Handelingen van de Municipaliteit der Stad Amsterdam (1795-1803)

Titelbeschrijving
Handelingen van de Municipaliteit der Stad Amsterdam.
Andere titels:
Dagblad van de Vergaderingen der Representanten van het Volk van Amsterdam (1795-1796)
Dagblad van de Vergaderingen van den Raad der Gemeente van Amsterdam (1796-1798)
Dagblad der Vergaderingen van de Administratieve Municipaliteit van Amsterdam (1798)
Dagblad der Vergaderingen van de Municipaliteit van Amsterdam (1798-1801)
Dagblad der Vergaderingen van het Intermediair Gemeentebestuur van Amsterdam (1801-1803).

Periodiciteit
Het gemeentelijke bestuursblad verscheen als Handelingen van de Municipaliteit van 19 januari tot 10 juni 1795 (1 deel). Saakes meldt in zijn Naamlijst van maart 1795 dat het blad ‘daaglijks wordt vervolgd’ (p. 118). Daarna kwamen de afleveringen (‘stukken’) slechts een paar keer per jaar uit en met wisselende frequentie, zo blijkt uit de opgaven bij Saakes. Wel bleef hij het blad als een periodiek geschrift beschouwen, aangezien hij de titel steevast plaatste te midden van andere tijdschriften.
De Handelingen kregen diverse keren een nieuwe naam. Als Dagblad van de Vergaderingen der Representanten verscheen het van 10 juni 1795 tot 11 mei 1796 (1 deel). Het Dagblad van de Vergaderingen van den Raad der Gemeente van Amsterdam verscheen van 11 mei 1796 tot 15 maart 1798 (4 delen). Daarna volgde het Dagblad der Vergaderingen van de Administratieve Municipaliteit, dat tot 13 juni 1798 bleef bestaan (1 deel). Vanaf die datum tot 31 oktober 1801 kwam het blad uit als Dagblad der Vergaderingen van de Municipaliteit (4 delen). Het Dagblad der Vergaderingen van het Intermediair Gemeentebestuur van Amsterdam verscheen van 31 oktober 1801 tot 12 maart 1803 (3 delen).
Nadat op deze laatste datum het Gemeentebestuur was geïnstalleerd, hield het Dagblad op te bestaan.

Bibliografische beschrijving
In octavo. Het Dagblad heeft op de titelpagina een zinnebeeldig vignet met het wapen van Amsterdam, getooid met een moderne gevleugelde Mercuriushoed en diverse vrijheidssymbolen.

Boekhistorische gegevens
De Handelingen van de Municipaliteit der Stad Amsterdam werden gedrukt te Amsterdam, bij Hendrik Gartman. Daarna luidt het impressum: ‘ter Stads drukkerye’.
Over de prijzen worden we geïnformeerd door Saakes. Omdat de afleveringen sterk in omvang van elkaar verschillen, was de prijs per heel, half of kwart vel vastgesteld. Saakes meldt in maart 1795 dat de prijs van de Handelingen van de Municipaliteit per kwart vel een ½ stuiver en per half vel 1 stuiver bedroeg (p. 118). Het Dagblad van de Vergaderingen der Representanten moest in augustus 1795 ‘per half blad of 8 bladzijden’ 10 cent opbrengen (p. 166). Het deel van 10 juni tot en met 10 december 1795 – ter grootte van 227 halve bladen à 5 duiten en 28 kwartbladen à 3 duiten – kostte in december 1795 ƒ 7:12:6 (p. 218). Voor verdere bedragen, zie Saakes 1796 (p. 310), 1797 (p. 408), 1798 (p. 505), 1800 (p. 190), 1801 (p. 287), 1802 (p. 383) en 1803 (p. 478). Voor de bijlagen moest steeds apart worden betaald.

Medewerkers
De redactie van de krant werd gevormd door de secretarissen van het Comité Revolutionair, onder wie Gerrit BRENDER à BRANDIS (1752-1802). Hij bleef secretaris van het Amsterdamse gemeentebestuur, en van het Comité van Justitie, tot aan zijn dood toe. Door het toenemend aantal bezigheden van de secretarissen van de verschillende commités werd besloten een full time redacteur aan te stellen, tegen een tractement van ƒ 2000 per jaar.
Deze betrekking werd toevertrouwd aan Arend FOKKE SIMONSZ (1755-1812). Zijn taken en plichten als redacteur waren vastgelegd in een tien artikelen omvattende instructie, daterend van 10 augustus 1795. Volgens Van Eeghen bleef hij slechts enkele jaren redacteur, aangezien in 1800 het debiet van het blad dermate was afgenomen dat de helft van het arbeidsloon niet meer kon worden goedgemaakt (p. 47-48). Volgens De Niet bleef Fokke echter redacteur en corrector tot het einde van het Dagblad op 12 maart 1803. Ook daarna zou Fokke werkzaamheden voor het gemeentebestuur blijven verrichten.

