Maandags Samenspraakje tusschen Geertje en Diewertje (1787)

Titelbeschrijving
Maandags Samenspraakje tusschen Geertje en Diewertje.

Periodiciteit
Het tijdschrift verscheen wekelijks op maandag. Op basis van de bewaard gebleven exemplaren moet nr. 1 op maandag 12 februari 1787 zijn uitgekomen. Nr. 12 eindigt met de woorden: ‘Aanstaande Donderdag zal ’er een Extra-Nommer uitgegeeven worden’. Vermoedelijk verscheen dit extra nummer wegens de machtsovername van de patriotten in Rotterdam. Deze dertiende aflevering is de laatst getraceerde, gedateerd 3 mei 1787.
Het lag in de bedoeling met het blad door te gaan, want nr. 13 sluit af met: ‘nouw groet ik je tot aanstaande Maandag, dan zel ik je wat ander nieuws vertellen. Vaart wel’ (p. 4). De continuering wordt bevestigd door Hazewinkel, die meldt dat het blad eind juni 1787 op last van de schout bij de boekverkopers werd opgehaald (p. 38).

Bibliografische beschrijving
In kwarto.
Van de twee bewaard gebleven afleveringen is nr. 12 een reguliere aflevering, met 6 pagina’s (vermoedelijk voorafgegaan door een titelpagina), en nr. 13 een extra aflevering, met 4 pagina’s. De pagina’s zijn niet genummerd. De tekst is opgemaakt in twee kolommen. Het titelblok bevat alleen de titel en het volgnummer. Verder wordt bij nr. 13 de dag en datum vermeld en dat het een extra nummer is.

Boekhistorische gegevens
Het impressum ontbreekt, maar de Rotterdamse context van het blad doet een Rotterdamse drukker-uitgever vermoeden. Onderaan nr. 13 staat: ‘Alöm te bekomen à 4 duiten’. Of dit ook de prijs is die men voor reguliere afleveringen moest neertellen, is niet bekend.

Inhoud
Orangistisch tijdschrift in de vorm van een samenspraak, waarin twee buurvrouwen of vriendinnen uit Rotterdam politieke zaken met elkaar bespreken. Ze spreken plat Rotterdams met veel scheldwoorden, bijvoorbeeld: ‘die bloedhonde, Burgermoordenaars, dolke dragers, bandieten, bankroetiers, jongens, die geen knip voor der neus waard zyn, ik mot ’er niet om denke of ik word raazende dol’ (nr. 12, p. 2). Het lezerspubliek is prinsgezind en waarschijnlijk laag opgeleid.
De thema’s die behandeld worden, zijn politiek. De patriotten, vooral de leden van het Rotterdamse vrijcorps, worden zwartgemaakt. Ook wordt er veel gesproken over plaatselijke regenten en dominees.
Daarnaast komt de remotie van regenten in Rotterdam, op 3 april 1787, ter sprake. In nr. 12 geven de vrouwen hun mening over deze machtsovername, terwijl nr. 13 een brief hierover behandelt en een versje geeft. In nr. 13 maken Geertje en Diewertje bijna ruzie over het feit dat de Rotterdamse prinsgezinden zich te stil houden tegenover de patriotten.

Relatie tot andere periodieken
Het Maandags Samenspraakje tusschen Geertje en Diewertje is qua opzet verwant aan andere samenspraakjes die in de jaren tachtig het licht zagen. Wegens de titel lijkt het blad een reactie te zijn op Grietje en Diewertje, de patriotse tegenhanger uit Amsterdam, die van 1781-1787 verscheen.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 3151 G 20 (nrs. 12 en 13)
Full text

Literatuur
¶ M. ten Wolde, ‘Een nieuw publiek voor patriotse samenspraken? Populaire politieke tijdschriften en de lezersrevolutie’, in: Tijdschrift voor Mediageschiedenis16-2 (2013), p. 5-22
¶ P. van Wissing, Stokebrand Janus 1787. Opkomst en ondergang van een achttiende-eeuws satirisch politiek-literair weekblad (Nijmegen 2003)
¶ T. Jongenelen, Van smaad tot erger. Amsterdamse boekverboden 1747-1794 (Amsterdam 1998)
¶ H.C. Hazewinkel, ‘Rotterdamse boekverkopers uit de patriottentijd’, in: Opstellen, aangeboden aan dr. F.K.H. Kossmann ter gelegenheid van zijn vijf en zestigste verjaardag en van zijn afscheid als bibliothecaris der gemeente Rotterdam (Rotterdam 1958), p. 35-58.

Miranda ten Wolde