Naamlijst Utrecht (1792-1799)

Titelbeschrijving
Echte en Naauwkeurige Naamlyst van alle de geenen welke zich in den Huwelyken Staat Zullen begeeven, volgens opgaave ter Secretary; als meede der Overleedenen, zo als dezelve ter Momboirkamer zyn aangegeven alhier in de Stad van Utrecht, waar achter eene lyst der verkochte Huizen, Lustplaatzen, Wey-, Hooi, Teellanden, Obligatien, Losrenten, Recepissen, Kustingbrieven, enz. Met Opgave der Ongelden, Huure, en laatste Bewooner van ieder Perceel, als mede de Pryzen en Koopers derzelven, Benevens ook de Marktpryzen der Graanen, enz. en Weerkundige Waarnemingen binnen deze Stad; waar by gevoegd is Vervolg van de Beknopte Beschryving der Provincie Utrecht.

Periodiciteit
Deze periodiek verscheen maandelijks van rond 1 juni 1792 tot 1 januari 1799. Tot mei 1793 verscheen het vermoedelijk rond de 16e van de maand; in mei-juni 1793 verscheen een ‘anderhalf’ nummer. Tot dan waren de huwelijken van de komende kalendermaand de maatstaf en bevatte het de overlijdens van twee halve kalendermaanden. Nadien bevatte het de overledenen van de afgelopen kalendermaand en verscheen op een van de eerste dagen van de maand.

Bibliografische beschrijving
Het aantal pagina’s varieert de eerste jaren tussen de 12 en 22 in kwarto (titelpagina meegeteld). In juli 1797 telt de Naamlyst 36 pagina’s. Daarna varieert de omvang tussen de 30 en 42 pagina’s.

Titelpagina en verso zijn bij de paginering niet meegenummerd. Meerdere afleveringen hebben een bijlage met een eigen paginering: met ongerelateerd materiaal, zoals een gedicht, een nieuwjaarswens, nieuwsberichten of anekdotes. Ook de bijgevoegde katernen van het Vervolg van de Beknopte Beschryving der Provincie Utrecht hebben een eigen paginering.

Boekhistorische gegevens
De Utrechtse boekverkoper Paulus Quint (gedoopt 16 september 1764, overleden 10 januari 1835) richtte begin mei 1792 een rekest tot de vroedschap van Utrecht, waarin hij toestemming vroeg voor het publiceren van een maandelijkse naamlijst. De vroedschap vroeg op 7 mei de heren gecommitteerden tot het Boekverkopersgilde om advies, die vervolgens positief adviseerden. Op 14 mei accordeerde de vroedschap het verzoek en stond Quint toe de publicatie uit te geven. De Secretaris van de Momboirkamer en de klerken van de Stadspolicie kregen toestemming om Quint – tegen een passende vergoeding – alle gevraagde gegevens te leveren. Verder diende Quint maandelijks twee exemplaren van zijn publicatie bij de secretarie van de Stadspolicie aan te bieden.
De nrs. 1-76 verschenen: ‘Te Utrecht by P. [=Paulus] Quint, Boekverkoper in de Choorstraat, het Tweede Huis van ’t Steenweg’. Per ‘Primo July’ 1798 verandert het adres van Quint. In de nrs. 77-83 heet het: ‘Te Utrecht by P. Quint, Boekverkooper op de Oudegracht by de Gaarnbrug, op de hoek van de Strooysteeg’.
De Naamlyst verscheen steeds met approbatie van de stedelijke overheid. Tijdens de bestuurlijk turbulente periode aan het einde van de achttiende eeuw veranderde die steeds van naam. De nrs. 1-32 verschenen ‘Met Approbatie van de Wel Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht’. Dit wijzigde op februari 1795: de nrs. 33-35 verschenen ‘Met Approbatie van den Maire en Provisioneele Representanten der Stad Utrecht’. In mei 1795 wijzigde de benaming opnieuw: de nrs. 36-54 verschenen ‘Met Approbatie van den Maire en Raad der Gemeenten der Stad Utrecht’. In december 1796 kwam er wederom verandering in: de nrs. 55-73 verschenen ‘Met Approbatie van den Maire en Raad der Gemeente der Stad Utrecht’. In april 1798 was er opnieuw een wijziging: de nrs. 74-83 verschenen ‘Met Approbatie van ’t Intermediair Gemeente-Bestuur der Stad Utrecht’.
De prijs was 4 stuivers per nummer, getuige de advertentie voor nr. 1 in de Oprechte Haerlemsche Courant van 17 en 21 juli 1792. Als verkoopadressen worden genoemd: ‘A B Saakes in Amsterdam, P Nyhoff in Arnhem, L Gautier junior in Den Haag en N Cornel in Rotterdam’. Uit de jaargangprijzen in de Naamlysten van Saakes blijkt dat de prijs tot in 1798 4 stuivers per nummer gebleven is.

