Mercurius der Elizeesche Velden (1786-1787)

Titelbeschrijving
De Mercurius der Elizeesche Velden, of Staats-Berigten uit het Ryk der Dooden, om te dienen tot opheldering der hedendaagsche vaderlandsche historie, in deze laatste tyden. Manifestis Contumeliis verberata ad ultionem decurrit (Respublica) Petron.

Periodiciteit
Voor het ‘Bericht van Inteekening’ wordt geadverteerd in de Hollandsche Historische Courant van 30 maart 1786. Er zijn in totaal 16 maandelijkse afleveringen verschenen, zo blijkt uit diezelfde krant van 13 september 1787. Daarin wordt niet alleen geadverteerd voor nr. 4 van de tweede jaargang, maar ook voor de nrs. 1-12 van het voorgaande jaar. Het was de bedoeling dat de afleveringen ieder half jaar werden samengevoegd tot een deel.
Meer dan 16 afleveringen zullen er niet zijn want vlak na het verschijnen van de laatstgenoemde advertentie maakten de Pruisische troepen een einde aan de patriotse revolte en kon de Oranjerestauratie beginnen. Dit betekende tevens het einde van de Mercurius der Elizeesche Velden.

Bibliografische beschrijving
Nr. 3 bevat II (titelpagina, advertentie uitgever) + 64 pagina’s in octavo
In het titelblok staat onder de verkorte titel informatie over de samenspraak (volgnummer en titel). Sommige afleveringen bevatten meerdere (apart genummerde) samenspraken.

Boekhistorische gegevens
Het werk is uitgegeven ‘Te Amsterdam, By Dirk Schuurman, Boekverkooper op ’t Rokkin, by de Visch Poort’. Achterin het prospectus staat een uitgebreide lijst van boekverkopers bij wie men op het blad kon intekenen.
Volgens het prospectus is de prijs per jaar, bij intekening, ƒ 3:12. Losse afleveringen kosten 8 stuivers (volgens de advertenties echter 6 stuivers).

Medewerkers
In de Hollandsche Historische Courant van 12 augustus 1786, waar geadverteerd wordt voor de nrs. 1-4, wordt de naam van de auteur genoemd: ‘den kundigen Schryver van het alom geachte Weekblad de Batavier, den Heer F. Bernard’. Of hij verantwoordelijk was voor alle afleveringen, is niet duidelijk.
De uitgeweken Fransman François BERNARD verdiende in Leiden de kost als leraar Frans en broodschrijver. Hij maakte zich onder orangisten gehaat door zijn scherpe uitvallen en doorwrochte analyses in patriotse bladen als De Batavier. In 1786-1787 was hij als redacteur ook verbonden aan de Gazette d’Amsterdam. Na de omwenteling in 1787 zocht hij zijn toevlucht in Parijs.

Inhoud
Dit ‘Patriotsch Tyd-schrivt’, zoals de Mercurius zich in het prospectus noemt, gaat over ‘de tegenwoordige gesteldheid der Nederlandsche Vryheid’ en het streven naar een burgerlijke vrijheid waar geen plaats meer is voor aristocraten en stadhouders die alleen uit zijn op hun ‘Personeel belang’. Doel is ‘de Inwooneren te onderrechten en te verlichten, als mede te verleedigen en tevens te vermaaken met de waare belangens van het Vaderland […]’.
Er is gekozen voor een dodendialoog, zoals David Faßmann – naam en werk worden in het prospectus niet genoemd – die deze vorm ‘voor omtrent veertig of vyftig jaaren’ heeft geïntroduceerd met zijn Gespräche in dem Reiche derer Todten (1718-1739). Het is een toegankelijke manier om staatkundige verhandelingen onder de aandacht te brengen van de lezers (‘zelvs de eenvoudigsten’). Het dodengesprek combineert immers ernst en vrolijkheid. ‘De Zamenspraaken der Dooden, van de Hr. de Fenelon worden als nog met vermaak geleezen, hoewel zy hooge en verheevene stoffen verhandelen’. Na deze korte inleiding volgt als voorproefje een samenspraak tussen de ‘Nederlandsche Geschied-Schryveren’ Hooft en Wagenaar.

Op grond van getraceerde advertenties volgt hieronder een beschrijving van een aantal afleveringen:

