Menschenvriend (1788-1797)

Titelbeschrijving
De Menschenvriend. Spectatoriaal Weekblad.

Periodiciteit
Het tijdschrift verscheen iedere maandag, vanaf begin januari 1788 t/m 1797. Voor nr. 1 wordt geadverteerd in de Leydse Courant van 7 januari 1788. De afleveringen zijn gebundeld in tien delen (jaargangen). Het eerste deel wordt aangekondigd in de Leeuwarder Courant van 21 februari 1789. De laatste jaargang wordt door de schrijfster Moens als volgt besloten:

’k sluit wel dit weekblad; maar voor dwang, voor wraak beveiligd,
Blijft heel mijn denkingskracht aan uw belang geheiligd.
Ja Vaderland! Uw Moens blijft eeuwig uw Vriendin.

Bibliografische beschrijving
Elke aflevering telt 8 pagina’s in groot octavo. Ieder deel wordt voorafgegaan door blanco schutblad, titelblad, blad met een ‘zinnebeeldige Tytelplaat door de Heeren J. Buis getekend en R. Vinkeles gegraveerd’. De titelplaat verbeeldt de Menschenvriend met veer en inktkoker in de hand. Boven zijn hoofd een putto met een verwijzing naar de volgende bijbelteksten: Matth. V 44.48, II Petrus I, 5.6.7. en I Kor. XI. Afgesloten met een J.
De bijbehorende uitleg luidt:  ‘De – Menschenvriend – tragt den Alwijzen en Algoeden in zijn handelwijs met het menschdom na te volgen’. Op het titelblad staat tevens het impressum.
De afleveringen van de delen 1 en 2 (1788 en 1789) zijn doorlopend genummerd, met het derde deel (1790) begint de telling opnieuw. Alle delen bevatten 52 afleveringen; deel 5 (1792) bevat 53 afleveringen.

Boekhistorische gegevens
Het blad is blijkens het impressum uitgegeven door Martinus de Bruijn in de Warmoesstraat, ‘het zesde Huis van de Vischsteeg, Noordzijde’ te Amsterdam. Verkrijgbaar aldaar en bij de boekhandelaren in de Nederlandse steden. De prijs van ieder nummer was volgens de advertenties 1½ stuiver.
De prijs per deel, ‘met koperen tijtel en inhoud’, bedroeg ƒ 4:3:8, zo blijkt uit de decemberafleveringen van Saakes’ Naamlijst (1790, p. 76; 1791, p. 174; 1793, p. 376; 1794, p. 98; 1795, p. 206; 1796, p. 309). Het één aflevering extra tellende deel 5 kostte echter ƒ 4:5 (1792, p. 272).

Medewerkers
Van 1788-1793 waren de belangrijkste auteurs Bernardus BOSCH (1746-1803), gereformeerd predikant en politicus, en de doopsgezinde arts Martinus NIEUWENHUYZEN (1759-1793), pedagoog en secretaris van ’t Nut van ’t Algemeen. Bosch vulde de even nummers en Nieuwenhuyzen de oneven.
Genoemd worden ook gastbijdragen van Johannes HAZEU Cornelisz. (1755-1834), Bakker, Roos, Tolk en Plas. Verder worden er gedichten geplaatst van bekende contemporaine dichters, zoals Rhijnvis FEITH (1753-1824). In een advertentie in de Oprechte Haarlemsche Courant van 7 januari 1797 wordt gesuggereerd dat ook IJsbrand VAN HAMELSVELD (1743-1812) eraan heeft meegewerkt.
Na de dood van Nieuwenhuyzen in 1793 (vanaf deel 6, nr. 14) werd deze vervangen door de blinde dichteres Petronella MOENS (1762-1843). Nadat Bosch in 1796 werd benoemd tot Representant van het Bataafse volk (vermeld in deel 9, p. 91), vulde Moens het tijdschrift alleen.
Bosch en Moens hebben ook meegewerkt aan tijdschriften als De Godsdienstvriend (1789-1795), De Leerzame Praat-Al (1790-1792), De Vaderlandsche Praat-Al (1793). Bosch schreef bovendien voor kritische politieke tijdschriften als Burger Politieke Blixem (1800-1802) en Janus Janus-Zoon (1800-1801).

Inhoud
De Menschenvriend bevat vertogen, redevoeringen, gedichten, spectatoriale briefwisselingen over in die tijd belangrijke onderwerpen op het gebied van politiek, religie en opvoeding.  De prozateksten worden afgewisseld door langere of korte gedichten, soms is een aflevering geheel in dichtvorm.
Bosch en Moens betuigden onophoudelijk hun steun aan de Bataafse revolutie van 1795. Ze waren tegen adellijke erfopvolging, riepen landgenoten op de nieuwe constitutie goed te bestuderen en betoonden zich – Moens vooral – voorstander van actief en passief kiesrecht voor vrouwen, als die ten minste over de benodigde bekwaamheden beschikten

Relatie tot andere periodieken
Als opvolger van De Menschenvriend kan worden beschouwd De Vriendin van ’t Vaderland (1798-1799) van Petronella Moens.
De Vraag-al (1789-1796) stelt in nr. 235 de volgende vraag centraal: ‘Waar is de Menschenvriend?’.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 3180 D 14-23
¶ Nijmegen, Bibliotheek Radboud Universiteit: Tz c 15378
¶ Full text deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 6, deel 7, deel 8, deel 9 en deel 10

Literatuur
¶ E. Hagen, ‘Een meer of min doodlyken haat’. Antipapisme en cultureel natiebesef in Nederland rond 1800 (Nijmegen 2008), p. 44, 54, 102, 119-120, 249-251, 257-259, 275
¶ A.Veltman, ‘Petronella Moens en De Vriendin van ’t Vaderland: een parlementair journaliste avant la lettre’, in: P. van Wissing (red.), Stookschriften. Pers en politiek tussen 1780 en 1800 (Nijmegen 2008), p. 271-284
¶ E. Hagen, ‘Petronella Moens’, in Digitaal vrouwenlexicon van Nederland
¶ L. Jensen, Bij uitsluiting voor de vrouwelijke sekse geschikt (Hilversum 2001), p. 76-81
¶ A. Veltman, Petronella Moens, De vriendin van ’t vaderland (Nijmegen 2000)
¶ M. de Vries, Beschaven, Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800 (Nijmegen  2001), p. 267-269, 280, 334
¶ D. Sturkenboom, Spectators van de hartstocht. Sekse en emotionele cultuur in de achttiende eeuw (Hilversum 1998), p. 44, 338, 340, 341
¶ P.N. Helsloot, Martinus Nieuwenhuyzen (1759-1793). Pionier van onderwijs en volksontwikkeling (Amsterdam 1993)
¶ A. Hanou, ‘Drie patriotten-auteurs in de loge’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 16 (1993), p. 10-17.

Ans J. Veltman-van den Bos