Hollandsche Mercurius (1651-1691)

Titelbeschrijving
Hollandsche Mercurius, behelsende het gedenckweerdigsten in Christenrijck voor-gevallen, binnen ’t gansche jaer … [1650 etc.].
¶ De ondertitel en de spelling van de hoofd- en ondertitel variëren (ook bijv. Hollantsche, Hollantze, Hollandtze, Hollandse, Merkurius etc.).

Periodiciteit
De Hollandsche Mercurius verscheen van 1651 tot en met 1691, handelend over de jaren 1650-1690. De frequentie was een maal per jaar, waarschijnlijk in het voorjaar of enkele weken eerder, gezien de data onderaan de voorberichten van de uitgever en aankondigingen in de Oprechte Haerlemsche Courant. In deel 8 (over 1657) verontschuldigt de uitgever zich in een niet gedateerd voorbericht voor de late verschijning van dit deel.
In deel 11 (over 1660) memoreert de uitgever dat zijn werk ‘uyt afgunst soo dickmael na-ghedruckt’ is.
De jaarboeken over 1668-1676 (deel 19-27) en de herdrukken uit deze periode van eerdere jaarboeken bevatten een privilege van de Staten van Holland en West-Friesland van 17 december 1668 met een geldigheidsduur van vijftien jaar, ondertekend door Johan de Witt en ter ordonnantie van Herbert van Beaumont, ter voorkoming van roofdrukken en verkoop daarvan. Bij overtreding van het privilege gold een boete van 300 Carolus Guldens, waarvan een derde deel bestemd was voor de overheid, een derde voor de armen en een derde voor de uitgever.

Bibliografische beschrijving
Alle delen zijn in kwarto uitgegeven. De paginering begint per deel opnieuw. De omvang van de 41 jaarboeken varieert van 63 tot 349 arabisch genummerde bladzijden, met een gemiddelde van 207 (in totaliteit 8509 gepagineerde bladzijden). Daarnaast bevatten de meeste jaarboeken in het voorwerk een ongepagineerde titelprent, een titelpagina en een bericht van de uitgever/redacteur aan de lezer van een of enkele bladzijden. De ongepagineerde registers variëren tussen 1 en ruim 6 bladzijden.
Meerdere jaarboeken zijn vaak ingebonden in één band, zoals die in de Universiteitsbibliotheek van Groningen waar de 41 afleveringen zijn samengevoegd in 8 banden, of in Tresoar (Leeuwarden), waar de exemplaren uit het bezit van het Hof van Friesland zijn ingebonden in 12 banden.

Alleen deel 1 heeft voorafgaand aan het titelblad een pagina met daarop ‘Annales Batavicæ, onder den naam van Hollantsche Mercurius’. Dit deel heeft tevens een ‘toe-eigening’ aan de magistraat van Haarlem. De delen 5 (over 1654) en 24 (over 1673) hebben in plaats van een boodschap aan de lezer een opdracht aan Mr. Matheus Steyn, raad, oud-burgemeester en ontvanger van Haarlem.
De doorgaans anonieme titelprenten bevatten voorstellingen die betrekking hebben op het nieuws in het corresponderende jaar. De titelprent voor 1664 lijkt een afbeelding te zijn van de Grote Markt te Haarlem, waar de uitgever van de Hollandsche Mercurius was gevestigd. De titelprenten voor de jaren 1669-1690 zijn, behalve die voor 1677, gemaakt door Romeyn de Hooghe (1645-1708).
Veel jaarboeken bevatten een of enkele (soms uitvouwbare) prenten, met als topper deel 28 (over 1677) – het eerste door Abraham Casteleyn uitgegeven jaarboek –, waarin behalve de titelprent zes prenten zijn opgenomen. In het voorbericht van deel 17 (over 1666) worden alle tot dan toe gepubliceerde prenten opgesomd. Romeyn de Hooghe maakte ook een aantal van deze prenten.

