Nationaale Bataafsche Donderdagse Courant (1797-1798) – editie Verlem/Greeven

Titelbeschrijving
Nationaale Bataafsche Donderdagse Courant. Toegewijd aan Waarheid en Gezond Verstand (1797-1798).
¶ Nationaale Bataafsche Voor ditmaal Vrydagse Courant (1798)
Er verschenen ook ‘extra’ afleveringen, voorzien van een eigen volgnummer.

Periodiciteit
De krant verschijnt vanaf 16 maart 1797 (nr. 1), eenmaal per week. Vermoedelijk deed de krant na 24 mei 1798 (nr. 21) er gedurende enige tijd het zwijgen toe. Dit moet te maken hebben gehad met de werkzaamheden van de courantier in Den Haag, de staatsgreep van 12 juni 1798 en de detentie van de courantier vanaf die datum t/m 24 juni 1798.
Op 26 juli 1798 verschijnt in de Rotterdamse Courant een bericht dat de krant, ‘voormaals geschreven door den Burger Jan Greeven’ na 31 juli aanstaande weer gewoon zal verschijnen. De krant laat echter nog even op zich wachten want op 9 augustus 1798 bevat de Rotterdamse Courant opnieuw een mededeling dat de krant ‘weeklyks des Donderdags vervolgd [zal] worden’.
Het eerstvolgende nummer is pas van 24 augustus 1798 (nr. 22). Deze heet Nationaale Bataafsche Voor ditmaal Vrydagse Courant. De laatste bekende aflevering van de Nationaale Bataafsche Donderdagsche Courant is van 30 augustus 1798 (nr. 23).
Het definitieve einde van de krant heeft zeer waarschijnlijk te maken met de nieuwe politieke wind die sinds de staatsgreep is gaan waaien. De courantier kwam steeds meer onder vuur te liggen en zal daarom eieren voor zijn geld hebben gekozen.

Bibliografische beschrijving
Half vel folioformaat, opmaak in twee kolommen. Het titelvignet is een met sierrand omlijst kader, met daarbinnen de woorden ‘Toegewyd aan Waarheid en Gezond Verstand’.

Vanaf 8 juni 1797 zijn deze woorden omgeven door een lauwerkrans:

Onder het titelvignet staat steeds een motto. Op 16 maart 1797 staat te lezen: ‘Dat ieder dus geoorloofd is, zyne gedachten en gevoelens aan anderen te OPENBAAREN, het zy door de DRUKPERS of op eenige ANDERE wyze: gedecret. RECHTEN van den MENSCH’.
Vanaf 15 juni 1797 staat het motto: ‘De WETTEN kunnen alleen DAADEN en HANDELINGEN gebieden of verbieden, doch nimmer GEDACHTEN en GEVOELENS. De nieuwe ontworpen Constitutie’. Vanaf 31 augustus 1797 is die laatste toevoeging verdwenen.
Vanaf 9 november 1797 luidt het aan Raynal ontleende motto: ‘De Republiek moet, terwyl zy een arm zoekt, die dapper genoeg is, om haar te beschermen, een arm te vermyden, die machtig genoeg is, om haar onder het juk te brengen, de gevaaren welken zy ondergaan heeft, moeten hare vreeze en voorzorgen verdubbelen’.
Op 28 december 1797 is het motto opnieuw gewijzigd: ‘Dat eindelyk myn waardige Stem gehoord worde’.
Op 4 januari 1798 verschijnt een nieuw motto:

Beschouwen wy, Burgers Representanten! met een onpartydig oog de gebeurtenissen der Volken, men zal ras bevinden, dat de kragt der denkbeelden, het algemeen gevoelen, de eenige, de kragtigste oorzaak van alle groote daaden der Natiën is. Het is door de werking van deeze Goddelyke kragt, dat, het geen in de uitvoering onmogelyk schynt, mogelyk, ja ligt wordt.
Wanneer dit algemeen gevoelen, door tegenstand, tot die hoogte wordt gebragt, dat ze geestdrift of enthousiasme wordt, dan is er geen magt in de waereld bestand tegen. Zy belacht de Schavotten, trotseerd de Bajonetten, en verricht wonderen van dapperheid.
AUFFMORT
 in zyn Aanspraak.

Op 18 januari 1798 heet het, naar Flavius Josephus: ‘Die de daaden en woorden van Ondeugende Lasteraars stilzwygend laat voorbygaan, als het der Volkeren Vryheid geld, en dezelve niet Manmoedig tegenwerkt, is het genot der Zaalige Vryheid zelve onwaardig’.
Op 8 maart 1798 staat als motto genoteerd een citaat uit de proclamatie van 22 januari 1797: ‘Is niet de bescherming en bevoordeeling der aanhangeren van Oranje in het voorig bestuur alömme bekend?’
Vanaf 19 april 1798 staan onder het titelvignet de woorden ‘VRYHEID, GELYKHEID, EEN EN ONDEELBAARHEID’.

