Naamlijst Rotterdam (1777-1856)

Titelbeschrijving
¶ juli 1777: Naamlyst der Getrouwde en Overleden Personen, binnen de Stad Rotterdam, En de Jurisdictie van dien; Benevens eene opgave der Ziekten, waar aan de Overleden gestorven zyn, als mede eene Lyst Der Verkochte Huizen, Tuinen, Schepen en Obligatiën.
¶ augustus 1777 t/m december 1811: Naamlyst der Getrouwde en Overleden Personen, binnen de Stad Rotterdam, En de Jurisdictie van die; Benevens eene opgave der Ziekten, waar aan de Overleden gestorven zyn, als mede eene Lyst Der Verkochte Huizen, Landeryën, Tuinen, Schepen en Obligatiën, Met de Pryzen, waar voor dezelven verkocht zyn.
– Varianten: van die / van dien; eene opgave / een opgave; Overleden / Overledenen; Verkochte / verkochte / Geveilde; Landeryën / Landerijen / Landeryen; Obligatiën / Obligatien
¶ januari 1812 t/m februari 1812: Naamlyst der Personen Welke [in de Maand …] binnen de Stad Rotterdam Getrouwd of Overleden zijn, Benevens een opgave der Ziekten, waar aan de Overledenen gestorven zyn. Als mede eene Lyst Der Geveilde Huizen, Landeryen, Tuinen, Schepen en Obligatien, Met de Pryzen waar voor dezelven verkocht zyn.
¶ 1814-1816?: Naamlijst der Geborenen, Getrouwden en Overledenen [sic] Personen binnen Rotterdam, Als mede eene Lyst Der Geveilde Huizen, Landeryen, Tuinen, Schepen en Obligatien, Met de Pryzen waar voor dezelven verkocht zijn.
– Deze laatste beschrijving is gebaseerd op een advertentie in de Rotterdamsche Courant van 4 maart 1815 (afleveringen uit 1815 en 1816 zijn niet overgeleverd).

De bijlagen zorgen voor een toevoeging aan deze titels:
¶ Vanaf de aflevering over augustus 1777 t/m de aflevering over december 1781: Waar by gevoegd is eene Kronyk der Stad Rotterdam, Uit de Beste Schryveren, by een verzameld.
¶ Vanaf de aflevering over januari 1782 verandert deze toevoeging in: Waar by gevoegd is: Magazyn van zedelyke, geestige, schertzende, zinryke en dichtkundige Tafereelen.
¶ Vanaf de aflevering over maart 1795 is deze toevoeging gewijzigd in: Waar agter gevoegd is, eene Verzameling van Vertoogen, over verschillende onderwerpen, in Vaerzen en in Prosa.
– Variant: Vaerzen / Vaarzen

Periodiciteit
Deze periodiek verscheen maandelijks, aan het begin van de maand die volgde op de maand die op de titelpagina vermeld staat. Zo heeft nr. 1 uit 1777 betrekking op de maand juli en zal dus rond 6 augustus 1777 in de verkoop zijn gegaan.
De schaarse advertenties in de Rotterdamsche Courant uit 1787-1790 tonen dat de verschijningsdag bij Cornel kon variëren van de vierde tot de negende van de maand. Van Manheer is slechts één advertentie voor de Naamlyst aangetroffen, waaruit blijkt dat hij streefde naar een publicatiedatum rond de vijfde van de maand; – overigens ook de verschijningsdag van naamlijsten in andere steden.
Van periodieken als deze werd de productie doorgaans door toedoen van de censuurwetgeving gestaakt in de periode december 1811 t/m december 1813. De Rotterdamse Naamlyst bleef echter nog verschijnen tot begin maart 1812 (de aflevering over de maand februari 1812). Achterin de Affiches, Annonces et Avis divers de Rotterdam van 26 maart 1812 meldt courantier Arrenberg dat de Rotterdamse naamlijsten voortaan elke 8 of 14 dagen in zijn krant zullen worden opgenomen. In de Rotterdamsche Courant van 8 maart 1814 adverteren de toenmalige uitgevers van de naamlijst voor het maartnummer, die blijkbaar hervat is. Of er in 1814 ook een januari- en februarinummer zijn verschenen, is onduidelijk omdat verdere advertenties ontbreken en de naamlijsten over die periode niet bewaard zijn gebleven.