In het voorwerk van de delen 2 (over 1651), 4 (over 1653) en 5 (over 1654) zitten (titel)verklaringen op rijm van respectievelijk de dichter Jacob de Mol (17e eeuw), D.A., de Haarlemse schepen Cornelis Gravesteyn, de Haarlemse rederijker Franciscus Snellinx (1627-1669) en T.A.V. (de laatste drie in deel 5). Deel 28 (over 1677) bevat het titelgedicht van de dichter en geschiedschrijver Geeraardt Brandt (1626-1685) ‘Op den Hollandtsche Mercurius’. Deel 2 begint bovendien met een citaat en commentaar over de Nederlandse vrijheid. Deel 7 (over 1656) heeft een Latijnse opening van T.A.V.F.G. en de delen 22 en 23 (over 1671en 1672) een niet in rijmvorm gestelde titelprentverklaring.
Na het voorwerk opent de eerste uitgever Pieter Casteleyn de meeste delen met een citaat of spreuk van een klassieke auteur. In deel 27 (over 1676) kiezen zijn erfgenamen voor een tekst van Michel de Montaigne. De volgende uitgever brak met deze gewoonte.
Op de titelpagina’s van de delen 1 tot en met 27 (over de jaren 1650-1676, behalve deel 7) staat aan weerszijden van of rondom het uitgeversvignet van Pieter Casteleyn (met Hollandse leeuw en wapens van Hollandse steden en in spiegelbeeld ‘PAX ET IUSTIT.’) telkens weer een andere Latijnse of Franse spreuk. De delen 28 tot en met 34 (over de jaren 1677-1684, behalve deel 32) en 39 tot en met 41 (over de jaren 1688-1690) hebben Mercurius als uitgeversvignet, evenals deel 7 (over 1656). In de delen 37 tot en met 39 (over de jaren 1686-1688) staat een vignet met een kasteeltje tussen twee engeltjes.
Ter afsluiting van de eerste tien delen publiceerde Pieter Casteleyn in 1660 separaat ‘De conclusie van den Hollandtsche Mercurius, bestaende in de wonderlijcke avonturen van Carolus II Koningh van Engeland, Vrankrijck, Schotlant en Yrlant etc.’ (16 pagina’s).

Boekhistorische gegevens
De Hollandsche Mercurius is uitgegeven te Haarlem, van 1651 t/m 1676 door de Haarlemse kunstschilder en boekdrukker Pieter Casteleyn (ca. 1618-1676), volgens de titelpagina van deel 1 ‘Boeckdrucker op het Zandt, in de Goude Keysers Kroon’. In deel 2 staat ‘op de Marckt in de Keysers Kroon’, wat dezelfde locatie is. Pieter gaf ook overheidspublicaties, historiewerken en nieuwsberichten uit. Zijn respectievelijke echtgenotes waren waarschijnlijk Femmetje Mattheusdr en Janneken Davits.
Het jaarboek over 1676 staat op naam van Pieters erfgenamen en alle volgende delen – die over 1677 tot en met 1690 – op die van Pieters jongere broer Abraham Casteleyn (ca. 1628-1681), ‘Stads-drucker, op de Marckt, in de Blye Druck[erij]’, eerst door Abraham zelf en na zijn dood door zijn echtgenote Margaretha van Bancken (†1692 of 1693). Abraham was al bekend als oprichter en courantier van de gerespecteerde Oprechte Haerlemsche Courant. Abraham beschikte over een groot netwerk dat hem informatie verschafte. Margaretha hertrouwde in 1682 met Frederik van Vliet.
Volgens advertenties in de Oprechte Haerlemsche Courant was de Hollandsche Mercurius ook te koop bij boekverkopers buiten Haarlem, bijvoorbeeld in 1676-1678 te Amsterdam bij Pieter Arentsz, de weduwe van Johan Banningh en/of Hendrick en Dirck Boom. In dezelfde advertenties bieden de Casteleyns oudere delen aan ‘voor een civile prijs’. Begin 1689 verkoopt de uitgever alle voorgaande delen voor 16 gulden, wat een derde minder was dan voorheen. In 1691 is er een soortgelijk aanbod, nu 18 gulden inclusief het deel over 1689. In 1694-1695 biedt de Haarlemse boekverkoper Jacob van Beverwijk zijn laatste complete series (minder dan 25) aan voor 19 gulden en vier stuivers. Te Delft zijn alle delen in elk geval nog tot 1710 verkrijgbaar bij boekverkoper Johannes Speyers, ook weer voor een ‘civile prijs’.

Van een aantal delen bestaan ook heruitgaven. In deel 10 (over 1659) staat, in de vorm van een advertentie, een aankondiging van de verschijning van een herdruk van de eerste tien delen binnen zes à acht weken, ondertekend door ‘Uwen seer toe-gheneghene Dienaer (…) In Willem-stadt’, waarmee Haarlem wordt bedoeld. Bij de delen 2, 3, 6, 7 en 9 zou het om een uitgebreide versie gaan. (Drukvergelijking is echter lastig doordat de eerste drukken meer pagina’s dan de herdrukken bevatten, maar per pagina minder tekst hebben.) De uitgever waarschuwt in deze advertentie ook voor illegale kopieën van zijn jaarboek.
Er is een her- of roofdruk van de eerste tien jaargangen, voor de weduwe van Jan Jansz Brouwer, aanwezig in de universiteitsbibliotheken van Amsterdam (UvA) en Utrecht.
Van deel 9 (over 1658) bestaat een door de Amsterdamse boekverkoper Jacob Benjamin uitgegeven roofdruk met als titel ‘Europische Mercurius’, welke wordt bewaard in Tresoar, Leeuwarden.
In de periode 1673-1686 verschenen bij de Amsterdamse uitgevers Hendrick en Dirck Boom – ‘Henri & Theodore’ en vanaf deel 9 ‘la Veufve de Theodore’ – 13 delen in Franse vertaling over de jaren 1672-1684, onder de titel (Le) Mercure Hollandois, contenant les choses les plus remarquables de toute la terre, arrivéé en l’an etc. (ondertitel varieert). De Franse editie verscheen met een vertraging van 1 à 2 jaren in duodecimo, met titelprenten van Jan Luyken en grotendeels andere voorwoorden. Ze was gericht op een internationaal en vooral Frans publiek en viel grotendeels samen met de Hollandse Oorlog tegen Frankrijk.