Inhoud
De Naamlyst bevat een reeks vaste rubrieken met alledaagse informatie: een lijst van recent verschenen boeken (op de keerzijde van de titelpagina); een opsomming van de voorgenomen huwelijken in de stad Utrecht van de komende 30 dagen; een lijst van personen die in de afgelopen 30 dagen in de stad Utrecht overleden zijn; een lijst van verkochte huizen grond en financiële papieren in de stad Utrecht; prijzen van graan en andere landbouwproducten op de Utrechtse markt; weerkundige gegevens betreffende de stad Utrecht uit de voorafgaande maand. Verder zijn regelmatig enkele pagina’s van het boek Beknopte beschryving der provincie van Utrecht (Utrecht, by Paulus Quint 1799) bijgevoegd.
Na verloop van tijd werd het aantal rubrieken uitgebreid. Zo werden later ook verkopingen van vastgoed en grond uit de gerechten rond Utrecht gepubliceerd, en van financiële papieren in andere steden.
Nieuwe rubrieken zijn verder: een overzicht van vastgoed en kamers in Utrecht die te koop of te huur zijn (vanaf november 1792); trekkingsgegevens van de provinciale Utrechtse loterij (vanaf januari 1793); een ‘pryscourant van obligatien, actien en andere effecten’ (vanaf april 1793); geboorte-, trouw- en sterflijsten van Hollandse steden (vanaf augustus 1793); ‘prys-lyst der voornaamste koopmanschappen te Amsterdam’ (vanaf juli 1794).
Vanaf augustus 1793 verschijnen er ook bijlagen van 2 à 4 pagina’s met volledig ongerelateerd materiaal, zoals vertellingen (als ‘De edelmoedige heer en zyn edelmoedige slaaf’), gedichten (als ‘Aan een jonggeboorenen’), historische anekdotes en overdenkingen bij het nieuwe jaar (‘Gevolgt naar het Hoogduitsch van Sturm’).
Een enkele keer heeft de bijlage een politieke lading. Dit is het geval met ‘Brieven uit Pruisen’ en een stukje waarin Merlin, de Franse Commissaris van de Nationale Conventie te Mainz, volledig afgebrand wordt (augustus 1793). Verder is een gedicht op het overlijden van Vincent Maximilaen baron van Tuyll van Serooskerken, die stierf na een veldslag tegen het Franse leger in juli 1794, uitgesproken vaderlandslievend.

Relatie tot andere periodieken
Vergelijkbare naamlijsten werden vóór 1791 al uitgegeven voor Amsterdam, Rotterdam en Haarlem. In oktober 1790 begon L. Gautier junior een vergelijkbare uitgave over Den Haag, die op de 5e van de maand verscheen en 4 stuivers per nummer kostte (advertentie Rotterdamse Courant 9 oktober 1790). Beginnend in 1792 verscheen ook een naamlijst in Middelburg.
Uit het hierboven genoemde vroedschapsbesluit blijkt dat Quint in zijn rekest in feite de titel van de Haagse Echte en Naauwkeurige Naamlyst heeft geciteerd. Die periodiek zal hem dus tot voorbeeld gediend hebben.

Bronnen
¶ Utrecht, Het Utrechts Archief (HUA): archief 702 (stadsbestuur van Utrecht 1577-1795) inv.nr. 123-106 (minuten van de resoluties van de Vroedschap 1791-1792).

Exemplaren
STCN 240844165
¶ Utrecht, Bibliotheek Utrechts Archief: V A 2-4 (nrs. 1-83, ingebonden in jaargangen, met verlies van titelpagina’s en katernen voor het Vervolg van de Beknopte Beschryving der Provincie Utrecht)
¶ Haarlem, veiling Bubb Kuyper d.d. 30 mei 2018: kavel 2321 (nrs. 1-83)
¶ Full text KB-exemplaar deel 1 (1792-1794, nrs. 1-32)deel 2 (1795-1796, nrs. 33-56) en deel 3 (1797-1798, nrs. 57-83)

Jac Fuchs