Bibliografische beschrijving
Deze uitgave verscheen in kwarto (paginahoogte circa 19 cm). Manheer gebruikte tot in 1787 een doorlopende paginanummering die over meerdere jaren liep. Bij de afleveringen over januari 1780 resp. juli 1784 begint de paginanummering opnieuw. Vanaf de aflevering over januari 1787 gebeurt dit bij iedere aflevering. 
In alle gevallen wordt de titelpagina bij het nummeren van de pagina’s meegeteld. Het aantal pagina’s per aflevering is doorgaans 12 of 16, soms 20, en bij uitzondering meer. Met 36 pagina’s is de aflevering over augustus 1798 een uitschieter. De bijlagen tellen 4 pagina’s en hebben meestal geen of anders een eigen paginanummering.
Manheer voegde bijlagen van 4 pagina’s aan de afleveringen toe, die meestal geen, en soms een eigen paginanummering hebben. Cornel handhaafde het gebruik om bijlagen toe te voegen. Op de titelpagina staat de titel ervan vermeld:

Er zijn titelpagina’s voor de afzonderlijke afleveringen en voor de gebundelde jaargangen. Een jaargang bevat altijd afleveringen over juli t/m juni van het volgende jaar. Manheer noemt de tweede jaargang: ‘Tweede Stuk’. Zijn titelvignet heeft hier de vorm van een medaillon met daarin zijn initialen:


Boekhistorische gegevens
De Rotterdamse naamlijsten werden in Rotterdam ook wel ‘Manheer-boekjes’ genoemd. Ze verschenen met de volgende uitgeversadressen:

¶ juli 1777 – januari 1781: By Gerrit Manheer, Boekverkooper op de Visschersdyk
februari 1781 – maart 1782: By Gerrit Manheer, Boekverkooper agter het Stadhuis
april 1782 – september 1782: By Gerrit Manheer, Boekverkooper op de Zuidblaak by de Beurs
oktober 1782 – februari 1784: By Gerrit Manheer, Boekverkooper in de Lombertstraat
maart 1784 – december 1784: By de Wed: S: Manheer (soms met de toevoeging ‘Boekverkoopster in de Nieuwehavesteeg’)
januari 1785 – januari 1786: By G: Manheer, Boekverkooper op de Delfschevaart
februari 1786 – september 1786: By G: Manheer, Boekverkooper in de Molenstraat op de Nieuwe Haven
oktober 1786 – september 1787: By G: Manheer, Boekverkooper in de Hoogstraat by de wyde Marktsteeg
oktober 1787 – maart 1788: By Nicolaas Cornel, Boekverkooper op de Meent over de Schotsche Kerk
april 1788 – januari 1791: By Nicolaas Cornel, Boekverkooper, op de Meent over de Lombertse Brug, / By Nicolaas Cornel, Drukker en Boekverkooper, op de Meent over de Lombertsche Brug, / Ter Drukkery van Nicolaas Cornel, Boekverkooper, op de Meent over de Lombertsche Brug, / Ter Drukkerye van Nicolaas Cornel, Boekverkooper, op de Meent over de Lombertsche Brug
februari 1791 – januari 1795: Ter Drukkerye van Nicolaas Cornel, Boekverkooper op de Meent op de hoek van de Lombartstraat, [ook wel: Lomberdstraat]
februari 1795: By Gerrit Manheer, Boekverkooper in de Weste Wagestraat
maart 1795 – juni 1797: By Gerrit Manheer, Boekverkooper
juli 1797 – juni 1806: By Gerrit Manheer, Boekverkooper in de Westewagestraat, [of: Weste-Wagestraat]
juli 1806 – juli 1807: By Gerrit Manheer, Boekverkooper op de Slykstraat
augustus 1807 – september 1807: Ter Boekdrukkery van Nicolaas Cornel, En wordt uitgegeven By N. Cornel, Hk Wyt en J.P. van Ginkel
oktober 1807 – november 1811: By N. Cornel, Hk Wyt en J.P. van Ginkel
december 1811: Bij N. Cornel, Hk Wyt en J.P. van Ginkel, Ter Drukkerij van N. Cornel, Meent H. No. 203
januari 1812 – februari 1812: Bij N. Cornel, Hk Wyt en J.P. van Ginkel, Ter Boekdrukkerij van N. Cornel, Meent H. No. 203

