Naamlijst Haarlem (1760-1856)

Titelbeschrijving
¶ januari 1760 t/m december 1763: Maandelykse Naamlyst van alle de Gestorven Menschen, Zo onder, als boven de Twaalf Jaaren: Als meede die, der Perzoonen, welke zig, zo in de Gereformeerde Kerk, als op ’t Stadhuis, Binnen de Stad Haerlem, en Vrydom van dien, in den Huwelyken-Staat hebben laaten bevestigen.
¶ januari 1764 t/m december 1767: Maandelykse Naamlyst van alle de Gestorven Menschen, Zo onder, als booven de Twaalf Jaaren: En ’t Getal der Geboorene Kinderen: Als meede die, der Perzoonen, welke zig, zo in de Gereformeerde Kerk, als op ’t Stadhuis, Binnen de Stad Haerlem, en Vrydom van dien, in den Huwelyken-Staat hebben laaten bevestigen.
– Variant: Naamlyst / Naam-lyst.
¶ januari 1768 t/m februari 1768: Maandelykse Naam-lyst van alle de Overledene Menschen, Zo Onder, als Booven de Twaalf-Jaaren; Benevens Die, der Perzoonen, welke zig, zo in de Gereformeerde Kerk, als op het Stadhuis, Binnen de Stad Haerlem, en Vrydom van dien, in den Huwelykenstaat hebben laaten bevestigen; Als meede het Getal der Geboorne Kinderen. Waar agter gevoegd is een Lyst van alle de Huysen, Obligatien en ander Vaste Goederen, welke in publiecque veilingen zyn Verkogt: met de Prysen hoe veel dezelve hebben moogen gelden.
¶  maart 1768 t/m december 1819: Maandelykse Naam-lyst van alle de Overledene Menschen, Zo Onder-, als Booven de Twaalf-Jaaren, Met de Ouderdom, Daagen, Woonplaatsen, en waar dezelve zyn Gestorven en Begraaven; Benevens Die, der Perzoonen, welke zig, zo in de Gereformeerde Kerk, als op het Stadhuis, Binnen de Stad Haerlem, en Vrydom van dien, in den Huwelykenstaat hebben laaten bevestigen; Als meede het Getal der Geboorne Kinderen. Waar agter gevoegd is een Lyst van alle de Huysen, Obligatien en ander Vaste Goederen, welke in publiecque veilingen zyn Verkogt: met de Prysen hoe veel dezelve hebben moogen gelden.
– Variant: Ouderdom, Daagen, Woonplaatsen / Daagen, Woonplaatsen
– Variant: Gestorven en Begraaven / Begraaven
– De titels in de jaren 1816-1856 zijn wegens de scope van de ENT niet nauwkeurig onderzocht.
¶ o.a. februari 1769: Maandelykse Naam-lyst van alle de Overledene Menschen, Zo Onder-, als Booven de Twaalf-Jaaren, Met de Daagen, Woonplaatsen, en waar dezelve zyn Begraaven; Benevens Die, der Perzoonen, welke zig, zo in de Gereformeerde Kerk, als op het Stadhuis, Binnen de Stad Haerlem, en Vrydom van dien, in den Huwelykenstaat hebben laaten bevestigen; Als meede het Getal der Geboorne Kinderen.
– Deze titel komt alleen voor in het begin van de periode maart 1768 t/m december 1815, in maanden waarin er geen informatie over verkoop van huizen etc. af te drukken viel.

Periodiciteit
Deze periodiek verscheen maandelijks, vermoedelijk rond de vijfde dag van de maand die volgde op de maand die op de titelpagina vermeld staat: het nummer ‘voor de maand januari 1761’ bijvoorbeeld zal dus op 5 februari 1761 in de verkoop gegaan zijn. De voor dit soort periodieken gebruikelijke verschijningsdatum van de vijfde van de volgende maand werd echter pas jaren na 1815 op de titelpagina vermeld.
De aflevering over januari 1760 vermeldt het consent van de Haarlemse burgemeesters. Tot dit consent werd echter pas op 24 mei 1760 besloten. Anderzijds is duidelijk dat de aflevering over januari 1760 inderdaad de oudste aflevering is: het bevat een ‘Aan den Leezer’ en is de enige aflevering die wijst op de mogelijkheid om een abonnement af te sluiten. De meest plausibele verklaring hiervoor – drukken voordat er toestemming is verkregen – is dat de afleveringen over de eerste maanden van 1760 niet al direct na het eind van de betreffende maand zijn samengesteld, maar pas later, en dat de routine van een aflevering enkele dagen na het einde van de maand produceren pas in de loop van 1760, of in januari 1761 is ingegaan. Vermoedelijk wilde Jan Huytink, de uitgever, graag zijn reeks met het begin van het decennium aanvangen, en niet halverwege een jaar.
Voor zover bekend zijn er afleveringen verschenen over de maanden januari 1760 t/m oktober 1856; waarschijnlijk is de uitgave in november 1856 of januari 1857 gestaakt. Anders dan bij vergelijkbare periodieken zijn er wél gewoon afleveringen uitgekomen in de jaren waarin de meeste kranten en tijdschriften van overheidswege verboden werden (1812-1813).