Boekhistorische gegevens
Drukker en uitgever was Jan Greeven, die per 1 januari 1797 het bedrijf van de patriotse uitgever en boekhandelaar Jan Verlem had overgenomen onder voorwaarde dat hij de firmanaam nog een jaar in tact liet (zie Oprechte Haerlemse Courant van 23 februari 1797). Greeven was gevestigd in de Warmoesstraat, het vijfde huis van de Pijlsteeg ‘alwaar voorheen J. Verlem gewoond heeft’.
De reden waarom Greeven met zijn krant begon, heeft te maken met zijn botsing met courantier Lieve van Ollefen. Deze had begin januari 1797 zijn Nationaale Bataafsche Courant van Lieve van Ollefen (1797) bij Verlem ondergebracht. Toen Van Ollefen zich realiseerde dat Greeven daar nu de baas was, besloot hij onmiddellijk te vertrekken en met zijn krant over te stappen op een andere drukker/uitgever. Mogelijk had dit besluit van doen met, aldus Everard (2001), de interne conflicten binnen de radicale Amsterdamse volksclub ‘Deugd en Kundigheden’, waar zowel Greeven als Van Ollefen lid van waren. 
Na het vertrek van Van Ollefen begon Greeven met zijn eigen Nationaale Bataafsche Courant. Alleen al aan de keuze van de titel is te zien dat Greeven bewust in het vaarwater van Van Ollefen wilde opereren.
Op grond van advertenties lijkt het erop dat Johannes van Santen, boekverkoper te Rotterdam, voor Greeven een belangrijke wederverkoper was. Andere verkoopadressen zijn volgens de Rotterdamse Courant van 5 augustus 1797:

te Rotterdam by E. van Wolfsbergen; Amsterdam vander Burgh en Zoon, Gartman, van Vliet, Ten Brink, Saakes, Brave, Roos, Poster, Romyn, Swalm, van Leeuwen, Molenyzer en A. vander Kroe; ’s Hage du Mee, Leeuwstyn en J. Plaat; Leiden Herding, Mortier, Onnekink en van Thoir; Delft de Groot; Dordrecht Schieke; Utrecht G.T. van Paddenburg en Zoon, Vis en Yzerworst; Middelburg Keel, de Weduwe Abrahams en Gillissen, en alom in alle Steden.

De advertentie Rotterdamse Courant van 9 augustus 1798 noemt als adressen: 

te Rotterdam by J. van Santen, den Haag Leeuwenstein, Amsterdam Greeven, in de Warmoesstraat, Delft Roelofswaard, Leyden Trap, Haarlem Wed. van Brussel, Dordrecht Bonté, Schiedam Zweeben, Gouda vander Ben.

Prijs extra-couranten: 1 stuiver.

Medewerkers
Jan GREEVEN was behalve drukker en uitgever, ook de courantier/hoofdredacteur van de krant. Zijn vrouw Suzanna TIMMERMANS heeft vermoedelijk ook als redacteur meegewerkt.
Sinds de staatsgreep van 22 januari 1798 waren de radicale unitariërs aan de macht, die direct begonnen met hun zuiveringsacties en menig federalist lieten arresteren. Zij hadden zich tot taak gesteld een nieuwe Constitutie te doen aanvaarden waarin hun politieke uitgangspunten waren vastgelegd.
Greeven had zich achter het nieuwe bewind geschaard. Als ‘agent van het Uitvoerend Bewind’ was hij samen met Laurens Butot naar Utrecht gestuurd om zuiveringsacties uit te voeren binnen de grondraden aldaar en aldus de stemming over de nieuwe grondwet te beïnvloeden. Ook werd hij per decreet van 14 mei 1798 benoemd tot commis notularis van de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam der Bataafschen Volks. 
Na groeiende kritiek op de vele anticonstitutionele maatregelen van het regime vond er op 12 juni 1798 een nieuwe staatsgreep plaats door gematigde unitariërs. Greeven werd toen op last van Daendels door Hespe en enkele soldaten op 12 juni 1798 gearresteerd op het Binnenhof in Den Haag. Hij werd 11 dagen gevangen gehouden. Over zijn vrijlating wordt bericht in de Bataafsche Leeuwarder Courant van 28 juni 1798.
In de Constitutioneele Oprechte Bataafsche Courant van 29 augustus 1798 staat een lange venijnige reactie op de terugkeer van de krant van Jan Greeven aan het mediafront. Het artikel begint aldus:

