Maandelyksche Berichten Uit de andere Waerelt (1721-1771)

Titelbeschrijving
Maandelyksche Berichten Uit de andere Waerelt; Of de spreekende Dooden. Bestaande in Redeneeringen tusschen allerhande Verstorvene Potentaten en Personagien van Rang; zo van den Deegen, Tabbart, Letteren, als anders.

Periodiciteit
Het maandblad verscheen van juli 1721 t/m juni 1771 (51 delen).

Bibliografische beschrijving
De afleveringen bevatten circa 120 per deel doorgenummerde pagina’s in octavo, zijn voorzien van een titelplaat (in sommige exemplaren niet meer aanwezig) en een eigen titelpagina waarop de inhoud kort wordt weergegeven. Ieder halfjaardeel eindigt met een ‘Bladwyzer’.

Het gedigitaliseerde exemplaar van deel 1 betreft blijkens het impressum een herdruk uit 1750. Uit de ‘Algemeene Voorreede’ blijkt dat deze zojuist is toegevoegd, samen met een ‘algemeene Tytelplaat voor het gantsche werk […] welke met haare uitlegging, hier aangehecht, gevoeglyk kan geplaatst worden voor het eerste Stukje van dit loopende jaar 1751. of voor het laatste van ’t jaar 1750. of wel voor het allereerste van ’t geheele werk, zo als men gelieft’.
Tegelijkertijd is van de pers gekomen een ‘volkomen Register, op de orde van ’t Alphabet, van alle Personagiën, die van July 1721 tot den einde van ’t jaar 1750. gesproken hebben’.

Boekhistorische gegevens

  • Juli 1721 (deel 1) t/m november 1728 (deel 8): ‘Amsterdam, By Nicolaas ten Hoorn, Boekverkoper’. Hij werd op 11 november 1728 begraven. Volgens Hanou (1785) had hij meer neus voor kwantiteit dan kwaliteit.
  • December 1728 (deel 8) t/m juni 1729 (deel 9): ‘Te Amsterdam, By d’Wed: van Nicolaas ten Hoorn’. Deze Alida Gramingh zou op 4 oktober 1729 in Amsterdam trouwen met Arnold Willis, de oorspronkelijk Rotterdamse boekverkoper die destijds in Oude Wetering woonde.
  • Juli 1729 (deel 9) t/m januari 1730 (nr. 10): ‘Te Amsterdam, By Johannes Ratelband, Boekverkooper’. Hij werd op 14 januari 1730 in zijn woonplaats begraven.
  • Februari 1730 t/m juli 1749 (deel 29): wisselende impressa, zoals ‘Wed. Johannes Ratelband’, of ‘Erven Johannes Ratelband’, of ‘B. van Gerrevink en Erve Johannes Ratelband’, of ‘Wed: B. van Gerrevink en Erve Ratelband’. Uit het huwelijk tussen Ratelband en Maria Lijbreghts waren twee zoons geboren, onder wie de latere Jeronimus Ratelband. Maria Lijbreghts ging op 29 september 1730 in ondertrouw met Bernardus van Gerrevink, papierverkoper in Amsterdam. Samen zetten zij het bedrijf van Ratelband voort. Van Gerrevink werd op 6 november 1748 begraven.
  • Augustus 1749 (deel 29) t/m maart 1753 (deel 33): ‘Te Amsterdam, By J. Ratelband, Papier- en Boekverkoper op de Agterburgwal, over de Bouwery de Hooyberg’. Deze Jeronimus Ratelband was de zoon van Johannes Ratelband en Maria Lijbreghts. Waarom hij het kopijrecht van de hand deed, is niet duidelijk. Maria Lijbreghts volgde haar echtgenoot Van Gerrevink pas op 16 januari 1753 in het graf. Zelf werd Jeronimus Ratelband op 1 maart 1765 begraven.
  • April 1753 (deel 33) t/m augustus 1759 (deel 39): ‘Te Amsterdam, By Jac. Haffman en P. Meyer, Boekverkopers’. Pieter Meyer (1718-1781) zou zich ontwikkelen tot een van de belangrijkste literaire uitgevers van de achttiende eeuw. Met Jacobus Haffman gaf hij medio jaren ’50 meer werken uit.
  • September 1759 (deel 39) t/m oktober 1760 (deel 40): ‘Te Amsteldam, By de Wed. J. Haffman en P. Meyer, Boekverkoopers’. Na het overlijden van Haffman – begraven op 7 juli 1759 – zette zijn weduwe, Johanna Maria van Halderen (†1762), de zaak korte tijd voort.
  • November 1760 (deel 40) t/m januari 1761 (deel 41): ‘Te Amsteldam, By G. de Groot en P. Meyer, Boekverkoopers’. Vermoedelijk heeft weduwe Haffman haar aandeel in het kopijrecht op de Maandelyksche Berichten verkocht aan Gerrit de Groot, die het werk samen met Meyer continueerde.
  • Februari 1761 (deel 41) t/m juni 1771 (deel 51): ‘Te Amsteldam, By G. de Groot en Zoon en P. Meyer. Boekverkoopers’. In februari 1761 werd Jan de Groot, zoon van Gerrit de Groot, medefirmant van de firma. De samenwerking met Pieter Meyer werd tot op het eind van het blad voortgezet.

