Luchtbol (1788)

Titelbeschrijving
De Luchtbol.

Periodiciteit
Het verscheen eenmaal per week, op maandag. Er zijn slechts drie afleveringen bekend. De nrs. 2 en 3 zijn gedateerd resp. 10 en 17 november 1783 (nr. 1 heeft slechts: ‘Anno MDCCLXXXIII’).

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering bevat 8 pagina’s in octavo. De paginering begint steeds opnieuw. De eerste bladzijde heeft steeds de functie van titelpagina, met daarop titel, afbeelding van een luchtbol (daaronder hangend: een schuitje met twee vlaggen, en één man en één vrouw als inzittenden) en datering.

Boekhistorische gegevens
Geen opgave van drukker/uitgever; er zijn geen colofons.

Medewerkers
De auteur is onbekend. Hij lijkt uit Holland te komen. Indicatie daarvan kan zijn dat hij de ‘Rotterdamsche Courant’ van 21 oktober 1788 citeert (nr. 3, p. 6).

Inhoud
Elke aflevering begint met een samenspraak. Deze zijn achtereenvolgens getiteld: ‘Markt-praatje tusschen Japik en Knelis’, ‘Zaamenspraak van een hospes en een schipper’, en ‘Zamenspraak tusschen een predikant en zyn schoolmeester. Over het herfstdraad’.
Het taalgebruik is doorgaans volks, behorend bij het beroep (boer, waard, enzovoorts). Na de samenspraak volgt de rubriek ‘Mengelnieuws’, dat soms geen echt nieuws is maar fictie. Zo zou men in de nieuwe Verenigde Staten van Amerika graag patriotse predikanten uit de Republiek bekomen. De schrijver suggereert: ‘Héél graag – zo lang wij ze maar kwijt zijn’.
Elk nummer wordt besloten met een korte rubriek ‘Rymwerk’, waarin bij voorkeur teksten met een landelijk karakter worden opgenomen. Die laatste voorkeur sluit aan bij de algemene wereldbeschouwelijke voorkeur van het blad. Het zijn orangistische teksten waarin op satirische wijze de gevluchte, amnestievragende ‘Paterjotten’ belachelijk gemaakt worden.
De samenspraak van het derde nummer gaat echter over de eigenschappen en herkomst van het verschijnsel ‘herfstdraad’. Wellicht zijn dergelijke natuurkundige, niet-politieke onderwerpen echter auteur en lezers te hoog gegrepen. Dat verklaart dan het verdwijnen van het blad.
De titel Luchtbol is op zichzelf een orangistisch-satirische vondst, omdat bekend is dat het doorgaans patriotten waren die zich met het vliegwerk bezighielden. Dit is de reden waarom rond 1787 orangistische boeren, na het landen van dergelijke voorwerpen, verheugd toesnelden, gewapend met rieken. In het geval van dit tijdschrift zijn het echter juist de orangisten die een ‘luchtbol’ gebruiken: als middel om overzicht te krijgen van nieuws betreffende hun tegenstanders, en om dat vervolgens te verspreiden. Met dat al: het blad toont geen talent.

Exemplaren
¶ Leiden, Regionaal Archief: collectie Berkheij, band 15-2.

André Hanou