AAN JAN GREEVEN – VOOR DIT MAAL.
HOE LANGER, HOE MOOYER! GY ook weer op de baan! Gy ook weer op de baan! Gy onder de eerste Hoofdscheppers meede op de proppen, en eene Apologie in de Waereld gestommeld, by de weder oprichting van uw Schandblad, zedert den 12 Juny als vergeeten – Man gy zyt fluks gereed, nu Patroon BOSCH weder even op vrye voeten is, en LOKHORST, U eene wederlegging doet aankondigen, want deze toch houd men algemeen bezig met dat fraaye stuk, dat onder zyn naam als Hoofd-Auteur het licht zal zien, indedaad, gy had beter gedaan, uwe Meesters niet vooruit te loopen, dan Waarheid en Gezond Varstand [sic] andermaal door Loogen en Laster te schandvlekken, en die geheiligde eigenschappen ter verbreiding van oproer wekkende beginzelen te misbruiken – Een Ezel (zegt men) stoot zig zelden ten tweede maale aan den zelfden steen – Gy intusschen doed dit moedwillig!
Voor en aleer het volstrekt misdaadige in uwe zogenaamde Apologie open te leggen, moet men opmerken, dat gy een groove logen begaat – Gy zyt toch door den Capitein Adjoinct HESPE, nog door den Generaal DAENDELS gearresteerd, – ver van daar – de Capitein Adjoinct HESPE heeft U ja aangeweezen, tot het arrest, uit hoofde dat gy een van die bekende werktuigen waart, die in dat oogenblik niet aan zich zelven behoorde overgelaaten, maar voor kwaad doen behoed te worden, of was er geen rede, dat Gy, in dat oogenblik, daar Gy meester waart en de sleutels had, van de Kamer van den Secretaris der Vergadering, dat Gy Papieren zoudt afhandig maaken, waarna men daarna wanneer men die mogt nodig hebben, te vergeefsch zou gezocht hebben? – Was niet uwe drift, waarmede Gy u daartoe ter Vergadering wilde begeeven, allezints suspect? – en wilt Gy er nog meer by gevoegd hebben, kon men van een Knaap als Gy, wel iets goeds verwagten? –
En behoorde gy niet mede voor eenigen tyd in zekerheid gesteld te worden, daar gy deelde in zo veele byzonderheeden, als voor den 12 Juny gebeurd zyn?
Of was uwe ontrouw geheel onschendbaar, en uw gedrag in meer dan een geval niet reeds van dien aart bekend dat gy tot alles in staat waart? Hebt Gy niet jegens uwen besten weldoender aan de Zaankant, by wien Gy op Comptoir waart, U op zodanige wyze vergeeten, die met ontvreemding gelyk staat? – hebt gy niet zelfs eenen LIEVEN VAN OLLEFEN zodanig bedroogen, dat Gy zelfs in dat zo berugte Deugd en Kundigheden U de aantyging van een slegtaart of schurk hebt moeten laaten welgevallen, en dien man als om verschooning vraagen?

Het relaas gaat nog lange tijd door. Duidelijk is dat Greeven met Laurens Butot heeft deelgenomen aan zuiveringsacties in Utrecht, ‘door het Inconstitutioneel Uitvoerend Bewind gecommitteerd’. Maar vooral was het Greeven verwijtbaar dat hij zijn ‘misleide Medeburgers zoekt op te ruijen, tegen de Constitutioneele orde van zaaken’.
Het artikel wordt vervolgd op 3 september 1798 in dezelfde krant, dat eindigt met de woorden ‘dat de schurfste Schaapen het meeste geblaer maken’.

Inhoud
Radicaal-revolutionaire krant.
Geheel overeenkomstig het taalgebruik van de leden van de Nationale Vergadering, had de courantier gekozen voor de begrippen ‘Waarheid en Gezond Verstand’ in de ondertitel van zijn krant. Het begrippenpaar was, zo schrijven Oddens/Turpijn (2010), vooral populair bij de besprekingen in 1797 over nieuwe politieke thema’s als scheiding der machten, de scheiding van Kerk en Staat, of de federatieve machtsstructuur. De begrippen waren voor Greeven van dermate groot belang dat hij in zijn advertentie in de Rotterdamse Courant van 5 augustus 1797 schreef: ‘toegewyd aan ZUIVERE Waarheid en OPRECHT Gezond Verstand’.
De krant volgt de parlementaire discussies, waarvan de uitkomsten moesten leiden tot een ontwerp van een nieuwe grondwet. Dit ontwerp zou aan het volk worden voorgelegd. Ook plaatst Greeven opiniërende bijdragen in zijn extra-couranten, zoals ‘een beredeneerde Wederlegging op de Nota van de Minister Noël [de Franse gezant], door het Bureau Central te Amsterdam’. Hiervoor adverteert hij in de Rotterdamse Courant van 5 augustus 1797. In diezelfde krant adverteert hij ook voor nr. 4 van zijn extra-courant, ‘waarin het Plan van Constitutie, door de Nationale Vergadering aan het Volk van Nederland aangeboden, getoetst word, aan de bezwaren van den Schryver van de Nationaale Bataafsche Courant, toegewyd aan Waarheid en Gezond Verstand’.
Voor de lezers moet het duidelijk zijn geweest dat Greeven zich niet kon vinden in de koers van het toenmalige regime. Hij was als unitariër voorstander van de vorming van een eenheidsstaat en droeg dan ook, na de staatsgreep van 22 januari 1798, de ideeën van de nieuwe machthebbers actief in zijn krant uit. 

