Haegse Mercurius van den Jaere 1708 (1708-1709)

Titelbeschrijving
Haegse Mercurius van den Jaere 1708 [1709]. Behelsende een romanesque beschryvinge van de aenmerkelykste voorvallen der zelver tyd. Mitsgaders op de zelve eenige historische, politique, juridique, philosophise, morele, emblematique, en galante reflexien
¶ Short title afleveringen: Haegse Merc: en nouvelles des tijdts.
¶ Vanaf 19 juni 1708 (nr. 30) is die titel gewijzigd in Haegse Merc: en reflexien des tijdts.

Periodiciteit
De mercuur verscheen tweemaal per week, op dinsdag en zaterdag, van 7 maart 1708 tot en met 31 december 1709 (191 nrs.), gebundeld in twee delen. De titelpagina van deel 2 is in 1710 van de pers gekomen.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering telt 4 ongenummerde pagina’s in kwarto. In het titelblok staan datum, volgnummer, verkorte titel en een vliegende Mercuur als titelvignet.

Boekhistorische beschrijving
De colofons variëren enigszins. Soms wordt alleen de drukker-uitgever genoemd, andere keren is aan zijn naam extra informatie over de verkrijgbaarheid toegevoegd: ‘In ’s-Gravenhage, gedrukt by Gillis van Limburg, Boekdrukker in de Papestraet, alwaer de Mercuuren worden verkogt, ook in alle Steden by de Boekverkoopers’. Er zijn ook afleveringen waar Amsterdamse verkoopadressen worden genoemd: ‘In ’s Gravenhage, gedrukt by Gillis van Limburg, en worden t’Amsterdam verkogt by Andries van Damme, en Johannes Ratelbandt, Boekverkoopers’.
Een aantal afleveringen is vermoedelijk nagedrukt. Zo worden in de Catalogus van de bibliotheek Meulman afleveringen beschreven met het impressum ‘Na de Copy van ’s-Gravenhagen, By Gillis van Limburg, gedrukt tot Amsterdam by J.H.B.’.
Op 9 juli 1709 wordt informatie gegeven over de verkoopprijzen: de eerste jaargang kost 50 stuivers, drie halfjaargangen kosten samen ƒ 4.

Medewerkers
Over de auteur is weinig meer bekend dan dat Jacob Campo Weyerman hem in zijn Ontleeder der Gebreeken van 20 augustus 1725 ‘Sinjeur Holst’ noemt. In de Haegse Mercurius van 5 maart 1709 geeft de auteur zijn geboortedatum: 4 maart 1677. Deze datum stemt niet overeen met de geboortedatum van Jan VAN HOOGSTRATEN, de dichter van wie Buynsters (1984) vermoedt de auteur te zijn.

Inhoud
In deze mercuur worden in de satirische traditie van Juvenalis de ondeugden van tijdgenoten gehekeld. De schrijver wil zijn lezers ‘met sijn klugtige Nouvelles stoff van lagchen’ verschaffen. Dat hij ook nieuwsvoorziening als doel moet hebben gehad, blijkt uit zijn voornemen op 12 juni 1708 (nr. 28). Voortaan zal hij de nieuwtjes overlaten aan de ’s Gravenhaegse Courant (1708-1795) ‘die zulks door zijn ’s Maendaegse, ’s Woensdaegse, en Vrydaegse Couranten, reets begonnen heeft’. Een week later blijken de ‘nouvelles’ uit de titel in het titelblok te zijn vervangen door ‘reflexien’.
Na deze wijziging wordt er voornamelijk commentaar geleverd op de in kranten gepresenteerde actualiteit. Dit commentaar is door cursief gedrukte woordspelingen en associatieve verwijzingen naar bekende literaire of historische verhalen geestig bedoeld, maar mist de snelheid, spitsvondigheid en ideeënrijkdom van de Haegse Mercurius (1697-1699) van Hendrik Doedijns. De satire maakt langzamerhand plaats voor een moraliserende toon.

Relatie tot andere periodieken
In de inleiding van deel 1 en in de eerste aflevering verklaart de schrijver dat zijn Haegse Mercurius een voortzetting is van de Haegse Mercurius (1697-1699) van Hendrik Doedijns: ‘Mercuur die eenige jaaren in der muyte gezeten heeft, om dat het snappertje zijn bek te veel geroert had, heeft eindelijk van de Goden vergiffenis gekregen, en verlof bekomen, om herom te vliegen, en de Haegse werelt weer te gaan bezoeken’. Titel, vormgeving, satirische opzet en drukker-uitgever zijn identiek, maar in stilistisch opzicht blijkt Doedijns zijn epigoon verre de meerdere.
Weyerman memoreert in zijn Ontleeder der Gebreeken van 20 augustus 1725 de slaapverwekkende stijl van de mercuur van 1708. Hij spreekt over de lezers ‘die Weekelyk het Geluk genooten van zig in slaap te konnen leezen aan de doorwrochte Bladen, van zyn [Doedijns] Nazaat, den ’s Gravenhaagsche Tacitus’.

Exemplaren
STCN 229819265

Literatuur
¶ P.J. Buijnsters, ‘Hendrik Doedijns en zijn Haegsche Mercurius (1697-1699)’, in: Levende Talen 249 (juli 1968), p. 396-406
¶ K. van der Wulp (samenst.), Catalogus van de tractaten, pamfletten, enz. over de geschiedenis van Nederland, aanwezig in de bibliotheek van Isaac Meulman (Amsterdam 1868), deel 3, p. 162 (nr. 8098).

Rietje van Vliet