Na 1816 zetten Cornel, Wyt en Van Ginkel de naamlijst voort. Eerst werd deze nog bij Cornel (later Cornel en Pippijn) gedrukt, maar in 1827 werd M. Wyt de drukker. Dat bedrijf bleef de Naamlyst verzorgen tot de periodiek aan het einde van 1857 werd opgeheven.

In 1788 kostte een Rotterdamse Naamlyst 4 stuivers, blijkens een advertentie in de Rotterdamsche Courant van 4 december 1788. De prijsontwikkeling in latere jaren is terug te vinden in Saakes’ Naamlyst van Nederduitsche boeken.
In 1805 kostte een aflevering nog steeds 4 stuivers. In 1806 steeg de prijs naar 4½ stuiver. Saakes noemt tot in 1810 als prijs 54 stuivers voor een jaargang en in 1811 49½ stuivers voor 11 afleveringen. Dit komt neer op 4½ stuiver per aflevering. Op de titelpagina’s wordt vanaf mei 1810 de prijs per losse aflevering vermeld: 5 stuivers. Dit is de prijs die ook Saakes noemt vanaf 1814. In 1826 gaat de prijs van 5 naar 6 stuivers (30 cent), waar tot de beëindiging van de Rotterdamse naamlijst, eind 1857, geen verandering meer in komt.

Gerrit Manheer (gedoopt op 2 februari 1749, overleden 28 juli 1807) was de zoon van de boekhandelaar Salomon Manheer en Adriana Meuijen. Adriana overleed in maart 1767, en Salomon Manheer hertrouwde een half jaar later met Maria Massieu (geboren 23 mei 1724, overleden 5 januari 1810). Salomon overleed in 1776. Het testament dat Salomon Manheer op 27 oktober 1775 bij notaris M.M. van der Loeff liet opmaken, maakt deze familierelaties duidelijk. Gerrit Manheer is in 1772 zijn carrière begonnen als stadsdrukker, met octrooien voor onder andere de Rotterdamse Almanak. De naamlijst begon hij op eigen initiatief.
De weduwe S. Manheer, Maria Massieu, heeft gedurende het merendeel van 1784 de uitgave van de Rotterdamse naamlijst verzorgd. Waarom zij toen deze taak van haar stiefzoon Gerrit Manheer overnam, is niet duidelijk.
De wisseling van drukker tussen Manheer en Nicolaas Cornel in oktober 1787 was een politieke zaak. Manheer had in de jaren tachtig zijn patriotse sympathieën niet onder stoelen of banken gestoken. Na de Pruisische inval in september 1787 werden hem de stedelijke privileges ontnomen waarover hij sinds 14 oktober 1772 beschikte. Cornel werd verantwoordelijk voor de naamlijst. Na de Bataafse omwenteling van januari 1795 diende Gerrit Manheer bij het provisionele stadsbestuur een rekest in om zijn octrooirechten terug te krijgen. Op 21 februari 1795 werd op zijn verzoek positief beschikt. Het lijkt erop dat hijzelf de teruggave van de naamlijst moest vorderen van Cornel, aangezien de naamlijsten niet bij het octrooi van 1772 waren inbegrepen. 
Daarin slaagde hij, maar na zijn overlijden in 1807 kreeg Cornel de naamlijst weer in handen, dat wil zeggen: Cornel trad op als drukker en werkte als uitgever van de naamlijst samen met zijn plaatsgenoten Hendrik Wyt en Johannes Petrus van Ginkel.

