Iets Gewigtigs voor Leyden (ca 1786)

Titelbeschrijving
Iets Gewigtigs voor Leyden.

Periodiciteit
Er zijn tien wekelijkse afleveringen verschenen, waarvan de data niet bekend zijn. Het blad dateert op z’n vroegst van 1786, getuige de bespreking van Aanmerkingen op het Leydsche Ontwerp der Gewapende Corpsen in Holland (1786) van Cornelis Zillisen.

Bibliografische
Het blad telt 8 pagina’s in octavo. Aparte titelpagina’s ontbreken. De afleveringen zijn doorlopend genummerd.

Boekhistorische gegevens
De drukker, uitgever en verkoopadressen zijn onbekend. Ieder nummer kostte 1½ stuiver.

Medewerkers
Volgens Joannes le Francq van Berkheij was de auteur de doopsgezinde predikant Cornelius VAN ENGELEN (1722-1793), maar de stijl van deze Iets komt niet overeen met zijn stijl. P.J. Blok verwijst naar mr. Franciscus Gualtherus BLOK (1749-1812), lid van de Leidse vroedschap en voorman van de lokale patriotten.
Knuttel noemt, zonder bronvermelding, beide kandidaten als samenwerkende auteurs, waarbij Blok alleen het eerste nummer voor zijn rekening genomen zou hebben. De stijl van de ‘inleidende aanspraak’ wijkt door de retoriek die eruit spreekt, wel af van de overige afleveringen.

Inhoud
De politieke signatuur is gematigd patriots. De auteur beschouwt zichzelf niet als een rabiate Oranje-hater, noch als een fervent voorstander ‘der onbegrensde Volksregeering’ (nr. 1). Hij verzoekt beide partijen voortdurend een pas op de plaats te maken, maar wel de privileges te verdedigen waarvoor in de Tachtigjarige Oorlog zo gestreden is. Om die reden worden de lezers – zowel Leidse orangisten als patriotten – getrakteerd op uiteenzettingen over de beginselen van de rechtsstaat.
De toegankelijk geschreven vertogen hebben uiteindelijk één boodschap: alleen een representatief bestuur levert voldoende waarborgen voor het geluk en welzijn van het volk (nr. 8). Het beginsel van volksvertegenwoordiging wordt uitgelegd, met aandacht voor de plaats van de stadhouder, de elite en de burgerij in de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. De ideeën liggen in lijn met die van het Leids ontwerp (1785), waar F.G. Blok ook bemoeienissen mee gehad zou hebben. Zillesen, wiens werk besproken wordt in Iets Gewigtigs voor Leyden (nr. 3), had het Leids ontwerp naar de prullenbak verwezen.
Een reactie op Iets Gewigtigs voor Leyden is te vinden in J. le Francq van Berkheij, De Leydsche stedemaegd en haeren getrouwen burger (1786).

Relatie tot andere periodieken
In de jaren tachtig werd de regio Leiden overspoeld met pamfletten die de naam droegen Iets voor […]. Ze kunnen zowel orangistisch als patriots zijn. Voorbeelden: Iets voor Leyden (1784), tot en met Vyfde iets voor Leyden (1785), Iets voor Edam, Leyden enz. (1784), Iets voor de Patriotten (1785), Iets voor Nederland, en in ’t byzonder voor de stad Leyden (1785), Iets voor Jan [=Berkheij] (1785) en Iets voor Leydens burgery (1785). In deze reeks hoort Iets Gewigtigs voor Leyden thuis.

Exemplaren
Leiden, Universiteitsbibliotheek: PAMFLT 1784:III

Literatuur
¶ R. van Vliet, ‘Leidse Ietsen. Orangistische en patriotse propagandastrijd in Leiden (1784-1786)’, in: Holland 38 (2006), nr. 4
¶ P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad, deel 3, (’s-Gravenhage 1916).

Rietje van Vliet