Iets voor de Patriotten (1784-1785)

Titelbeschrijving
Iets voor de Patriotten.
De titel van de tweede aflevering luidt: 2de Iets voor de Patriotten. Of Vervolg van den Sluipwykschen Turfboer.

Periodiciteit
De verschijningsperiode laat zich slechts afleiden uit jaartallen voorkomend in de tekst. Het is niet bekend of de schrijver deze Iets voort te zetten na nr. 2.

Bibliografische beschrijving
De afleveringen, in octavo, beslaan respectievelijk 12 en 16 pagina’s. Er is geen echte titelpagina; na het titelblok begint onmiddellijk de tekst.
Nr. 1 bevat allereerst een brief door Ary Veen, gedateerd 1 oktober 1784 (p. 1-9); vervolgens een ‘Klinkdigt’ (p. 9), een (fictieve) ‘Bekentmaking’ gericht tegen de remonstrant P. van Rees (p. 9-10), een gedicht ‘Aan de valsche Oranje vrinden’ (p. 10) en een tirade tegen de Leidse weeshuisvader Kester (p. 11).
Nr. 2 bevat opnieuw een brief van Ary Veen, gedateerd Sluipwijk 1 juni 1785 (p. 1-12); daarna, door W. ’t Goy, een ‘Echt en omstandig verhaal, weegens het voorgevallene tusschen Cornelis de Keizer, en den grooten held Leendert Voorby, Op Maandag den 16. May 1785. Te Waddinxveen.’ (p. 13-15) waarna nog enkele anekdotes over patriotten volgen (p. 15-16).

Boekhistorische gegevens
De colofon van de eerste aflevering meldt:

Dit blad is voor ééne en een halve Stuiver te bekomen te Amsterdam, by Hk. Arends; Rotterdam, Hake, Bal, Hendriksen, Kraeft en van Dyk; ’s Gravenhage, van Os en d’Agé; Delft, Poelman; Dord, Wanner; den Briele, Verhel; Utrecht, Ras; ’s Hertogenbosch, Palier; en voorts alöm.

Die van de tweede aflevering:

Dit blad is voor Twéé Stuivers te bekoomen; te ’s Hertogenbosch, by Palier; Utrecht, van Rossum; Amsterdam Arends en Coertse; Leyden, Perk en de Rhee; ’s Hage, van Drecht, in de kleine Raam, d’Agé en de Wed. Vermeulen; Rotterdam, Hake, Kraefft, van Dyle, Bal, Hendriksen en van der Ven; Delft, Poelman en Zoon; Dord, Wanner; den Briele, Verhel; Vlaarding, Nykerk; Overschie, Dekker; en voorts Alöm.

Medewerkers
De auteur is vermoedelijk Dirk NOTEBOOM, een notoir regionaal orangistisch publicist. Hij komt mogelijk uit Waddixveen. Eerder publiceerde hij al zijn Het treurend Waddinxveen, over het gebrek en verval van godsdienst en goede zeeden (1782).

Inhoud
De brieven van deze ‘Ary Veen’ vormen de voornaamste inhoud van dit blad. Het gaat in hoofdzaak om de beschrijving van voorvallen en vechtpartijen tussen orangisten en patriotten in plaatsen op het platteland van Zuid-Holland (Schoonhoven, Haastrecht, Waddinxveen, Sluipwijk, Montfoort). Immer zijn het de paraderende trotse patriotten die het moeten afleggen tegen de boerse, maar beter vechtende prinsgezinden. Vooral het Schoonhovense exercitiegenootschap legt het herhaaldelijk af tegen het ‘Stokke genootschap’ uit Haastrecht. In het algemeen zijn alle patriotten: arminianen, Santhorstgezinden en wat dies meer zij.
Dit alles wordt gelardeerd met scheldpartijen tegen patriotse voorlieden, zoals de jeneverheld ds. Cluwen te Sluipwijk, de predikanten Couperus en Smit te Gouda. Ook wordt herhaald de patriotse pers doorgenomen, zoals de Batavier, door Bernard.
Over de inhoud van dit blad werden klachten geuit in de stad Leiden: het werd vlak buiten de poorten van die stad aan de man gebracht.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: pfl. 20918 (nr. 1)
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: pfl. Sl 123 (nr. 2)
¶ Full text nr. 1 en nr. 2

Literatuur
¶ R. van Vliet, ‘Leidse Ietsen. Orangistische en patriotse propagandastrijd in Leiden (1784-1786)’, in: Tijdschrift Holland 38 (2006), 4, p. 289-304
¶ R. van Vliet, ‘Leiden and censorship during the 1780s. The Overraam affair and Elie Luzac on the freedom of the press’, in: J.W. Koopmans (ed.), News and politics in early modern Europe (1500-1800), Leuven/Parijs/Dudley 2005.

André Hanou