Kleynen Post (1805)

Titelbeschrijving
Den Kleynen Post.
Vanaf nr. 6: de Vlaemsche Annoncieen.

Periodiciteit
Gedurende de Franse tijd werd in de Zuidelijke Nederlanden een actieve taalpolitiek gevoerd, waarbij het Nederlands/Vlaams als een achterlijke taal uit de bestuurlijke communicatie verdrongen werd. Hierdoor was het Vlaams in 1814 geheel uit het openbaar leven verdwenen. 
Dit is de context waarbinnen Den Kleynen Post verscheen en verdween. De prefect van het Scheldedepartement schreef op 20 nivôse XVIII (10 januari 1805) aan de minister van justitie, aldus Deneckere (1953), dat 

des particuliers de la ville de Gand ont érigé, sans autorisation, et sans prévenir les autorités […] une feuille périodique en langue flamande intitulée Den Kleynen Post. Il existe déjà à Gand deux journaux, l’un très ancien, la Gazette van Gent, l’autre fondé en 1803, rédigé en français Journal de commerce, de littérature et de politique du département de l’Escaut […]. C’est agir contre la volonté impériale que de souffrir l’établissement d’une nouvelle feuille périodique rédigée dans une langue qui doit tomber en désuétude.

Op 16 pluviôse XIII (5 februari 1805) verbood de prefect de voortzetting van Den Kleynen Post omdat dit in het Vlaams geschreven was. 

Boekhistorische gegevens
Uitgevers waren Emmanuel t’Servranckx (t’Servrancx) en Josephus Snoeck. De eerste was gevestigd ‘over ’t Groot Kanon’, de laatste op de Predikheerenleye nr. 350.

Inhoud
Deneckere (1953) noemt in verband met het verbod in 1805 een titelwijziging vanaf nr. 6: Vlaemsche Annoncieen. Deze titel doet vermoeden dat ook Den Kleynen Post een nieuwsblad was met korte berichten, aankondigingen en advertenties. Er is echter niets over bekend.

Exemplaren
¶ Geen exemplaar bekend.

Literatuur
¶ E. Voordeckers, Bijdrage tot de geschiedenis van de Gentse Pers. Repertorium (1667-1914) (Leuven/Parijs 1964), p. 309-310, 489
¶ M. Deneckere, ‘La langue française dans les Flandres (1770-1823) II’, in: Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, N.R. 7 (1953), p. 73-151, aldaar p. 123
¶ M. Deneckere, ‘Verfransing te Gent (1793-1814)’, in: Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, N.R. 3 (1948), p. 42-73, aldaar p. 60.

Rietje van Vliet