Bibliografische beschrijving
Deze uitgave verscheen in kwarto (paginahoogte circa 20 cm.). De titelpagina is bij de paginanummering meegeteld. Het aantal pagina’s per aflevering is de eerste jaren altijd 8, waarbij regelmatig de laatste twee pagina’s onbedrukt zijn. Vanaf 1768 hebben jaarlijks enkele afleveringen 12 pagina’s; een enkele aflevering bevat 4 pagina’s. In latere jaren komen ook afleveringen met 16 pagina’s voor.
In sommige gevallen zijn blanco pagina’s bij het inbinden weggesneden, waardoor het lijkt of een aflevering van 8 pagina’s slechts 6 pagina’s telt.

Boekhistorische gegevens
In de loop der jaren treden er nogal wat wijzigingen op in het impressum, zowel wat uitgeversnamen als adressen betreft. Andere verkoopadressen dan die van de uitgevers worden nergens genoemd. De Maandelykse Naamlyst – in Haarlem ook wel ‘puiboekje’ genoemd – verscheen met de volgende uitgeversadressen:

¶ Januari 1760 – mei 1762: ‘By Jan Huytink, Boek- en Papierverkooper’, soms met adrestoevoeging ‘in de Groote Houtstraat’.
¶ Juni 1762 – maart 1765: ‘By Jan Huytink, Boek- en Papierverkooper, in de Groote Houtstraat, over de Spekstraat’.
¶ April 1765 – maart 1766: ‘By Jan Huytink, Boek- en Papierverkooper, in de Gierstraat’.
¶ April 1766 – december 1767: ‘By Jan Huytink, Boek- en Papierverkooper, in de Groote Hout-straat, by het Proveniershuys’.
¶ Januari 1768 – april 1778: ‘Gedrukt by de Erve van Hulkenroy, en Joannes Met, Boek- en Papierverkoopers in de Lange Begynestraat’. 
¶ Mei 1778: ‘Gedrukt by Joannes Met, in de Lange Bagynestraat’.
¶ Juni 1778 – december 1790: ‘Gedrukt by Joannes Met, Boekdrukker in de Lange Begynestraat’.
¶ Januari 1791 – januari 1794: ‘Gedrukt by Joannes Met en Joannes Meylink, Boekdrukkers in de Lange Begynestraat’.
¶ Februari 1794 – december 1811: ‘Gedrukt by J. Met en Meylink, Boekdrukkers in de Lange Begynestraat’ (ook wel: ‘Lange Bagynestraat’).
¶ Januari 1812 – december 1815: ‘Ter Drukkerye van Met en Meylink, Boekdrukkers in de Lange Bagynestraat. Wyk 1. No. 1016’.

Ook in de jaren 1816-1856 bleven Met en Meylink de drukkers, waarbij na verloop van tijd wel het adres van de titelpagina verdween en het bedrijf als ‘boek- en steendrukkerij’ werd omschreven.
Wanneer Huytink precies om instemming en medewerking van de overheid heeft verzocht, is niet duidelijk aangezien hij geen schriftelijk rekest heeft ingediend maar er mondeling om heeft gevraagd. De burgemeesters beslisten op 24 mei 1760 formeel over zijn 

mondeling verzoek […] ten einde aan hem zou moogen werden gepermitteert ter secretarije en bij de koster van de grote kerk te lichten Lijsten van de personen welke binnen deese stadt en jurisdictie van dien zijn gestorven, als mede van de personen welke zo in de kerk als op het stadhuis zijn getrouwt, omme daar van te doen formeren, zodanige gedrukte lijsten als in sommige steeden, en onder andere te Amsterdam en Alkmaar werden in ’t ligt gegeven. 

Zijn verzoek werd geaccordeerd: 

mits ter camere van Heeren Burgemeesteren telken reize dat deselve sullen uytkoomen een Exemplaar versorgende, qualificeren de Heeren secretarissen deeser stadt misgaders [sic] den koster van de grote kerk omme aan de gemelde Huytink de voorschreve Lyste onder betalinge van daar voor verdiende schrijfloon te laaten volgen en te Extraderen.

