Haegsche Weekelycke Mercurius (1654-1667)

Titelbeschrijving
Haegsche weekelycke Mercurius.
¶ Na het aantreden van een nieuwe drukker en boekverkoper kreeg het nieuwsblad een ondertitel: Haeghsche Weeckeliicke Mercurius, van [of: vervattende] alle gedenckweerdickste advysen van geheel Europa.
¶ In 1657 veranderde de titel opnieuw: Haeghsche Maendaeghsche [of: Donderdaeghsche] Mercurius, vervattende alle gedenckweerdigste advysen van geheel Europa.
¶ Na het vertrek van de courantier naar Utrecht verdween het Haagse element uit de titel: Donderdaechsche [of: Maendachsche) Mercurius behelsende historische geschiedenissen, jonghst van tijdt tot tijdt in Europa voorvallende.

Periodiciteit
Het blad verscheen van 11 september 1654 t/m 29 september 1667 (laatst bewaard gebleven aflevering). De afleveringen zijn genummerd; de telling begint halverwege het kalenderjaar opnieuw. Door de fragmentarische overlevering is er geen duidelijkheid over de weekdag waarop ze van de pers kwamen.
De afleveringen werden na de verandering van drukker-boekverkoper in 1655 wekelijks vergezeld van een supplement (‘Advysen) met de laatste nieuwtjes. De Advysen verschenen doorgaans een paar dagen later. In 1657 verdwenen ze weer van het toneel (al zijn er ook Mercuriale Ordinaire Advysen bekend die de courantier vanuit Utrecht het licht deed zien).
Op onregelmatige momenten kwamen er ook pamfletten uit met achtergrondinformatie over bepaalde onderwerpen. Bijvoorbeeld Numero 1. D’overwinninge van Landrecy, door de wapenen van den alder-christelijckxsten koninck Louis den XIV (1655). Meer voorbeelden staan vermeld bij Knuttel 7601.
Het geheel vormde tezamen de Haegsche Weekelycke Mercurius.

Bibliografische beschrijving
Onder de titel Haegsche Weekelycke Mercurius staat een vignet met de vliegende Mercurius. De afleveringen in kwarto bevatten acht doorlopend genummerde pagina’s (incl. titelpagina) die alle, met uitzondering van titel en tussenkopjes, gezet zijn in een gotische letter. Met ingang van 1657 wordt de antiqua soms ook wel voor de broodtekst gebruikt.
De Advysen zijn slechts 4 pagina’s groot. De omvang van de pamfletten, die genummerd zijn, een eigen titelpagina en een doorlopende paginanummering hebben, varieert. Een en ander duidt erop dat het de bedoeling was dat de abonnee de mercuur met toebehoren zou laten inbinden tot een naslagwerk. Dit wordt bevestigd door de aparte titelpagina’s die voor halfjaardelen zijn uitgegeven:, ende eyndende den laetsten december 1657. Vervattende alle gedenckweerdichste advysen van geheel Europa.
De Haeghsche Maendaeghsche [of: Donderdaeghsche] Mercurius, de titel die vanaf 1657 werd gevoerd, heeft een aparte titelpagina met achtereenvolgens daarop gecentreerd: volgnummer, titel, titelprent en impressum. De titelprent, met daarop een grote vliegende Mercurius boven een bergachtig kustlandschap waar gevochten wordt, beslaat drie kwart van de pagina.

