Magazijn der Modes en Vertellingen (1790-1791)

Titelbeschrijving
Magazijn der Modes en Vertellingen.
Verkorte titel: Magazyn der Modes.

Periodiciteit
De begrippen ‘stukjes’, ‘deeltjes’ en ‘nommers’ die de uitgever hanteert, zijn niet geheel duidelijk.
Op 30 december 1790 wordt in de Oprechte Haerlemsche Courant geadverteerd voor ‘No. 1’ van dit modetijdschrift, dat ‘Maandelyks met twee Stukjes vervolgd [zal] worden’. Saakes meldt in zijn Naamlijst van maart 1791 dat ‘No. 1-10’ reeds zijn verschenen en bovendien dat het de bedoeling is dat 25 stukjes vier deeltjes zullen uitmaken (p. 100). Nr. 1, dat als enige aflevering bewaard is gebleven, is niet gedateerd maar op de titelpagina staat in eigentijds (?) handschrift 1790 genoteerd.
Het kan niet anders dan dat het modeblad in november/december 1790 begonnen moet zijn. Grunhill (1992-1993) maakt onder verwijzing naar de Catalogus van boeken in Noord-Nederland verschenen (1911) melding van een reeks van 9 nrs. en een extra reeks van 5 nrs. Dit laatste verklaart wellicht het feit dat er in de Amsterdamse Courant van 8 maart 1791 wordt geadverteerd voor een ‘No. 5’, al blijft het verwarrend dat ‘No. 4 en 5’ op 25 augustus 1791 als dubbelnummer worden aangeboden (Oprechte Haerlemsche Courant). Voor dit dubbelnummer wordt ook geadverteerd in de Leydse Courant van 5 september 1791.
Op 17 september 1791 worden in de Amsterdamse Courant 15 ‘Stukjes met 68 gecouleurde Plaatjes’ aangekondigd. In december 1791 is er bij Saakes sprake van 15 ‘Nommers’ met 68 plaatjes (p. 174). Vermoedelijk is het blad daarmee geëindigd. Grunhill vermoedt dat de productiekosten te hoog waren in vergelijking met de verkoopprijs en dat het in de concurrentie met het Kabinet van Mode en Smaak uiteindelijk het onderspit moest delven.

Bibliografische beschrijving
Nr. 1 telt 4 ongenummerde en 8 genummerde pagina’s in octavo. Op elke ongenummerde pagina – op zwaardere kwaliteit papier – staat een gekleurde modeprent. In maart 1791 geeft Saakes een uitvoerige beschrijving van de ‘afbeeldingen’ in de vier deeltjes:

In het 1ste Deeltje zullen zijn 25 gecouleurde Plaatjes van de nieuwste Modes uit Parijs en Duitschland. In het IIde D. 25 dito van het Character en Kledingen der voornaamste Personagien in de beste Tooneelspellen voorkomende. In het IIIde D. 25 dito, van de aanmerkelijkste Geestelijke en Waereldlijke Klederdrachten uit den voorleeden tijd. En in het IVde D. 25 dito. van de aanmerkelijkste Klederdrachten der Geestelijken en Waereldlijken van dezen tijd.

Deze deeltjes waren apart verkrijgbaar. Saakes meldt in de Naamlijst van maart 1791 dat ‘het 1ste Deeltje met Fransche Kledingen’ verkrijgbaar is onder de titel Afbeeldingen en beschrijvingen der nieuwste modes van Parijs, van oct. tot dec. 1790. Het werkje bevat 25 gekleurde plaatjes en was in een blauw kartonnen bandje te koop voor ƒ 1:16 (p. 100). Het vierde deeltje is in de markt gezet als Afbeeldingen en beschryvingen van alle geestelyke en wereldlyke ordens (1791).
Over het dubbelnummer met zijn plaatjes, en over de voorgaande nummers laat de uitgever het volgende in de Leydse Courant van 5 september 1791 noteren:

No. 4 en 5, met 10 gecoul. Plaatjes, voorstellende elf differente Dragten, als 2 van de Constantynsche Ridder-Orders, 6 met de nieuwste Modes der Dames, en 2 dito met die der Heeren […], van de voorige bestaande thans uit 13 Stukjes, waar in 60 gecouleurde Plaatjes, alle met Beschryving van de nieuwste Modes en aanmerkelyke Dragten van dezen en de voorgaande Eeuwe […].

Dit aantal komt overigens niet overeen met de eerdergenoemde 68 ‘Gecouleurde Plaatjes’.

Boekhistorische gegevens
Uitgegeven door W. Houtgraaff in de ‘Hartestraat dubbelde Kelder te Amsterdam’.
Prijs per aflevering: 6 stuivers; het dubbelnummer 4-5 kostte 12 stuivers. Het eerste deeltje kostte volgens Saakes ƒ 1:16. Voor de 15 nrs. samen moest men volgens opgave bij Saakes ƒ 4:10 neertellen; in de Oprechte Haerlemsche Courant van 10 september 1791 is dit de prijs voor 15 stukjes.

Inhoud
Het Magazijn der Modes en Vertellingen is het eerste modetijdschrift in Nederland. Op grond van de titel en het bewaard gebleven nr. 1 bestond het blad uit modenieuws en literatuur.
De modeplaten uit nr. 1 zijn gekopieerd uit de nrs. 15 en 16 (15 resp. 25 juni 1790) van het Parijse Journal de la Mode et du Goût (1790-1793). Ook de modeplaten uit de Afbeeldingen en beschrijvingen der nieuwste modes van Parijs, van oct. tot dec. 1790 zijn uit dit Franse modetijdschrift afkomstig, zij het dat de opgegeven data niet met elkaar overeenstemmen.
De vertelling uit nr. 1 heeft als titel ‘Bella-dea. Eene geschiedenis voorgevallen in den tijd der omkeering van Messina’ en is opgebouwd uit de ingrediënten moeder-kindliefde, natuurgeweld en liefde op het eerste gezicht. Daarna volgen nog enkele korte anekdoten.

Relatie tot andere periodieken
Concurrent is het Kabinet van Mode en Smaak (1791-1794).

Exemplaren
¶ Amsterdam, Internationaal Instituut voor Geschiedenis (Nederlandsch Economisch-Historisch Archief): Collectie Van Deventer, VDB 1790:2 (Magazijn der Modes nr. 1)
¶ Rotterdam, Museum Rotterdam: signatuur onbekend (Afbeeldingen en beschrijvingen der nieuwste modes van Parijs, van oct. tot dec. 1790)
¶ Den Haag, Museum Meermanno: 135 G 043 (Afbeeldingen en beschryvingen van alle geestelyke en wereldlyke ordens)
¶ Full text Afbeeldingen en beschryvingen van alle geestelyke en wereldlyke ordens.

Literatuur
¶ Ingrid Grunnill, ‘Kabinet van mode en smaak en Magazijn der modes en vertellingen. De twee eerste Nederlandse modetijdschriften’, in: Kostuum. Jaaruitgave van de Nederlandse Kostuumvereniging voor Mode en Streekdracht (1992-1993), p. 64-82.

Rietje van Vliet