de Goudasche Courant bekend dat hij, onder het motto ‘liever één goed en getrouw Dagblad’, had besloten beide kranten met ingang van 1796 onder de naam van Goudasche Courant uit te geven (zie ook bijvoorbeeld de advertentie in de Groninger Courant van 15 januari 1796).

In de colofon in de eerste drie afleveringen, onder het titelblok, staat naast de naam van Smit ook die van M. van Loopik & Comp. te Gouda vermeld. Deze naam komt later niet meer terug. De colofon geeft als overige verkoopadressen:

Dordrecht by A. Blussé en Zoon, Haarlem van Brussel, Leyden Herdingh, Delft C. van Graauwenhaan, Schiedam Poolman, ’s Hage Leeuwestyn, Hoorn Vermande, Enkhuyzen Franx, Alkmaar Hartemink, Monnickendam de Gorter, Purmerende Keyzer, Zaandam Tolk, Utrecht de Wed. ter Veen en Zoon, Middelburg Keel, en verder alomme.

In de aflevering van 22 mei 1793 staat opnieuw een colofon:

Deze Courant zal voortaan ook driemaal per Week worden uitgegeven te ’s Hage by H.H. van Drecht, Zutphen A. van Eldik, Arnhem Moelman, Leeuwarden Van Sligh, Enkhuizen Franx, Alkmaar Hartemink, Zaandam Tolk, Middelburg Wetters, en verder by de gewoone Uitgevers.

In de colofon van de eerste drie nrs. worden de prijzen vermeld: ƒ 5 abonnementsgeld per jaar. Het plaatsen van advertenties van zes regels bedroeg 4 schellingen; iedere regel meer kostte 4 stuivers extra. Teksten hiervoor kon men aanleveren bij de genoemde J.W. Smit en M. van Loopik & Comp. De afleveringen kostten in de losse verkoop 1 stuiver per stuk (Goudasche Courant 31 januari 1793). In 1796, toen de krant dagelijks verscheen, bedroeg de abonnementsprijs ƒ 9 per jaar (Goudasche Courant 30 december 1795).

Medewerkers
Algemeen wordt aangenomen dat Matthijs KOON (1767-1836) en Hanso LEMSTRA VAN BUMA (1762-1847) ook zelf artikelen hebben geschreven. Uit de drukgeschiedenis van de krant blijkt dat Koon hier vermoedelijk al in 1792 mee gestopt is en Buma er door zijn drukke bezigheden in de politiek ook niet veel tijd voor heeft gehad. In de Frans-Bataafse tijd bekleedde Buma uiteenlopende bestuursfuncties, waaronder als lid van het Departementaal Bestuur van de Delf en als lid van het Vertegenwoordigend Lichaam.
Verder leverde de Goudse rector van de Latijnse school Gerrit Carel Coenraad VATEBENDER (1759-1822) bijdragen aan de Goudasche Courant. Ook hij bekleedde na 1795 diverse bestuursfuncties en kwam Buma in genoemde gremia als medelid tegen. Vatebender nam in 1796 tevens deel aan de Eerste Nationale Vergadering. Op 3 maart 1796 dienden Vatebender en Buma gezamenlijk als schrijver en uitgever bij de Nationale Vergadering een verzoek in om als drukker en leverancier van papier en verdere schrijfbehoeften gecontracteerd te worden. In de Heerenboekjes van 1797 wordt hij genoemd als ‘translateur uit de Latijnsche en Fransche talen’ in dienst van de Nationale Vergadering. Dit doet vermoeden dat hij voor de krant de vele berichten, missiven en verhandelingen uit Frankrijk vertaalde.
Ook van de patriotse broodschrijver Gerrit PAAPE (1752-1803), die eveneens voor de Friesche Courant van Seydel en Koon schreef, is bekend dat hij voor kopij zorgde. In de Goudsche Courant van 8, 10 en 15 maart 1797 schreef hij met vermelding van zijn naam in drie afleveringen ‘De eer der Friesen verdeedigd voor de vierschaar des Bataafschen Volks’. Dit stuk verscheen al eerder in de Friesche Courant.
De Goudasche Courant bevat tevens enkele gedichten van de dichteres Johanna Jacoba Van HAREN-BEAUMONT (ca 1752-1827), alias ‘Netje Revolutionair’, die ook als politiek commentator meewerkte aan de Nationaale Bataafsche Courant van Lieve van Ollefen (1797).
Van Johannes Henricus REDELINGHUYS (1756-1802), tot slot, is eveneens bekend dat hij bijdragen leverde aan de Goudasche Courant. Hij werd in maart 1798 gearresteerd, nadat hij in deze krant de leden van het Comité van Justitie had uitgemaakt voor ‘Oranjestinkers’.