Medewerkers
De redacteuren van de Hollandsche Mercurius staan niet op het titelblad vermeld. In deel 5 (over 1654) is sprake van ‘den Schrijver hier af (tot noch toe onbekent)’. Mogelijk doelde de uitgever Pieter CASTELEYN op zichzelf. Evengoed kan er sprake zijn van een of meer tot nog toe onbekende redacteuren, temeer de auteur van het voorbericht van deel 26 (over 1676) verwijst naar zijn vorige jaarboek en tegelijk hierin het overlijden van Pieter Casteleyn memoreert.
De kans dat de tweede uitgever, broer Abraham CASTELEYN, zelf de pen heeft gevoerd is reëel, omdat hij ook de Oprechte Haerlemsche Courant redigeerde. Anders dan Pieter zette hij ook zijn naam onder enkele voorberichten. De stijl van de introducties verandert na Abrahams dood onmiskenbaar. Er is hierin slechts sprake van ‘den geenen, die dit Jaer de Penne gevoert heeft’.

Inhoud
De Hollandsche Mercurius bevat nieuwssamenvattingen van de politieke en militaire ontwikkelingen in vooral het Europa van de tweede helft van de zeventiende eeuw. Ook nieuws uit andere continenten – ‘Asia, Africa en America’ of ‘den gantschen aertbodem’ – komt na verloop van tijd in beeld. Oorlogsnieuws neemt een belangrijk deel van de inhoud in beslag. In deel 22 (over 1671) wordt vreugdevol gereageerd op de benoeming van Willem III tot kapitein-generaal van de Nederlandse troepen. In deel 28, het eerste van Abraham Casteleyn, wordt aangekondigd dat de buitenlandse kwesties alleen worden behandeld voor zover zij te verbinden zijn met de Nederlandse aangelegenheden. Het jaarboek blijft echter een weergave van internationaal nieuws.
De voorrede van deel 3 (over 1652) gaat over Thomas Cromwell (ca. 1485-1540), ter vergelijking met Oliver Cromwell, die in die tijd het Britse nieuws beheerste. Deel 15 (over 1664) opent met een ‘verklaringhe op de comeet-sterre’ die in 1664 was gezien.
In de jaarboeken van Pieter Casteleyn en zijn erfgenamen is het nieuws per maand ingedeeld.
Onder Abraham Casteleyn werd de indeling van het nieuws in maandelijkse porties verlaten, omdat ‘men anders geen bequaem Verhael kan doen’. De meeste tekst is gedrukt in gotische letters, behalve citaten en enkele inleidende teksten.
De Hollandsche Mercurius zal zijn gekocht door de geletterde bovenlaag van de bevolking, voor wie het bezit van een naslagwerk over recente gebeurtenissen aantrekkelijk en nuttig was. Een indicatie hiervoor is de handtekening van de Haarlemse jonker Cornelis Buijck van Swiete(n) op de jaarboeken over 1678 en 1679 die nu in de Universiteitsbibliotheek van Groningen te vinden zijn. Ook het Hof van Friesland schafte de gehele reeks aan, wellicht meteen na verschijning, omdat het bij bijna alle delen om de eerste druk gaat.

Relatie tot andere periodieken
De Hollandsche Mercurius is mogelijk uit de markt geduwd door de sinds 1690 verschijnende Europische Mercurius, die uitgebreider was, een moderner karakter had en tevens een hogere verschijningsfrequentie kende. Het stopzetten van de Hollandsche Mercurius kan ook of deels het gevolg zijn van private omstandigheden van de uitgeefster, aangezien zij na het laatste jaarboek spoedig overleed.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 3072 C 1 [-14]
¶ Full text deel 6 (1655), deel 7 (1656), deel 8 (1657), deel 9 (1658), deel 10(1659), deel 11, deel 12, deel 13, deel 14, deel 15, deel 16, deel 17, deel 18, deel 19, deel 20, deel 21, deel 22, deel 23, deel 24, deel 25, deel 26, deel 27, deel 28, deel 29 (1678), deel 30 (1679), deel 31 (1680), deel 32 (1681), deel 33 (1682), deel 34 (1683)

Literatuur
¶ G. Verhoeven en S. van der Veen, De Hollandse Mercurius; een Haarlems jaarboek uit de zeventiende eeuw (Haarlem 2011)
¶ J. Landwehr, Romeyn de Hooghe (1645-1708) as book illustrator. A bibliography (Amsterdam en New York 1979)
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De Haarlemsche Courant’, in: Mededeelingen gedaan in de Vergaderingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden (1872-1873) p. 3-132.

Joop W. Koopmans
update 11-6-2020