Boekhistorische gegevens
Het impressum op de titelpagina luidt: ‘Men Drukt en Verkoopt in ’s Graven-hage, By Wilhelm Breeckevelt, Boekdrukker, woonende in de Pooten, naast de Bibel met Privilegie den 11. September 1654’.
Breeckevelt is diverse keren in aanraking gekomen met justitie. Zo werd hij in 1651 wegens smaad jegens de Amsterdamse burgemeesters Bicker gestraft met schandpaal, geseling en verbanning. Desondanks bleef hij daarna in Den Haag zijn beroep gewoon uitoefenen. Maar in juni 1655 vertrok hij op stel en sprong omdat de Gecommitteerde Raden hem opnieuw wegens zijn berichtgeving wilden ondervragen. Zijn laatste aflevering dateert van 18 juni 1655 (nr. 25).
Hij werd opgevolgd door drukker Christianus Calaminus en boekverkoper Hendrik Hondius junior: ‘In s’ Graven-Hage, Gedruckt voor den AUTHEUR: by Christianus Calaminus. Ende men vercoopse voor den Autheur, By Henricus Hondius, Konst ende Boeck-verkooper inde Nieuwe Konst ende Boeck-Druckerye, Woonende inde Hof-straete, den [datum]’. De Advysen hebben op p. 4 een verkort impressum. Het impressum van de pamfletten is identiek aan dat van de mercuren zelf.
De eerste aflevering van 1658 heeft een nieuw impressum: ‘Ghedruckt by Anthoni Pieters, voor den AUTHEUR, ’t eynden ’t Spuy in’t Huys van den Heer Verwer, den 3 Ianuarij, 1658’. Dit wijst erop dat het contract tussen Van der Magh en de hieronder te noemen Calaminus en Hondius inmiddels was beëindigd en dat Van der Maght, die schuilging achter het pseudoniem Anthoni Pieters, de mercuur op zijn eigen drukpers voortzette. Deze had, aldus Maier, wellicht de drukkerij van Calaminus overgenomen.
De verbanning van Van der Maght uit Holland in april 1658 bracht opnieuw een wijziging van het impressum – en van zijn pseudoniem – met zich mee: ‘Tot Utrecht, by Anthony Benedicti, recht over ’t Paus-Huys, voor den autheur’ (11 september 1659). Bewaardgebleven Advysen van eerdere datum dragen ook al dit impressum.

Medewerkers
De courantier is – in ieder geval vanaf het moment dat Calaminus en Hondius in beeld komen – de avonturier jonkheer Gerard Lodewijk van der Maght (1622/23-1698). Uit het contract dat Van der Maght met Hondius sloot, blijkt dat Van der Maght als uitgever optrad (in de moderne betekenis van het woord). Hij zou Hondius iedere week een door Calaminus gedrukte mercuur leveren voor een halve stuiver per stuk, die Hondius voor twee stuivers aan de man mocht brengen. De winst zou over hen drieën worden verdeeld.
Van der Maght had op het Binnenhof verschillende informanten rondlopen: ambtenaren die hem voorzagen van kopieën van diplomatieke brieven en andere vertrouwelijke stukken. Op 5 april 1658 veroordeelde het Hof van Holland hem daarom tot verbanning voor de tijdsduur van tien jaar. Met gebruikmaking van onder andere de schuilnaam Anthony Benedicti, die hij overigens al eerder had gebruikt (1657, nr. 58), zette hij vanuit Utrecht zijn werkzaamheden voor de Haegsche Weekelycke Mercurius voort.
Op 22 december 1669 werd Van der Maght echter voor zijn hele leven, niet alleen uit Holland en West-Friesland, maar ook uit Utrecht, gebannen.

Inhoud
De mercuur bevat nieuws uit alle windstreken, met correspondentieadressen variërend van Constantinopel tot Stockholm, Dantzig, Londen, Brugge en Parijs. Het laatste bericht is altijd van Den Haag afkomstig. Deze Haagse artikelen kunnen ook buitenlands nieuws, boekenadvertenties of mededelingen van de auteur bevatten.
Maier signaleert dat de berichten ongeordender zijn naarmate ze nieuws bevatten uit plaatsen in of vlakbij de Republiek.

Relatie tot andere periodieken
De mercuur is een voortzetting van de Wekelycke Mercurius (1654) van Johannes Rammazeyn.

Exemplaren
Voor opgave van de bewaard gebleven afleveringen, in verschillende archieven en bibliotheken in Europa, zie Maier (2004) en Der Weduwen (2017).

Literatuur
¶ A. der Weduwen, Dutch and Flemish Newspapers of the Seventeenth Century (Leiden, Brill 2017), p. 607–611.
I. Maier, ‘Zur Frühgeschichte der Haager Zeitungen’, in: Quaerendo 34 (2004) 1-2, p. 87-133
¶ I. Maier en R. Vos, ‘Van oude couranten de dingen die opduiken. Nieuw licht op de Haagse pers in de zeventiende eeuw.’, in: Jaarboek Die Haghe 2004, p. 10-35
¶ M. Keblusek, Boeken in de hofstad. Haagse boekcultuur in de Gouden Eeuw (Hilversum 1997), p. 134-135
¶ E.F. Kossmann, ‘Haagsche uitgevers van de 17e en 18e eeuw’, in: Het Boek 22 (1933-1934), p. 275-288
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De ’s Gravenhaagsche courant’, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1875, p. 7-15.

Rietje van Vliet