Inhoud
In deze radicaal-patriotse krant kan de lezer van dag tot dag de politieke gebeurtenissen in Parijs volgen. Na het uitroepen van de Bataafsche Revolutie in Nederland worden ook de politieke en bestuurlijke ontwikkelingen in eigen land nauwlettend gevolgd. Hoewel de courantiers schrijven in hun berichtgeving onpartijdig te zijn, klinken in alle artikelen hun ultraradicale gevoelens door.
Dit blijkt onder andere door de onderwerpen van de Extra-Ordinaire kranten in 1793. Nr. 1 (5 januari 1793) bevat de volledige tekst van de ‘Verdeediging van Lodewyk de xvi, voor de balie van de Nationaale Conventie, op den 26 December 1792’; nr. 2 (31 januari 1793) het ‘Testament van Lodewyk XVI. Voorgeleezen in de zitting der gemeente den 21 januari 1793’; nr. 4 (22 februari 1793) met de oproep van Dumouriez om zich te bekeren tot de verworvenheden van de revolutie; en nr. 5 (18 maart 1793) met officiële brieven van de stadhouder over de belegering van Willemstad door de Fransen. In latere afleveringen staan bijvoorbeeld vertaalde toespraken van Robespierre (2 december 1793) en andere politici. Interessant is de opgave (27 maart 1795) van het aantal Nederlandse vluchtelingen dat zich in Brussel in januari 1788 ophield, als bewijs dat toen reeds meer dan 40.000 patriotten klaar stonden om met hulp van de Fransen in de Republiek naar de macht te grijpen.
Daarnaast bevat de krant ook ‘gewoon’ nieuws over krijgsverrichtingen, scheepsberichten en zeetijdingen. Er staan veel advertenties in van boekhandelaren (Allart, Buma), al wordt dit aantal na 1800 aanmerkelijk minder. Wel verschijnen geboorte- en overlijdensadvertenties. In een enkel geval wordt er een ingezonden brief geplaatst (2 augustus 1799).
Er wordt niet gepolemiseerd met andere kranten of tijdschriften. Uitzondering betreft het conflict over de Friesche Courant tussen de compagnie van Koon-Seydel en de courantier van de Leeuwarder Courant. Deze Doeke Smeding had op grond van zijn octrooi geprotesteerd tegen het verschijnen van een concurrent, waarna het Hof van Friesland de Friesche Courant op 5 september 1795 verbood. Buma koos partij voor zijn vroegere collega Koon, omdat de actie van Smeding – ‘Een Snoodaart, een Leugen-Courantier’ – een forse inbreuk was op de vrijheid van drukpers (Goudasche Courant 30 december 1796).

Exemplaren
De Goudasche Courant is tot 1801 vrijwel geheel bewaard gebleven:
¶ Gouda, Streekarchief Midden-Holland: inv.nr. 1037
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 1610 C 20 (1791-1800).

Bronnen
¶ Gouda, Streekarchief Midden-Holland: inv.nr. 1, toegang 81, Vroedschapsboeken (1791-1792), fol. 105v-107r, 120v-125v
¶ idem: inv.nr. 1, toegang 0001, Notulen van de vergaderingen van de raad (1803-1807) (over intrekken/aflopen octrooi).
¶ idem: toegang 0200, Collectie Varia, AC 200, Hs. 55 Dagboek van Willem van der Hoeve; achterin: nrs. 167 t/m 169 (diverse brieven etc. 1791–1792 van en aan Koon en Buma over oprichting krant).
¶ idem: besluiten stadsbestuur, inv.nr. 134, p. 81 (stukken aan rector Vatebender onderschept, 1794); inv.nr. 223, p. 66 (schrijfverbod Vatebender opgeheven, 1795); inv.nr. 134, p. 18 (staatsresolutie van 22-03-1792 toegezonden naar de krant, 1792); inv.nr. 134, p. 56v (licentie Koon en Buma, 1791); inv.nr. 223, p. 236 (courantier Buma geeft opheldering, 1795).
¶ Amsterdam, Stadsarchief: 5075 (ONA) 18360, akte 33 (notaris Dirk Willem van der Brugghen, 1793-1794).
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: CAHAIS 1791-1797: 98 (prospectus krant).

Literatuur
¶ Ton Jongenelen, ‘Gehaat bij vriend en vijand. De patriotse drukker Harmanus Koning’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 28 (2005), p. 40-41
¶ Marcel Broersma, Beschaafde vooruitgang. De wereld van de Leeuwarder courant 1752-2002 (Leeuwarden 2002), p. 55-57
¶ Myriam Everard, ‘In en om de (Nieuwe) Bataafsche Vrouwe Courant. Het aandeel van vrouwen in een revolutionaire politieke cultuur’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 24 (2001), p. 67-87
¶ Jaap Hagedoorn, Overdracht van meer dan letters … Van Gorcum 1800-2000 (Assen 2000), p. 11-16
¶ Peter Altena, Gerrit Paape (1752-1803). Levens en werken (Nijmegen 2010)
¶ Peter Altena, ‘Om tot regte kennis van zaaken te komen! De satire Het leven en sterven van een hedendaagsch aristocraat (1798) van Gerrit Paape nader beschouwd’, in: Secrete Penitentie 4 (1990), p. 1-19
¶ A.M. Elias, P.C.M. Schölvinck en H. Boels, Volksrepresentanten en wetgevers. De politieke elite in de Bataafs-Franse tijd 1796-1810 (Amsterdam 1991), p. 237
¶ D. van Heel, De Goudse drukkers en hun uitgaven (Gouda 1951)
¶ M. Schneider, De voorgeschiedenis van de Algemeene Landsdrukkerij (Den Haag 1939), p. 129-130
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De Wereldbeschouwer’, in: De Navorscher 1879, p. 26-28.

Rietje van Vliet