Huytink vermeldt het consent van de burgemeesters van Haarlem op de titelpagina van nr. 1, wat erop wijst dat de eerste afleveringen pas ná 24 mei 1760 tot stand zijn gekomen. Hij herhaalt die vermelding alleen nog op het januari-nummer van 1763 en enkele latere januari-nummers. Niet onderzocht is of latere uitgevers de approbatie vernieuwd hebben; wel vermelden zij de instemming consequent op de titelpagina. Bij Jan Huytink is de formule: ‘Met Consent van de Ed: Gr: Achtb: Heeren Burgemeesteren deezer Stad’. In 1768 is het bij de Erven van Hulkenroy ‘Met Consent van de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren deezer Stad’, maar daarna – tot in ieder geval 1819 – het veel simpeler ‘Met Previlegie’. Weer later heet het nog ‘Met abprobatie’ en ‘Met approbatie’; pas vanaf 1854 wordt de overheidsgoedkeuring niet meer vermeld.

De prijs van dit periodiek werd pas ruim na 1815 op de titelpagina vermeld. Rond 1840 was de prijs 17½ cent per nummer. 
Jan Huytink hoopte vanaf het begin dat geïnteresseerden een jaarabonnement op de Maandelyksche Naamlyst zouden nemen. In nr. 1 schrijft hij: ‘Iemand genegen zynde deeze Naamlyst der gestorven menschen , &c. ‘tgeheele jaar door te vervolgen, kunnen [sic!] zig by den Drukker dezes addresseeren’ (p. 2). Een prijs vermeldt hij echter niet. In de Oprechte Haerlemse Courant van 8 augustus 1761 adverteert hij voor het julinummer (6 bedrukte en 2 blanco pagina’s) en op 12 september 1761 voor het augustusnummer (8 bedrukte pagina’s). Van beide afleveringen is de prijs 2 stuivers. 
Een advertentie in de Oprechte Haerlemse Courant van 26 maart 1768 vermeldt een jaarprijs van 30 stuivers, ‘en per stuk na rato der groote’, wat wijst op een prijs van 2½ stuiver voor een nummer met de gebruikelijke omvang van 8 pagina’s. In de Naamlijsten van Saakes staat de Haarlemse naamlijst alleen genoemd in de jaren 1807-1811. In die jaren bedraagt de prijs –omgerekend per aflevering – 3 stuivers.

Inhoud
In het ‘Aan den Leezer’ in nr. 1 schetst Jan Huytink doel en opzet van de publicatie: 

De Inwoonders eener Stad, zyn aan te merken als een gemeen Huysgezin: Elk brengt zyn moeilykheden of nut toe: Dikwils hebben wy belang in de Geboortens, Huuwlyken en Sterfgevallen der Ingezeetenen, en veelmaal zyn wy onkundig van die wisse Wisselingen; […] echter blyft dit een waarheid, dat wy veelmalen onze beste Vrienden en oude Kennissen verliezen waar van wy door verzuim of onkunde geen berigt ontvangen, en evenwel gaarne, om verscheidene redenen, wenschte te weeten. Om dan in dit gebrek tot elks belang, noodzakelijkheyd, &c. te voorzien, heb ik op myn verzoek van Hun Ed: Groot Achtbaare de Heeren Burgemeesteren deezer Stad, geleegentheyd bekoomen, om uit de Origineele Dood- en Trouw-Registers ter Secretarye berustende, Lysten te mogen ontfangen, als mede die zig in de Gereformeerde Kerk alhier, in den Huwlykenstaat hebben laten bevestigen, om dezelve op zekere bepaalde tyden uittegeeven en gemeen te maken […]. (p. 3-4)

De Naamlyst bevat een reeks rubrieken met demografische en later ook economische informatie uit de maand die op de titelpagina vermeld staat. De titel van het blad dekt altijd precies welke informatie er in de betreffende aflevering te vinden is. In de eerste nummers worden alleen de namen van de overledenen per dag opgesomd; idem voor de in de echt verbondenen. In het decembernummer waren enkele simpele totaaltellingen toegevoegd (bij overledenen werd alleen onderscheid gemaakt tussen mannen, vrouwen en kinderen) en in december 1760 werden bovendien de per jaar gestorven ‘ouden’ en ‘jongen’ uit de jaren 1751-1759 ‘volgens de opgaaf der couranten’ meegedeeld. Vanaf december 1763 is er ook de lijst met aantallen geboren kinderen (onderscheiden in zonen en dochters, met een extra vermelding van het aantal tweelingen). Tot na 1815 echter werd voor de borelingen volstaan met totalen; er werden van hen geen namenlijsten gepubliceerd.
De opvolgers van Huytink verzekeren de lezers in het januarinummer van 1768 ‘dat men tragten zal, om deeze Maandelykse Lysten, in het vervolg in nog beeter Order uit te geeven’. Zij voegen de daad bij het woord: ingaande maart 1768 nemen zij persoonsgegevens op bij de namen van de overledenen. Twee maanden eerder al waren ze begonnen met het publiceren van beknopte resultaten van verkopingen van financiële papieren en huizen. De gegevens over pasgeborenen, huizen ‘en andere vaste goederen’ blijven tot na 1815 zeer beknopt. Wanneer er een maand geen informatie over verkopingen te melden valt, wordt dat keurig op de laatste bedrukte pagina vermeld.
Een enkele keer wordt voorin een aflevering een dienstmededeling gedaan, zoals het al vermelde aanbod om een abonnement af te sluiten. 

