Maandelykse Berlynsche Schatkamer (1756-1757)

Titelbeschrijving
De Maandelykse Berlynsche Schatkamer der Wysheid; verhandelende, op eene korte en spelende wyze, alle wat ’er keurig, beminnelyk en nuttig, in de goede konsten, wetenschappen en andere voorkomende zaken en onderwerpen te vinden is. 

Periodiciteit
Alleen deel 2 is bekend. Hierin bevinden zich de maandelijkse afleveringen juli t/m december 1757. Aan de titel wordt steeds toegevoegd: I. Stuk. Voor de Maand July, 1757. enzovoorts.
Deel 1 moet uit 8 nrs. hebben bestaan; nr. 1 is al in oktober 1756 verschenen, getuige een advertentie van de uitgever in de Leydse Courant van 5 november 1756. In een advertentie van 1 juni 1757 blijkt de aflevering ‘voor de maand Mey 1757, VIII. Stuk’ verschenen te zijn.
Latere afleveringen, in 1758, bestaan vermoedelijk niet, gezien de opmerking van de uitgever op de allerlaatste pagina van deel 2. Hier meldt hij ‘dat dit Toneel / door ’t zelve stuk van ’t tweede deel / Op heden is en blyft geslooten’.

Bibliografische beschrijving
De afleveringen bevatten steeds circa 60 pagina’s in octavo. Het geheel is doorgepagineerd 1-368. Er is één uitslaande plaat met statistieken, tegenover p. 4.

Boekhistorische gegevens
Impressum: ‘Te Haarlem, By Jan Nieuwenhuyzen, Boek- en Papierverkooper op ’t Verwulft’.
Prijs per aflevering: 4½ stuiver (advertenties).

Medewerkers
In een ‘nabericht’ op p. 183 bedankt uitgever Nieuwenhuyzen zijn correspondenten en vraagt hij om nieuwe bijdragen (hij heeft een vertoog van Vilopater afgewezen, over ‘Oeffening colleges der liefde’).
Naast de met name genoemde buitenlanders van wie stukken vertaald werden, vindt men de volgende initialen (achter wie mogelijk Nederlandse bijdragers schuilgaan): M.D.A., V.C.A., H.D.B., M.N.E.B., I.C.G., M.L.R., A.D.T., C.F.W. Verder is er een Demetrius Renneman.

Inhoud
Het tijdschrift is een mix van contemporaine geschiedenis, informatie over moderne wetenschap, cultuur, levenskunst. Tussen dit alles door vindt men ook weetjes, anekdotes, raadsels. Het motto is, blijkens de titelpagina, Omnia praeclara rara’ (vert. Al het uitzonderlijk-goede is zeldzaam).
Een opgave van de inhoud van twee afleveringen in deel 1 is te vinden in de genoemde advertenties. Zie verder ook de Boekzael der geleerde Werrelt 88 (april 1759), p. 483-485.
Het julinummer van deel 2 heeft duidelijk het karakter van een koffietafeltijdschrift. Een breed scala aan onderwerpen passeert de revue: de Engelse zeemacht sinds de dood van Willem III; een samenspraak van Prudens, Gregorius en Aristus over vloeibare lichamen; het treurspel vergeleken met de opera; historie van de smaak der ziel ten aanzien van de kunsten; schets van een volmaakt man; levensgevallen van Otto van L*; voorbeeld van een redelijke jufferlijke verkiezing; brief van graaf N. over de toestand van de koning van Pruisen; Buckow; Het tegenwoordig verward Europa in een brief aan graaf N. (uit het Hoogduits vertaald).
Dit alles wordt besloten met een korte inhoudsopgave.
Opvallend is dat de inhoud eerder uit Engelse dan uit Duitse bronnen betrokken lijkt, ondanks de titel.

Exemplaren
STCN 205064442 (deel 2)

André Hanou