Mengelingen uit myne Portefeuille (1791-1794)

Titelbeschrijving
Mengelingen uit myne Portefeuille.

Periodiciteit
De eerste aflevering verscheen ‘heden’, blijkens een advertentie in de Leydse Courant van 13 april 1791. Dit correspondeert met de vermelding daarvan in Saakes ‘Naamlijst van april 1791 (p. 108), waar de volgende afleveringen (‘stukjes’) voorkomen: nr. 2 in augustus 1791 (p. 137) en nr. 3 in november 1791 (p. 165). Daarmee was het eerste deel compleet. Vervolgens vinden we, nadien genoemd als behorend tot een tweede deel: nr. 1 in juni 1792 (p. 217-218); nr. 2 in januari 1793 (p. 278); en nr. 3 als laatste stukje van het tweede deel in januari 1794 (p. 8).
Kennelijk betreft het hier niet een op voorhand ontworpen tekstgeheel, maar een zich steeds uitbreidende verzameling teksten die verschenen naar gelang iets klaar was; en die dus in zekere zin een periodieke uitgave genoemd kan worden. De advertentie spreekt dan ook terecht van

fraaije onderwerpen […], welke van tyd tot tyd in die Portefeuillezyn opgezameld, waar door den Uitgever in staat is, om deze Mengelingen, nu en dan met een dergelyk Stukje te vervolgen, welks Inhoud niet minder behaaglyk zal zyn, om dus den Lezer by vernieuwing op eene bevallige wyze te veraangenaamen.

Bibliografische beschrijving
In octavo (opgave in de advertentie).

Boekhistorische gegevens
Uitgever was A.B. Saakes, te Amsterdam, ‘vooraan in de Pylsteeg’. Blijkens de opgaven van de afleveringen in Saakes’ Naamlijst kostten die telkens 12 stuivers; het gehele werk compleet in twee delen: ƒ 3:12 (januari 1794, p. 8).

Medewerkers
Als auteur wordt genoemd, in de Naamlijst, vanaf het derde stukje: J.A. Backer. Dit is vermoedelijk Jan Aukes BACKER (1747-na 1798), koopman en schrijver te Harlingen.

Inhoud
De inhoud van alle afleveringen wordt opgegeven bij Saakes op de genoemde plaatsen. Een indruk van de inhoud van het eerste stukje moet volstaan:

Dit Werkje bevat drie Afdeelingen, als 1. Vertelsels, Vertoogen en Herderszangen in Prosa. 2. Dichstukjes, waarin onder anderen voorkomen: Elize, Vertoog over de Volvoering van een aangenomen Last, Tafreel van de maand January, aan myne Vriend, (in een fraai en in alles overtreffend Heldendicht). En 3. Zeer keurige Anecdotes, als De Criticus, Antwoord aan Willem den IIIden, vlug antwoord van een Jong Afgezant, de verschrikte Franschman […].

De Vaderlandsche Letteroefeningen hadden waardering voor dit blad (1792, p. 627-628).

Exemplaren
Geen exemplaar gevonden.

Literatuur
¶ NNBW deel 7, kolom 68 (lemma Backer).

André Hanou