Mengelwerk voor onze Jeugdige Vrienden en Vriendinnen (1794)

Titelbeschrijving
Mengelwerk voor onze Jeugdige Vrienden en Vriendinnen. Eerste deel. Eerste stukje.

Periodiciteit
Van dit maandblad is slechts één aflevering (‘stukje’) bewaard gebleven. De uitgever adverteerde voor de eerste drie stukjes op 7 juni 1794 in de Oprechte Haerlemsche Courant.

Bibliografische beschrijving
In octavo.
Hoeveel pagina’s het eerste stukje bevat, is in het als enige bewaard gebleven exemplaar niet meer na te gaan. Aan de custos op p. 23 is te zien dat de tekst doorloopt. Volgens de ‘Voorrede van den uitgeever’ wil de redactie iedere maand uit haar voorraad ‘twee bladeren’ leveren. Voorts is het de bedoeling dat er jaarlijks een titelpagina wordt uitgebracht, gratis voor intekenaars, en een register der stukjes.

Boekhistorische beschrijving
Impressum: ‘Te Heusden, By G. Hagedoorn, Stadsdrukker’. De prijs per aflevering bedroeg volgens de titelpagina 4 stuivers.

Medewerkers
Over de redactie wordt men als volgt ingelicht:

Het is zyne geboorte verschuldigd aan eenige jonge vrienden, waarvan de oudste slechts agttien jaaren bereikt, en welke gewoonlyk eens ’s weeks samenkomen, met dat pryswaerdig oogmerk, om voor elkaar nuttig te weezen.

Men kan ook bijdragen toesturen naar de uitgever, ‘welke ze dan aan de versamelaars zal doen toekomen’.

Inhoud
In de Voorrede weerklinkt de klacht dat de markt wordt overstelpt met nieuwe werken, die de weg naar het kooppubliek helaas maar moeizaam vinden. ‘Vooral krielt het van Recensent-Werken; deze zyn zoo gemeen als de Heiligen in den almanach; – men kan moeijelyk meer een voetstap verzetten, zonder een Recensent aantetreffen’.
De redactie richt zich op jeugdig letterlievend publiek, ‘opdat zy, in plaats van beuzelachtige kinderlyke vermaaken, hunnen redelyken geest, zooveel in hun vermogen is, opscherpen, en zich, zooveel zy kunnen, kundig maaken tot alles wat waarlyk geschikt is om zich tot menschen te vormen’.
De eerste aflevering bevat een ‘Persiaansche geschiedenis’, de ‘Treurzang van den Heer Haller, by het afsterven zyner echtgenoot’ (vertaald uit het Frans) en het treurige verhaal van ‘Lucille’.

Exemplaren
¶ Utrecht, Universiteitsbibliotheek: Br *CXXIX* 6.

Rietje van Vliet