¶ Jrg. 1, nr. 1: gesprekken tussen ‘Prins Willem de I., de Graaf van Egmond, Hugo de Groot, P… C… d.G…’ (Hollandsche Historische Courant 25 april 1786).
¶ Jrg. 1, nr. 2: gesprekken tussen ‘Johan van Oldenbarneveld, Mauritz en Van Der Capellen tot den Poll’ (Hollandsche Historische Courant 10 juni 1786).
¶ Jrg. 1, nr. 3: gesprekken tussen ‘Cornelis Pieterszoon Hooft, in leeven Burgemeester en raad der Stad Amsterdam, groot Voorstander van ’s Volks Rechten en Vryheden, tegenstander der Graavelykheid van Prins Willem de Eerste, geleeft hebbende van den Jaare 1547-1626, met Pieter Hooft, overleeden in November 1785’ (Oprechte Haerlemsche Courant 11 juli 1786).
¶ Jrg. 1, nr. 4: gesprekken tussen ‘Willem Tichelaar, Stichter der Moord van de Gebroeders De Witten, Goozen, Geurt Bentinck, Burgemeester der Stad Arnhem, en Dirk Hendriks, Burger van Arnhem, moorddadig omgebragt door Soldaaten van het Regiment van Douglas’ (Hollandsche Historische Courant 12 augustus 1786).
¶ Jrg. 1, nr. 7: gesprekken tussen ‘den Wreeden Duc d’Alba en Vargas, Moordenaars der Voorstanders van de Burgerlyke Vryheden, onder de Regeering van Philippus den Tweeden, met een Soldaat, doodgeschoten by het gewelddadig inneemen van Hattem, over het gedrag van Prins Willem den Vyfden, en de Meerderheid der Staaten van Gelderland’ (Oprechte Nederlandsche Courant 7 oktober 1786).
¶ Jrg. 1, nr. 8: ‘De voornaamste Byzonderheden, betreffende het Genootschap tot herstel der Delftsche Schuttery, Voor Vryheid En Vaderland, sprekender wyze voorgesteld, door Willem de Vierde en een Waardgelder […]’. Met een toegevoegde ‘Lyst van de geplunderde Huizen te Hattem, by gelegenheid van de roemrugtige [ondersteboven weergegeven] Overwinning, op order van de Geldersche Staten, als ook Lyst der Schepen die in en uit Texel en ’t Vlie gezeild zyn van den 1 tot den 15 October 1786, na de order van ’t Alphabeth’ (Hollandsche Historische Courant 2 november 1786).
¶ Jrg. 2, nr. 2: ‘Den onlangs overledene Schout by Nacht Binkes, in gesprek met den oude Caron, Veerschipper der Elizeesche Velden, over zyn gehoude gedrag in de Engelsche Oorlog; G.G. Bentinck, in gesprek met Binkes over zyn gehoude gedrag in Gelderland; Salomon (een onlangs overlede Burger van Amsterdam) in gesprek met Van den Capellen tot den Poll, over de Propocitie van Haarlem en de Cordate stappen tot herstel van de onderdrukte Vryheid, door de Burgery te Amsterdam verrigt; G. Lentfrink, Schepen en Raad in de Vroedschap van Amersvoord, in gesprek over het gepasseerde in de Provintie Utrecht; Ulenpas, geweze Lid van de Geldersche Ridderschap, met Cremer Burgemeester van Deutichum [sic], in hevige twist elkander verwytende hunne handelwyzen met de Burgers en Boeren’ (Groninger Courant 15 mei 1787).
¶ Jrg. 2, nr. 3: Capellen, Lentfrink, Cremer en Ulenpas, in hun leven Regenten, in Overyssel, Gelderland en Utrecht, over de handelwyze der Aristocraten en Prinsgezinden, als mede de jongst Overledene Koning van Pruissen, met Parvé in gesprek, over de beste wyze van Regeringsform, en de onlangs Overledene Heer van der Does’ (Oprechte Nederlandsche Courant 28 juli 1787).
¶ Jrg. 2, nr. 4: ‘Extract uit de Resolutie van het Vonnis, gemaakt ten Comptoire van Rahdamantes, Opperrechter der Onderaardsche Wooning, tegen den beruchte van der Does, Heer van beide de Noordwyken, en zyn gesprek met twee Helsche Momboirs, uitvoerders van dat Vonnis. Verhaal van een gegageerd Soldaat aan Caron, over de slegte levenswyzen van veele Geldersche Regenten. Verhaal van Rieuwert Rompkes, een Lootsman van de Helder, hoe hy in zyn leven door een Zee-Capitein wierd aangezet om een Oorlogschip te doen stranden. Gesprek over de opvoeding van Willem de Vyfde, onder het bestier van den Hertog van Wolffenbuttel’ (Hollandsche Historische Courant 4 september 1787).

Relatie tot andere periodieken
Een gunstige bespreking staat in Grietje en Dieuwertje nr. 25 (22 juni 1786): kenmerkend is de ‘vrye Hollandsche Schryftrant […] die den wakkeren Schryver als rechtzinnig kenmerkt, gelyk in ’s Mans andere Schriften niet minder de Kenschets van een Bataafsch hart en oordeelkundig Vernuft uitblinkt’ (p. 97). Ook in nr. 368 van de Politieke Kruyer komt de Mercurius der Elizeesche Velden uitgebreid in positieve zin ter sprake (p. 856).

Exemplaren
¶ Utrecht, Universiteitsbibliotheek: Z oct. 2326 (nr. 1)
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 517 K 35:2 (nr. 3)
¶ Nijmegen, Universiteitsbibliotheek: OD c 1461 (nrs. 1-12)
¶ Full text prospectus en nr. 3 (juni 1786)

Literatuur
¶ Pieter van Wissing, Stokebrand Janus 1787. Opkomst en ondergang van een achttiende-eeuws satirisch politiek-literair weekblad (Nijmegen 2003), p. 76
¶ René Veenman, ‘Het dodengesprek in Nederland’, in: Documentatieblad van de Werkgroep Achttiende Eeuw 29 (1997), nr. 1, p. 35-58.

Rietje van Vliet