Inhoud
Gerrit Manheer zet in zijn ‘Aan den Lezer’ in nr. 1 (1777) uiteen wat volgens hem het nut van de publicatie is: 

De nuttigheid der Trouw- en Sterflyst is voornamelyk hier in geleegen, dat ieder met een opslag van het oog zal kunnen zien, wie van zyne bekenden, op die Treur- en Vreugdetooneelen, op welke eerstgenoemde wy alleen eens, en op het tweede, meest allen, een of meermalen, onze rollen moeten speelen, verscheenen zyn: zoo ook zullen veele verkeerde vertellingen, van het Trouwen of Sterven van sommige Persoonen, of het getal der Jaaren waarin die gestorven zyn, kunnen wederlegd en en beslist worden; […] Wat aanbelangd de Verkoopingslyst der Vaste Goederen enz., derzelver nuttigheid kan niemand wederleggen, als men slegts beschouwd, dat de Makelaars, als mede alle Timmermans- en Metzelaarsbazen, in de noodzakelykheid zyn, om van tyd tot tyd aanteekening van de Verkoopingen te houden, welke moeite hunl: door deze gedrukte Lysten word uitgewonnen. (p. 3-4)

De Naamlyst bevat een reeks rubrieken met demografische en later ook economische informatie uit de maand die op de voorpagina vermeld staat. De titel van het blad geeft nauwkeurig de inhoud weer. Doodsoorzaken worden niet bij ieder individu genoemd, maar alleen getotaliseerd per maand. Het aantal geborenen wordt per maand en per jaar weergegeven; gegevens over individuele geboortes ontbreken tot 1815 (anders dan in naamlijsten van elders). Een advertentie in de Rotterdamsche Courant van 14 januari 1815 bericht dat, nadat eerder al de doodsoorzaak van elk individu was toegevoegd, voortaan ook van geborenen alle namen worden vermeld.
In de aflevering over augustus 1777 bedankt Manheer zijn lezers voor de goede ontvangst van de naamlijst. Hij wil dit zichtbaar maken door voortaan – zonder prijsverhoging – een bijlage van geheel andere aard aan de naamlijst toe te voegen. Deze bijlagen zouden dusdanig worden uitgevoerd dat de lezer ze van de Naamlyst kon ‘afscheiden’, om ze met een bijgeleverd titelblad in te laten binden. Vermoedelijk werd het bijlagenkatern bij de drukker los in de Naamlyst gelegd. 
T/m 1781 vormen deze katernen een Kroniek van Rotterdam. Vanaf de aflevering over januari 1782 t/m die over begin 1795 heten de bijlagen: Magazyn van zedelyke, geestige, schertzende, zinryke, en dichtkundige Tafereelen. Vanaf de aflevering over maart 1795 vormen de bijlagen een Verzameling van Vertoogen, over verschillende onderwerpen in Vaerzen en in Prosa
Manheer, die betrokken was bij een Rotterdams letterkundig genootschap en bij de schouwburg, schreef zelf ook gedichten. Vanaf januari 1796 plaatste hij in iedere aflevering op p. 2 een gedicht op de desbetreffende maand, dat hij met zijn initialen ondertekende. Dit hield hij vol tot juni 1807. In de aflevering over juli 1807 staat op p. 2 een gedicht ‘Op het afsterven van den heer Gerrit Manheer’ van J. van der Schalk. Ook na het overlijden van Manheer wordt op p. 2 steeds een gedicht geplaatst (tot eind 1815): zonder ondertekening of ondertekend met E.V.M., E.V., of V.
Manheer nam met enige regelmaat advertenties op voor eigen uitgaven. Een enkele keer deed Cornel dat ook. In de aflevering over oktober 1787, bijvoorbeeld, vulde Cornel een pagina met een advertentie voor de brievenroman Elizabeth en Carolina (1787) van Petrus Lievens Kersteman.
De laatste toevoeging van Manheer heeft betrekking op de Vereniging tot het Redden van Drenkelingen. In de naamlijst over september 1798 (p. 12) staat een berichtje van de Vereniging. Manheer meldt erbij dat het te laat was binnengekomen om het als bijlage mee te geven, wat kennelijk voordien gebruikelijk was. En inderdaad is het ‘voorschrift der hulpmiddelen en werkzaamheden ter redding van drenkelingen’ als bijlage aan de Naamlyst van oktober 1798 toegevoegd. Eind 1798 plaatst Manheer weer berichten in de naamlijst zelf en vanaf februari 1799 is het een maandelijks terugkerende rubriek. Ook dit onderdeel van de naamlijsten werd na het overlijden van Manheer door Cornel gehandhaafd.