Medewerkers
De Maandelyksche Berichten zijn een vertaling van de Gespräche im Reiche der Toten (1718-1739), die volledig op naam staan van David FASSMANN (1685-1744) maar die in werkelijkheid zijn opgetekend door andere, nog niet geïdentificeerde schrijvers.
De vertaler zou ene H.v.E. kunnen zijn, achter wie volgens de STCN de Amsterdamse heelmeester, toneelschrijver en vertaler Henrik VAN ELVERVELT (†1781) schuilgaat. De mogelijke toeschrijving is gebaseerd op advertenties voor de Beknopte historie van alle ryken en staaten der waereld (1740), uitgegeven door de Erven J. Ratelband en Comp. In de Leydse Courant van 5 december 1740 bijvoorbeeld wordt vermeld dat het een werk van Fassmann is en vertaald door H.v.E. Wellicht heeft Van Elvervelt als Fassmann-vertaler ook de hand gehad in de Maandelyksche Berichten.
Nadat de Gespräche im Reiche der Toten in 1739 waren beëindigd, moest de uitgever en/of vertaler van de Maandelyksche Berichten op zoek gaan naar andere teksten die als bron kunnen dienen (zie de Voorrede in de herdruk van het julinummer uit 1721 in 1750). Onderzoek moet uitwijzen welke andere teksten zijn gebruikt voor de Maandelyksche Berichten. Wel is bekend dat in 1747 een aantal kunstenaarsgesprekken is gelicht uit het oeuvre van Jacob Campo WEYERMAN (1677-1747). Weyerman kon zich moeilijk verweren: in dat jaar zat hij nog altijd zijn levenslange straf uit in de Gevangenpoort te Den Haag; hij zou in 1747 overlijden.

Inhoud
Gesprekken tussen doden onderling, of tussen doden en levenden. Anders dan bij dodengesprekken gebruikelijk was, zijn ze niet satirisch maar eerder informatief. De dialogen hebben vooral een biografisch en historisch-politiek karakter.
Aanvankelijk eindigen de afleveringen met de inbreng in de dodendialoog van een Secretarius. Deze brengt de gesprekspartners, overigens analoog aan de Gespräche im Reiche der Toten, het laatste nieuws uit de wereld der levenden. Soms reageren de gesprekspartners hier weer op. Nadat de Secretarius een aantal jaren afwezig is geweest, besluiten de afleveringen vanaf juli 1736 met de rubriek ‘Staat-Nieuws’. Deze rubriek maakt in 1755 plaats voor ‘Mercurius in het ryk der Dooden’ waarin recente gebeurtenissen ‘in het ryk der Levendigen’ de revue passeren. Met ingang van juli 1769 heet deze rubriek de ‘Merkwaardigste Staatsgevallen’.

Relatie tot andere periodieken
Concurrent waren korte tijd de Maandelyksche ’t Zamenspraaken, tusschen de Dooden en de Leevenden (1726) van Weyerman. Ook hij was door de Gespräche im Reiche der Toten geïnspireerd geraakt. Stilistisch verschillen de Maandelyksche Berichten en de Maandelyksche ’t Zamenspraaken sterk van elkaar: Weyerman vond zijn concurrent de Maandelyksche Berichten zo ‘doods als den tytel’.

Exemplaren
STCN 175764441
¶ Gent, Universiteitsbibliotheek: BIB.HIST.009609
¶ Full text deel 1721-21722-1 (januari)1722-21723-11723-21724-11724-21725-11725-21726-11726-21727-11727-21728-11728-21729-11729-21730-11730-21731-11731-21732-11732-21733-11733-21734-11734-21735-11735-21736-11736-21737-11737-21738-11738-21739-11739-21740-11740-21741-11741-21742-11742-21743-11743-21744-11744-21745-1, 1745-2, 1746-11746-21747-11747-21748-11748-21749-11749-21750-11750-21751-11751-21752-11752-21753-11753-21754-11754-2, 1755-1, 1755-21756-11756-21757-11757-21758-11758-21759-11759-21760-11760-21761-11761-21762-11762-21763-11763-21764-11764-21765-11765-21766-11766-21767-11767-21768-11768-21769-11769-21770-11770-21771-1, 1771-2 en 1772-1

Literatuur
¶ Riccarda Suitner, Die philosophischen Totengespräche der Frühaufklärung (Hamburg 2016)
¶ René Veenman, ‘Het dodengesprek in Nederland’, in: De Achttiende Eeuw 29 (1997) 1, p. 35-58
¶ André Hanou, ‘Weyermans Maandelyksche ’t Zamenspraaken (1726)’, in: Peter Altena, Willem Hendrikx e.a. (red.), Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman (Amsterdam 1985), p. 160-190.

Rietje van Vliet