Magazijn van en voor Lijdenden (1813-1817)

Titelbeschrijving
Magazijn van en voor Lijdenden en Rampspoedigen, of Bijdragen ter hunner onderrichting, opwekking, bemoediging, troost en hulp.

Periodiciteit
In 1813 verscheen de eerste aflevering (‘stukje’) van deel 1, aldus Saakes’ Naamlijst van dat jaar (p. 365). Het tweede stukje van deel 1 en het eerste stukje van deel 2 verschenen in respectievelijk 1816 en 1817 (Saakes 1816, p. 242; 1817, p. 337-338).
De recensent van de Letteroefeningen spreekt in 1821 van een ‘beloofd vervolg’ in 1818, dat evenwel nooit is verschenen (p. 331-332).

Bibliografische beschrijving
Nr. 1 (1813) heeft een omvang van 110 bladzijden (Letteroefeningen 1813, p. 454).

Boekhistorische gegevens
Het eerste stukje, uit 1813, verscheen te Dordrecht bij A. Blussé. De andere bij W. Wouters te Groningen.
De prijs voor nr. 1 van deel 1 bedroeg volgens Saakes 18 stuivers. Nr. 2 van deel 1 en nr. 1 van deel 2 waren even duur. De oplage van de eerste aflevering was 600 exemplaren.

Medewerkers
Als eigenlijke schrijver/redacteur wordt beschouwd: Willem GOEDE (1764-1839). Deze was eerst luthers predikant te Kampen, daarna (1795) remonstrants predikant te Rotterdam.

Inhoud
De aflevering uit 1813 had volgens Saakes de volgende inhoud:

Doel, inhoud, plan, vorm en geest van dit Geschrift, of Verhandeling over eenige der gewoonlijkste wijzen of middelen, om zich zelven of anderen, bij de rampen en wederwaardigheden van dit leven, gerust te stellen en te vertroosten. Lotgevallen van der verwer Hoppe, te Bernstadt. Het eene onheil verdrijft vaak het andere; met het voorbeeld van Mevrouw ** bewezen. Treurig lot van eenen Predikant op den Stondsrug, benevens den uitslag daarvan. Genootschap Nederig en Menschlievend te Rotterdam, en J.S. Fest, proeven over de voordeelen van de rampen en tegenspoeden des menschelijken levens.

De inhoud van de latere afleveringen kan men eveneens bij Saakes lezen.
Besprekingen zijn onder meer te vinden in de Algemeene Konst en Letterbode van 1813 (p. 11), Letterkundig Magazijn van Wetenschap, Kunst en Smaak van 1816 (nr. 1, p. 447-450) en in de Vaderlandsche Letteroefeningen van 1814 (p. 453-458). De Letteroefeningen menen: ‘Een opzettelijk Tijdschrift van dezen aard ontbrak ons nog’:

De Schrijver […] verbond zich met andere even bevoegde menschenvrienden en koos zich, wat zoo wel den vorm als de betreft, een uitmuntend voorbeeld, de Beiträge zur Beruhigung und Aufklärung über diejenige Dingen, die dem Menschen unangenehm sind oder seyn können, und zur nähern Kenntnis der leidenden Menschheit, van J.S. Fest, een soortgelijk periodiek geschrift. […] Tweemaal in het jaar levert men een stukje van nagenoeg denzelfden omvang als het tegenwoordige, waarvan de inhoud zich in vijf afdeelingen, van meer- of mindere uitgebreidheid […] splitsen zal.

Volgt hier nog uitgebreide informatie over (de opzet van) die afdelingen.
Op grond daarvan is duidelijk dat men een stoïsche levenshouding bij ongeluk niet verwerpt, maar dat men het geloof in de Voorzienigheid en een toekomstig leven beschouwt als een beter middel om leed te verdragen.

Exemplaren
Geen exemplaar getraceerd.

Literatuur
Bibliographie de l’Empire français, deel 3 (Parijs 1813), p. 276 (nr. 1887).

André Hanou