Relatie tot andere periodieken
Manheer meldt in zijn ‘Aan de Lezer’ in nr. 1 (1777) dat hij ‘in navolging van anderen’ handelt. Als mogelijke voorbeelden op dat moment kennen we de Maandelyksche Mercurius en de Haarlemse en Alkmaarse naamlijsten. Vanaf 1790 kwamen er in meer steden naamlijsten van de grond.
Zowel de nummers van Magazyn van zedelyke, geestige, schertzende, zinryke en dichtkundige Tafereelen als van Verzameling van Vertoogen, over verschillende onderwerpen, in Vaerzen en in Prosa verschenen als bijlagen bij de Naamlyst. Ze waren vermoedelijk niet als zelfstandige publicatie verkrijgbaar. 
De periodiek is in de jaren 1817-1857 voortgezet onder de titel:
¶ Naamlijst der Personen Welke [in de Maand …] binnen de Stad Rotterdam zijn Geboren, Getrouwd of Overleden, Als mede eene Lyst Der Geveilde Huizen, Landeryen, Tuinen, Schepen en Obligatien, Met de Pryzen waar voor dezelven verkocht zijn.
Ook in deze jaren zijn er bijlagen aan de naamlijst toegevoegd.

Exemplaren
¶ Rotterdam, bibliotheek van het Stadsarchief (juli 1777-februari 1812, januari 1817-december 1857)
¶ Full text juli 1806

Bronnen
¶ Rotterdam, Stadsarchief, archief 1-01 (Oud Archief Stad Rotterdam 1340-1813), inv.nr 189 (resoluties van het provisionele stadsbestuur)
¶ Rotterdam, Stadsarchief, archief 18 (notarissen Rotterdam), inv.nr. 3294 fol. 282-284 (testament Salomon Manheer 27-10-1775 bij notaris M.M. van der Loeff)

Literatuur
¶ Ton Hokken, ‘De lijsten van Manheer te Rotterdam’, in: Gens Nostra 61 (2006), p. 451-453
¶ Henk Gras, ‘“Taal, poëzij en kunstbeleid / met behoud, liefst, van uw maagd’lijkheid”. Nieuw licht op de vroege schouwburggeschiedenis van Rotterdam, 1781-1792’, in: Rotterdams Jaarboekje 2002, p. 244-282, aldaar p. 250-252 en 268-269 en 281
¶ Anoniem [M. Wijt?], ‘Afscheidswoord’, in: Naamlijst der personen welke in december 1857 binnen de stad Rotterdam zijn geboren, getrouwd en overleden (Rotterdam 1857).

Jac Fuchs