Laplandschen Tovertrommel (1731)

Titelbeschrijving
Den Laplandschen Tovertrommel.

Periodiciteit
Van dit maandagse weekblad zijn slechts 10 nrs. bekend, gedateerd 2 juli 1731 t/m 3 september 1731. Meer is waarschijnlijk niet verschenen.

Bibliografische beschrijving
Uitgave in kwarto. Elke aflevering telt 8 bladzijden. Het (bekende) geheel is doorgepagineerd 1-80 (met vele fouten daarin vanaf p. 56). Het titelblok bevat steeds een nummer- en datumaanduiding, waarna de titel volgt. Binnen die titel vindt men een afbeelding van de bovenzijde (?) van een Laplandse trommel, versierd met figuurtjes.

Boekhistorische gegevens
Colofon nr. 1:

Gedrukt voor den Autheur, en werden uitgegeeven Te Utrecht by W. Kroon. Amsterdam H. Uitwerf, en G. Bouman. Leiden Wishof. Hage Fr. Bouquet. Dordrecht van Braam. Delft Bool. Zardam Ketel. Gouda A. Stael. Haerlem J. van Lee. Nymegen Heymans. Thiel J. van Leeuwen.

De naam van Heymans verdwijnt vanaf nr. 2.
In de advertentie voor de eerste aflevering in de Leydse Courant, op 2 juli 1731, staat echter Uitwerf als eerste verkooppunt genoemd; Kroon komt ergens aan het einde van dat rijtje voor.

Medewerkers
De tekst is geschreven door de journalist en broodschrijver Jacob Campo WEYERMAN (1677-1747), die het blad als eigen werk noemt in zijn Levens-beschryvingen der Nederlandsche konst-schilders en konst-schilderessen (deel 4, p. 467). De auteur verbleef in de periode dat de Laplandschen Tovertrommel uitkwam, vermoedelijk in Vianen.

Inhoud
De schrijver krijgt informatie over van alles van een Laplands ‘spook’, met een trommel en een kat als attributen. Die trommel was de tijdgenoten bekend als Laplands hulpmiddel om ‘sjamanistische’, Laplandse dromen op te roepen waarin deze sjamanen de wereld konden bereizen, en dus allerlei nieuws overbrengen. Boodschappen konden door deze trommels ook ontvangen worden.
Met behulp van de trommel mag ook de auteur zich verplaatsen. Dit alles leidt tot het beschrijven van zeer verschillende waargenomen milieus en personen. Zo ontmoeten we Bredase pruikmakers te Parijs.
Het geheel wordt gelardeerd met veel vertogen over andere onderwerpen, cynische vertellingen over Campo’s tijdgenoten, en met veel poëzie. Ook vindt men vertalingen uit de klassieken en bijvoorbeeld een vertaling van een gedeelte van Milton’s Paradise lost.

Relatie tot andere periodieken
Het blad werd voorafgegaan door Weyermans Den Vrolyke Tuchtheer, waarvan het laatste nummer op 26 juni 1730 verscheen, en werd vanaf februari 1733 gevolgd door diens Den Kluyzenaar in een Vrolyk Humeur.

Exemplaren
STCN 298447282
¶ Full text nrs. 1-6 en nrs. 7-10

Literatuur
Jacob Campo Weyerman, Den Laplandschen tovertrommel (1731), [ed. M. de Niet] (Amsterdam 1994)
¶ A. Nieuweboer, ‘De Laplandse Tovertrommel, of Het verhaal van een mislukking?’, in: Medelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 13 (1990) p. 20-23.

André Hanou