Relatie tot andere periodieken
De resolutie van de Heeren Burgemeesteren d.d. 24 mei 1760 suggereert dat Jan Huytink een voorbeeld heeft genomen aan naamlijsten van andere steden, met name van Amsterdam en Alkmaar. Vermoedelijk doelde hij voor Amsterdam op de Maandelykse Nederlandsche Mercurius (1756-1807). Deze bevat vanaf 1756 gegevens over in Amsterdam verkochte huizen, en vanaf begin 1757 lijsten met namen van Amsterdamse overledenen. Een naamlijst pur sang was het niet: er stonden ook teksten in over totaal andere onderwerpen. 
In 1777 en vanaf 1790 kwamen er in Rotterdam respectievelijk in andere steden eveneens naamlijsten van de grond. Speciale vermelding verdient de Naamlyst van alle de Overledene Menschen, zo onder, als booven de twaalf Jaaren in den geheele Banne van Oostzaan, met derzelver Ouderdom, Dagen, Woonplaatsen, Ziektens, en waar dezelve gestorven zyn […], omdat deze titel suggereert dat de samensteller het idee uit Haarlem heeft overgenomen.

De Haarlemse naamlijst is in de jaren 1816-1856 voortgezet onder de titels:
¶ Maandelykse Naam-lyst van alle de Overledene Menschen, Zo Onder-, als Booven de Twaalf-Jaaren, Met de Ouderdom, Daagen, Woonplaatsen, en waar dezelve zyn Gestorven en Begraaven; Benevens Die, der Perzoonen, welke zig, zo in de Gereformeerde Kerk, als op het Stadhuis, Binnen de Stad Haerlem, en Vrydom van dien, in den Huwelykenstaat hebben laaten bevestigen; Als meede het Getal der Geboorne Kinderen. Waar agter gevoegd is een Lyst van alle de Huysen, Obligatien en ander Vaste Goederen, welke in publiecque veilingen zyn Verkogt: met de Prysen hoe veel dezelve hebben moogen gelden.
¶ Naamlyst der Overledenen, met omschrijving van hunnen ouderdom en woonplaatsen dewelke begraven zijn op het Kerkhof buiten Haarlem; benevens dergenen, welke zich in den Huwelyken- Staat hebben begeven; alsmede het getal der Geborenen binnen Haarlem en deszelfs jurisdictie, Volgens de daarvan, bij den Burgerlijken stand, gedane aangiften; Benevens eene Lyst der verkochte Huizen, Lustplaatsen, Landerijen, enz.
¶ Naamlijst der Overledenen, met omschrijving van hunnen ouderdom en woonplaatsen, benevens dergenen, welke zich in den Huwelyken- Staat hebben begeven; alsmede het getal der Geborenen binnen Haarlem en deszelfs jurisdictie, Volgens de daarvan, bij den Burgerlijken stand, gedane aangifte; Benevens eene Lyst der verkochte Huizen, Lustplaatsen, Landerijen, enz.
¶ Naamlijst der Overledenen en Gehuwden, benevens het getal der Geborenen, binnen Haarlem en deszelfs jurisdictie, volgens de daarvan, bij den burgerlijken stand, gedane aangifte; alsmede eene Lijst der verkochte Huizen, Lustplaatsen, Landerijen, enz.

Exemplaren
STCN 162950942
¶ Haarlem, Noord-Hollands Archief, archief 1211 (puiboekjes 1760-1856)
¶ Haarlem, Noord-Hollands Archief, archief 1590 (bibliotheek) inv.nr. 22645 (Maandelykse Naamlyst 1761-1912 [sic!]) (incompleet)
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: KW 2207 B 24 (alleen de jaren 1779-1784)
¶ Full text naamlijsten van 1779-1784.

Bronnen
¶ Haarlem, Noord-Hollands Archief, archief 3993 (Stadsbestuur Haarlem 1573-1813), inv.nr 603 (resoluties van de burgemeesters 1760) folio 207.

Jac Fuchs