Hedendaagse Mercurius (1741-1742)

Titelbeschrijving
De Hedendaagse Mercurius of Weekelykse Redenaar.

Periodiciteit
Woensdags weekblad, aldus een advertentie in de Amsterdamse Courant van 16 december 1741. In nr. 52 (17 oktober 1742) wordt het einde van het tijdschrift aangekondigd, zodat het moet hebben bestaan vanaf ongeveer 1 november 1741.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering bevat 8 pagina’s in kwartoformaat, met doorlopende paginanummering. Er zijn geen vignetten of motto’s. Op de laatste bladzijde wordt het verschijnen aangekondigd van een compleet register (bladwijzer). De laatste pagina’s van het slotnummer worden gevuld met een assortimentslijst van de uitgever.

Boekhistorische gegevens
Het colofon noemt Cornelis van Tongerlo te Amsterdam als drukker, en meldt dat het blad verder verkrijgbaar is ‘in de voornaamste Steden by de Boekverkoopers’.

Medewerkers
De auteur is onbekend. In het laatste nummer zegt hij echter dat hij het blad geschreven heeft ‘om eene jonge Boekverkooper, mynen Nabestaande, dienst te doen’. Hij is dus een bloedverwant van Cornelis van Tongerlo. Hij is onlangs voor de tweede keer gehuwd (p. 321). Verder is hij politiek gezien overduidelijk pro de Van Haren-partij.

Inhoud
Het blad is allereerst bedoeld als een soort mercuriaal tijdschrift. Het geeft nieuws. Het is echter niet onpartijdig: de schrijver is anti-Frans en de oorlogspartij (Van Haren) welgezind. Dat neemt niet weg dat satire en humor een flink aandeel hebben, gaandeweg zelfs toenemen; ‘Mercuur moet zyn Caracter niet vergeten, hy dient niet van Bagatellen maar Staatszaken en Nouvelles te spreken’ (p. 322).
De schrijver heeft duidelijk Doedijns en Weyerman gelezen, en beschikt zelf over een goede stijl. Hij constateert dat zijn blad goed ligt bij het gemeen en veel gelezen wordt (p. 410). Wat ‘den styl belangende, die nu eens Ernst, dan Boertig, dan Satieries, en dan Zedekundig of Histories, kort of langwyliger is, al na den luim of onderwerpen die hy voor heeft; [die] zou men by den aard der CAMELOENEN konnen vergelyken’, maar met iets anders mag ook. ‘Om kort te gaan, de waereld was myn Studeerboek’ (p. 410).
Buiten het nieuws om bespreekt de schrijver tamelijk veel geschriften. Allereerst publicaties die iets met politiek van doen hebben: onder meer werk van Rousset de Missy; de Kallistratus (1742) tegen Willem van Haren; David van Eversdyck, Het verlangen van Europa van (1742), maar ook literaire werken zoals die van Malherbe en de gedichten van Willem van Haren. Om een oordeel te kunnen geven over dergelijke teksten heeft de auteur een foefje: hij laat Apollo op de zangberg een uitspraak doen. Aan het einde wordt vrij veel ruimte gevuld met een levensbeschrijving van J.P. Coen.

Relatie tot andere periodieken
In nr. 42 verweert de schrijver zich tegen een aanval van de Algemeene Spectator: dat blad vond het maar niets dat de jeugd de Mercurius vermakelijker vond dan een spectator.

Exemplaren
STCN 373497709
¶ Amsterdam, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG): PM 543 (nr. 15)
¶ Rotterdam, Gemeentebibliotheek: 1366 E 24 (nr. 20)
¶ Full text nr. 17

André Hanou