Leydsche Vrydagsche Spion (1784)

Titelbeschrijving
De Leydsche Vrydagsche Spion, Doorkruizende verscheide Grachten en Straaten, dier alömberoemde Stad, – ontdekkende, den haat en toeleg veeler Prinsgezinden Inwooners voor, onder en na het doen der Justitie, aan vier Schandaalen van het Menschelyk Geslacht, en welke Justitie op de Vyfden van Slachtmaand des Jaars 1784. binnen haare Muuren voorviel. Toegewyd aan den befaamden J. le Francq van Berkhey. 

Periodiciteit
Op grond van de titel zou het hier moeten gaan om een vrijdags weekblad. In de Nederlandsche Courant van 8 november 1784 wordt aangekondigd dat het blad maandagochtend (!) verschijnt. Of het werkelijk een periodiek betreft, dan wel een pamflet waarin blijkens de titel gedreigd wordt met vervolgen, is niet bekend.

Bibliografische beschrijving
Uitgave in octavo.

Boekhistorische gegevens
De titelpagina meldt dat het is ‘Gedrukt ten algemeene nutte en waarschouwinge in alle de Steden, Vlekken en Dorpen, en alömme by den waren rechtzinnigen Boekhandelaaren te bekomen’. De titel zelf doet een Leidse uitgever vermoeden.
Prijs: 4 stuivers.

Inhoud
Patriots blad, fel gekant tegen Leidse orangisten.
Genoemde advertentie meldt dat het blad ‘het Cracter [sic] van veelen der Toezienders, by die JUSTITIE, van den alom beroemde TRAGO binnen Leyden ontdekt, [en is] opgedragen aan den befaamden J. LE FRANCQ VAN BERKHEY, geweezen Lector binnen de Stad Leyden’. De orangistische bakker Adrianus Trago werd op 5 november 1784, samen met enkele andere ‘oproermaakers’ in het openbaar gegeseld. Het gerucht ging dat Berkhey de bakker tot relschopperij had aangezet. 
Behalve Berkhey worden ook andere prominente orangisten te kijk gezet, zoals de Leidse advocaat-boekverkoper Elie Luzac (die op verzoek van Trago’s vrouw bij de stadhouder voor vrijspraak had gepleit), zijn compagnon Jan Hendrik van Damme en zijn Haagse schoonzoon Louis Stephanus le Jeune, de Amsterdamse boekverkoper Hendrik Arends en de Leidse predikant Hubertus de Haas. Citaat:

De Straten opgepropt met Menschen, de Huizen vervuld met Inwooners en Vreemdelingen, heeft zich eene eerste Oproerverwekker, eenen byna niet te noemen Jan le Francq zich onder den hoop begeven, hy die in zyne Oproerige Schriften de Eerste was, die het welgerichte Genootschap ? voor Vaderland en Vryheidliefde opgericht, voor Oproerige of eene Moordrot uitkreet, wel eylieve, gy zult in uwe ledige uuren, tot bereiking van uw schelms schynheilig oogmerk den Bybel wel eens leezen, voor al wanneer eene befaamde Jannetje van Leeuwen, of andere by uw om een Lavasje koomen, wel nu in dien Bybel wanner gy daar in leest, beschouwt dan het oud Israël daar ‘er zo veele 1000 ten Oorlog optrokken, waren dit in dien tyd Huurlingen of Inwooners, Burgers die als de nood vorderde, door de Oeffening die zyn in den Wapenhandel geleerd hadden hun Land, Stad, en Haard-Steeden verdeedigden, dog gy zult het origineelste van uw in eenige weinige Regels, aan den anderen kant der tytel zo wy vertrouwen naar waarheid vinden; of zoud gy uw wel onder zo een hoop Volk durven begeven, speelt gy – t’huis niet liever maar met uw Pop of zyt gy voorleden Zon[6]dag by tyds naar het Vorstelyk Hofplaatsie gegaan, om by uw Vrienden, vertroosting te zoeken, wel ik wil niet hoopen, dat Prins Willem de Vyfde, die in deze haggelyken tydsomstandigheid althans naarstig gebruik maakt, van de Vergaderingen der Souverainen? Langer zyn Oor en Hof zal leenen aan zulke Uitvaaksels, hoe zien ik niet met zyne verstandige Compagnon van Damme, van de Daken hunner Huizen den befaamden Elie Lusac, hoe niet Appelleeren jegens – het Vonnis, hoe, uw Neefje niet by uw, neen dit is waar hy is nog niet geretourneert uit ‘s Hage om zyne klappen, aan Neef Lejeune te vertoonen, die hy voorleden Zondag in de Vroeg-Preek van den Oproerigen Vriend kreeg, maar ach! gy kunt zo van verre niet zien, wat uw Vriend Trago, die gy zo dikwils met raad en daad by sprong, voor een bord om heeft, ‘er staat op geschreeven, Onwaardig Schutter Oproermaker; ach wat is dit door Scherprechters handen iets verbranden, wel dit lykent wel in Amsterdam 1748. ach! Compagnon net is iets voor Leyden in folio by onze Vriend Arends gedrukt in Amsterdam, maar wy zullen hem deze schade vergoeden door het op nieuw aanbieden, aan onze Lievelingen van Na-Courante en Praatmoer, want niet zo dra, was dit voor de Regeering verbooden, of wy lieten, ten eersten, een 100 Exemplaren meer komen, wel Collega Dagerus sprak de Haas wat is het niet gelukkig dat deze onze Vrienden de dood vry gepleeten zyn. Het hadde my onmogelyk geweest, om binnenskamer het Gebed te doen, het is een zware Justitie. […] (p. 5-6)

Exemplaren
¶ Leiden, Erfgoed Leiden en Omstreken, Bibliotheek Leiden & omstreken, collectie Le Francq van Berkheij band 8; en idem LB 1000 portefeuille.

Rietje van Vliet