Relatie tot andere periodieken
In zekere zin is de krant van Greeven opvolger van de Courant van Waarheid en Gezond Verstand (1795-1796), het bijblad van de Haagsche Courant die gedrukt en uitgegeven werd door Johannes de Groot uit Den Haag.
Concurrerend waren de Nationaale Bataafsche Courant van Lieve van Ollefen (1797) en de in september van dat jaar omgedoopte Nationaale Bataafsche Courant van Lieve van Ollefen en Catharina Heybeek (1797). Andere concurrenten waren de alternerende [Constitutioneele] Oprechte Nationaale Courant (1797-1798) en de [Constitutioneele] Oprechte Bataafsche Courant (1797-1798), geredigeerd door Johannes Henricus Redelinghuys en zijn opvolgster Maria Bos.
Niet duidelijk is de relatie met de Nationaale Bataafsche Vrydagse Courant – Toegewyd aan Waarheid en Gezond Verstand, een weekblad dat in Den Haag werd uitgegeven door J.C. Leeuwenstein en waarvan drie afleveringen bekend, gedateerd 1, 8 en 12 juni 1798.

Er moet in 1797 nog een concurrerende krant zijn geweest, met een identieke titel maar geschreven vanuit een andere ideologie, getuige de advertentie van Greeven in de Rotterdamse Courant van 18 juli 1797. Deze concurrent – een pastiche? – is niet teruggevonden:

De Ondergeteekende, Redacteur der Donderdagsche Nationale Bataafsche Courant, toegewyd aan WAARHEID en GEZOND VERSTAND, waarschouwd een yder weldenkende Republykein, voor de arglistigheid van een Intriguant, welke eene Courant schryft onder dezelfde Tytel, met hetzelfde Motto, toegewyd aan zuivere Waarheid en oprecht Gezond Verstand; zynde dezelve geheel en altegen de myne ingericht, op eenen Volksverleidenden toon; dus een yder hier by adverterendezelve NIET voor de MYNE in de handen te laten stoppen door baatzuchtige Boekverkoopers; blyvende de myne kenbaar aan myn Naam, boven aan geplaatst; declarere teffens by myn grondbeginzelen te zullen blyven, zoo als tot heden getoond hebbe. Zie wyders myn Courant No. 19, van aanstaanden Donderdag den 20 July 1797.
Amsterdam den 17 July, het Derde Jaar der Revolutie.

Exemplaren
¶ Amsterdam, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG): NIBG (Perscollectie) PM 13285 (diverse nrs.)
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: KW 1646 C 19 [1] (diverse nrs.)

Bronnen
¶ Jan Greeven, Rechtmatige en vrymoedige gedagten (z.p. [voor rekening van de auteur] 1799). 

Literatuur
¶ Joris Oddens en Jouke Turpijn, ‘Waarheid en gezond verstand in het Nederlandse parlement rondom 1798 en 1848’, in: Carla van Baalen e.a. (red.), Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2010, p. 23-35
¶ Myriam Everard, ‘Lieve van Ollefen (1749-1816), Catharina Heybeek (1763-na 1805). Een ultrarevolutionaire “loonschryver”, een schrijvende Batavin en een gekwetste natie’, in: Anna de Haas (red.), Achter slot en grendel. Schrijvers in Nederlandse gevangenschap 1700-1800 (Zutphen 2002), p. 207-221
¶ Myriam Everard, ‘In en om de (Nieuwe) Bataafsche Vrouwe Courant. Het aandeel van vrouwen in een revolutionaire politieke cultuur’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 24 (2001), p. 67-87
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘Nationaale en Bataafsche Couranten’, in: De Nederlandsche Spectator 1871, p. 401-404 en 412-414
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De Politieke Kruyer’, in: Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, derde reeks, eerste deel (’s-Gravenhage 1882), p. 176-263, aldaar p. 248.

Rietje van Vliet