Inhoud
De naamswijzigingen van deze Amsterdamse krant lopen geheel parallel met de bestuurlijke ontwikkelingen in de stad. Op 19 januari 1795, na het binnenhalen van de Fransen in Amsterdam, droeg het Comité Revolutionair, dat de lokale revolutie had voorbereid, het stadsbestuur over aan de Provisionele Representanten. In de eerste vergadering werd een voorzitter gekozen en kreeg de stad een ‘maire’ en een provisioneel procureur. Ook kwamen er comités met eigen portefeuilles. Op 3 april werd ‘Het reglement ter verkiezing van de municipaliteit der stad Amsterdam’ aangenomen. Volgens deze Amsterdamse kieswet werd op 10 juni 1795 het definitieve bestuur gekozen. Intussen had het Comité Revolutionair op 3 juni besloten zichzelf op te heffen.
Op 10 juni 1795 kwam de eerste gekozen volksvertegenwoordiging van Amsterdam bijeen. Besloten werd dat de naam van de vergadering ‘Representanten van het Volk van Amsterdam’ zou zijn. Een jaar later echter, op 5 maart 1796, werd deze naam gewijzigd in ‘Raad der gemeente van Amsterdam’. De bestuurders hielden zich vooral bezig met de verdeling der portefeuilles over verschillende comités en de onderlinge bestuurlijke verhoudingen. Ook werden keuren en ordonnanties opgesteld, en voerde de Raad het hoogste bevel uit over de burgermilitie en de verdere in stadseed en dienst staande gewapende macht.
Nadat op landelijk niveau een aantal radicaal-democratische unitarissen op 22 januari 1798 een coup had gepleegd, werden alle provinciale en gemeentelijke besturen ondergeschikt gemaakt aan het Uitvoerend Bewind. De Raad der gemeente van Amsterdam werd op 15 maart 1798 vervangen door de ‘Administratieve Municipaliteit van Amsterdam’. Een dag na de tweede staatsgreep in Den Haag op 12 juni 1798 werd dit stadsbestuur vervangen door de ‘Municipaliteit van Amsterdam’, aangesteld door commissarissen van de landelijke overheid.
Omdat de vele staatshervormingen het noodzakelijk maakten dat de gemeentewet en de kieswet werden gemoderniseerd, maar deze wijzigingen alsmaar uitbleven, stonden de bestuurlijke problemen regelmatig op de agenda van de Municipaliteit. De situatie werd voor een groot aantal leden dermate onwerkbaar dat ze in 1799 besloten bij de departementale overheid hun ontslag aan te bieden; dit werd echter geweigerd. Pas op 31 oktober 1801 werd het gemeentebestuur, door het staatsbewind, vervangen door een nieuw bestuur.
De stad kreeg nu een ‘Intermediair Bestuur’. Opnieuw was de inrichting van gemeentebesturen een van de regelmatig terugkerende agendapunten, deze keer echter op instigatie van het lands- en departementale bestuur. In de vergadering van 10 maart 1803 werd het nieuwe reglement voor het gemeentebestuur, vastgesteld door het Departementaal bestuur van Holland, meegedeeld. Het gemeentebestuur werd daarop ontslagen en, aangezien een kiesreglement nog steeds ontbrak, door het departementale bestuur vervangen door een nieuw bestuur: het ‘Gemeentebestuur’.
Dit Gemeentebestuur begon op 12 maart 1803. Van autonome besluitvorming was echter nauwelijks meer sprake. Toen de Wet op de inrichting van de gemeentebesturen eenmaal was aangenomen, werd het Gemeentebestuur op 20 januari 1808 ontslagen en vervangen door een college van burgemeester, wethouders en vroedschappen en een thesaurier. Dit nieuwe Gemeentebestuur bleef aan tot het vertrek van de Franse troepen uit de stad. Onmiddellijk daarna, op 16 november 1813, werd het ‘Provisioneel Bestuur der stad Amsterdam’ geïnstalleerd. Anderhalve maand later, op 31 december 1813, werden de leden van het definitieve stadsbestuur door koning Willem i benoemd.

Relatie tot andere periodieken
De opeenvolgende gemeentebesturen van Amsterdam lieten ook drukken: Registers van bekendmakingen van de provisionele representanten (1795), Publicaties van besluiten van de provisionele representanten van het volk van Amsterdam en de representanten van het volk van Amsterdam (1795-1797), Publicaties van besluiten van de municipaliteit en het intermediair bestuur (1800-1801) en de Publicaties van besluiten van het intermediair bestuur, de raad en de wethouders (1802-1807).

Exemplaren
¶ Leiden, Universiteitsbibliotheek: 1387 G 12-13 (Handelingen), 1387 G 15-25, 1388 G 1-5 (Dagblad representanten en Dagblad raad), 1388 G 6-7 (Dagblad administratieve municipaliteit), 1388 G 8-20 (Dagblad municipaliteit), 1388 G 21-24 (Dagblad intermediair gemeentebestuur).

Bronnen
¶ Amsterdam, Stadsarchief: archief van het nieuw stedelijk bestuur (1795-1813), toegang 5053.

Literatuur
‘Geschiedenis van de bestuursorganen tijdens de Bataafse Republiek’, op de website van het Stadsarchief Amsterdam
¶ Marco de Niet, ‘… En als hij begon, wist hij van geen uitscheiden.’ De verhandelingen van Arend Fokke Simonsz (1755-1812) (Leiden, vakgroep Nederlands, ongepubliceerde doctoraalscriptie 1988)
¶ I.H. van Eeghen, Van stadscourantendrukkerij tot stadsdrukkerij van Amsterdam (Amsterdam 1963).

Rietje van Vliet